blok 1 - ThiemeMeulenhoff
blok 1 - ThiemeMeulenhoff
blok 1 - ThiemeMeulenhoff
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
50<br />
Lesverloop van les 23<br />
Blok 1 Les 23 en 24<br />
C 1 wat doen roos en bas?<br />
Tellen, beschrijven, bouwen en nabouwen van bouwsels<br />
Bespreek de plaat met de kinderen. Wat zijn de kinderen op de plaat aan het doen? Hoeveel<br />
<strong>blok</strong>ken heeft het bouwsel van Bas? Wat probeert Roos te raden? De kinderen op de plaat spelen<br />
een spel. Bas heeft een bouwsel gemaakt met 5 <strong>blok</strong>ken. Roos heeft ook 5 <strong>blok</strong>ken. Bas<br />
beschrijft zijn bouwwerk. Door middel van deze beschrijving probeert Roos hetzelfde bouwsel<br />
te maken. Per tweetal krijgen de kinderen nu een stuk karton dat dient als afscheiding tussen<br />
hen. Deel ook de <strong>blok</strong>ken uit. Ieder kind krijgt 5 <strong>blok</strong>ken. Een van de kinderen maakt een<br />
bouwsel achter het scherm. Vervolgens beschrijft dat kind zijn bouwsel aan zijn partner. Hij<br />
vertelt per <strong>blok</strong>je wat hij heeft gedaan, bijvoorbeeld: ‘Ik heb één <strong>blok</strong>je neergelegd, daar een<br />
naast, toen een op de eerste en een op de tweede. Daarna heb ik er nog een voor het tweede<br />
<strong>blok</strong>je gelegd’. Het andere kind probeert het bouwwerkje na te maken op basis van die<br />
beschrijving. Als het bouwsel af is, wordt het schermpje verwijderd en worden de bouwsels<br />
vergeleken. Ook hier kunnen de begrippen ‘voor’ en ‘achter’ hun gevolgen hebben, zodat<br />
de bouwsels spiegelbeeldig zijn. Laat de kinderen zelf proberen te ontdekken hoe dat is<br />
ontstaan.<br />
C 2 bouw na.<br />
Tellen, beschrijven, bouwen en nabouwen van bouwsels<br />
Je kunt het aantal <strong>blok</strong>ken per bouwsel ook tellen en de aantallen onderling vergelijken door<br />
de <strong>blok</strong>ken als een torentje op te stapelen en 2 of meer torentjes tegen elkaar aan te schuiven.<br />
Dan zie je hoeveel <strong>blok</strong>ken het ene torentje hoger is dan het andere. Dit is een eerste stap<br />
naar het werken met stapeldiagrammen.<br />
C 3 bouw na.<br />
Tellen, beschrijven, bouwen en nabouwen van bouwsels<br />
Bij deze bouwsels zijn alleen bij het laatste bouwsel ‘onzichtbare’ <strong>blok</strong>ken.<br />
C 4 welke zijn hetzelfde?<br />
Tellen, beschrijven, bouwen en nabouwen van bouwsels<br />
De kinderen vergelijken de bouwsels met elkaar. Alle bouwsels zijn gemaakt uit 5 <strong>blok</strong>ken.<br />
Eventueel laat u de kinderen de bouwsels namaken en vanuit een andere hoek bekijken.<br />
Er lijken telkens 2 bouwsels op elkaar. Het verschil is de hoek van waaruit ze zijn bekeken.<br />
Observeer hoe de kinderen met de bouwsels omgaan.<br />
C 5 bouw met 5 <strong>blok</strong>ken.<br />
Tellen, beschrijven, bouwen en nabouwen van bouwsels<br />
Laat de kinderen zelf bouwsels maken met 5 <strong>blok</strong>ken. Hierbij gaat het erom dat ze ervaren<br />
dat je met 5 <strong>blok</strong>ken allerlei varianten kunt bouwen.