blok 1 - ThiemeMeulenhoff
blok 1 - ThiemeMeulenhoff
blok 1 - ThiemeMeulenhoff
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
42<br />
Leerlijn<br />
<strong>blok</strong> 1<br />
– Getalrelaties en getalbegrip<br />
– Geld<br />
Leerdoelen<br />
Nieuwe stof<br />
– Munten van 1 en 2 euro herkennen en<br />
inwisselen<br />
– Bedragen tot 10 euro tellen met munten<br />
van 1 of 2 euro<br />
– Betalen met munten van 1 en 2 euro<br />
– Bedragen tot 10 euro betalen met 1 en<br />
2 euromunten<br />
– Getallen splitsen<br />
Oefenen<br />
– Groepjes van 8 omcirkelen<br />
– 2 minder en 3 meer tekenen<br />
– De getallenrij tot 10<br />
▪ Nieuwe stof<br />
– Munten van 1 en 2 euro herkennen<br />
– Bedragen tot 10 euro tellen met munten<br />
van 1 of 2 euro<br />
– Aantallen splitsen<br />
▪ Oefenen<br />
– Aantallen vergelijken (evenveel)<br />
– 2 meer tekenen<br />
Materiaal<br />
– Werkschrift 3a1 blz. 24 en 25<br />
– Maatschrift 3a <strong>blok</strong> 1 + 2 blz. 24 en 25<br />
– Plusschrift 3 <strong>blok</strong> 1<br />
– Kwismeester 3a <strong>blok</strong> 1<br />
– Oefensoftware<br />
▪ Fiches, 2 bekers<br />
– Namaakgeld<br />
les 20 herhalen en oefenen<br />
Hoofdrekenen en schattend rekenen<br />
Maak een keuze uit deze opdrachten. Reken 5 tot 10 minuten.<br />
1 Splitsen<br />
Zet 7 kinderen voor de klas. In eerste instantie staan zij groepsgewijs<br />
bij elkaar. Op aanwijzingen van de andere kinderen maken ze alle<br />
splitsingen van 7 (bijvoorbeeld een groepje van 5 en een groepje van 2; of<br />
een groepje van 3 en een groepje van 4). Vertel de kinderen dat we samen<br />
splitsingen van 6 gaan maken. Een van de kinderen noemt een getal<br />
(onder de 6). Het buurkind zegt het getal dat erbij hoort. Bijvoorbeeld:<br />
een kind zegt 2. Het buurkind zegt 4. Een kind zegt 5, het buurkind zegt 1.<br />
Beide getallen zijn steeds samen 6.<br />
2 Resultatief tellen<br />
Laat de kinderen bepaalde voorwerpen in de klas tellen.<br />
Maatschrift<br />
▪ 1 Zingen<br />
Zing samen met de kinderen liedjes als: ‘Hoedje van papier’, ‘De<br />
zevensprong’, Berend Botje ging uit varen’. (zie ook de audio-cd bij Alles<br />
telt 1-2).<br />
▪ 2 Goochelen<br />
Neem 5 fi ches en 2 bekers. Laat de 5 fi ches tellen. Schrijf 5 op het bord.<br />
Laat nu duidelijk hoorbaar 4 fi ches in de ene beker vallen en doe heel<br />
zachtjes de rest in de andere beker. Wie weet hoeveel fi ches hierin zitten?<br />
Weten de kinderen het niet, dan mogen ze al tellend de fi ches er weer in<br />
halen. Schrijf op bord: 4 en 1. Doe nu telkens hoorbaar 1 of 2 fi ches van<br />
de ene in de andere beker en vraag steeds: Wie weet hoeveel er nu in de<br />
bekers zitten? Laat de kinderen bij twijfel tellen. Schrijf de nieuwe getallen<br />
op het bord.