PG fiscus op bezoek aug11.indd - Sbb
PG fiscus op bezoek aug11.indd - Sbb
PG fiscus op bezoek aug11.indd - Sbb
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
• Is de belastingplichtige altijd verplicht om <strong>op</strong> de vragen te<br />
antwoorden?<br />
In principe moet de belastingplichtige altijd antwoorden <strong>op</strong> een vraag<br />
om inlichtingen.<br />
Op een mondelinge vraag kan hij dit mondeling of schriftelijk doen,<br />
maar <strong>op</strong> een schriftelijke vraag moet hij ook schriftelijk antwoorden.<br />
Dit moet niet aangetekend, maar het is aangewezen dit te doen. Indien<br />
de belastingplichtige niet antwoordt, kan de administratie hem van<br />
ambtswege aanslaan (dit betekent een omkering van de bewijslast in het<br />
nadeel van de belastingplichtige). Bovendien kan hem een boete of belastingverhoging<br />
worden <strong>op</strong>gelegd.<br />
Merk <strong>op</strong> dat volgens een constante rechtspraak van het Hof van Cassatie<br />
onvolledig antwoorden, manifest laconiek antwoorden of manifest<br />
naast de kwestie antwoorden met niet antwoorden gelijk gesteld wordt.<br />
Er is echter ook dissidente rechtspraak (bv. Bergen, 16 oktober 1998).<br />
De principiële verplichting om te antwoorden moet genuanceerd worden<br />
in twee gevallen:<br />
- de belastingplichtige die meent dat de gevraagde inlichtingen een te<br />
omvangrijk werk vergen kan met de controledienst overleggen wat er<br />
gedaan moet worden om te voldoen aan de vereisten van de controle<br />
zonder de administratieve lasten van de onderneming buitenmate<br />
te bezwaren. De ambtenaren moeten dan ‘in geweten en met ruim<br />
inzicht’ de gegrondheid beoordelen van de redenen, die worden aangevoerd<br />
door de belastingplichtige om ontslagen te worden van het<br />
verstrekken van (een gedeelte van) de gevraagde inlichtingen of van<br />
het overleggen van sommige verantwoordingsstukken;<br />
- <strong>op</strong> manifest onwettelijke vragen, bv. vragen over het privéleven die<br />
zonder enige fiscale relevantie zijn of die duidelijk buiten pr<strong>op</strong>ortie<br />
zijn met het fiscaal nut, moet de belastingplichtige best afwijkend<br />
antwoorden. Praktisch gezien is het altijd aangewezen om een (afwijkend)<br />
antwoord terug te zenden binnen de wettelijke termijn, zodat<br />
de <strong>fiscus</strong> geen sanctie kan <strong>op</strong>leggen wegens het niet beantwoorden<br />
van de vraag om inlichtingen.<br />
• Binnen welke termijn moet de belastingplichtige<br />
antwoorden?<br />
Voor het antwoord <strong>op</strong> een mondelinge vraag voorziet het fiscaal wetboek<br />
geen termijn. Algemeen wordt aangenomen dat hiervoor een redelijke<br />
termijn geldt : de belastingplichtige is dus zeker niet verplicht om<br />
onmiddellijk te antwoorden.<br />
Op een schriftelijke vraag moet de belastingplichtige antwoorden binnen<br />
een maand, vanaf de derde werkdag volgend <strong>op</strong> de verzending van<br />
de vraag.<br />
Merk <strong>op</strong> dat:<br />
- de termijn begint te l<strong>op</strong>en vanaf de derde werkdag na die van de verzendingsdatum;<br />
- de verzendingsdatum is in principe de datum die <strong>op</strong> de vraag om<br />
inlichtingen staat vermeld, tenzij de belastingsplichtige het tegenbewijs<br />
kan leveren;<br />
- het antwoord ter beschikking van de administratie moet zijn binnen<br />
die termijn: een antwoord dat verzonden wordt <strong>op</strong> de laatste dag van<br />
de termijn is dus te laat.<br />
SBB | De <strong>fiscus</strong> <strong>op</strong> <strong>bezoek</strong> 21