nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...
nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...
nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
commodius if made in a strait line, and if they be made ample, that so the carts and the cattle<br />
meeting, do not impede one another .......... The conveniency they afford, and besides being in<br />
them able to see at a great distance, and besides to discover a good deal of the country,<br />
whereby great part of the fatigue is alleviated, and our minds (having always a nwe prospect<br />
bef ore our eyes) find great satisfaction and delightʹ<br />
(Placzek, Andrea Palladio).<br />
Sprekend over wegen buiten steden, heeft Palladio in hetzelfde boek geschreven, dat (Chap. III, Of the<br />
ways without the city),<br />
ʹThe ways without the city ought to be made ample, commodius, having trees on either side,<br />
by which travellers may be defended from the scorching heats of the sun, and their eyes<br />
recieve some recreation from the verdureʹ<br />
(Placzek, Palladio).<br />
<strong>De</strong> orthogonale ruimtelijke en regelmatige indeling en ordening van kavels, wegen en sloten,<br />
is tot op heden bewaard gebleven en bepaalt de harmonie en de proportie van het ruimtelijk beeld.<br />
Het ʹinterieurʹ van de droogmakerij met zijn inrichting met door bomen omgeven ʹgroene kamersʹ<br />
bepaalt de karakteristiek en de esthetiek van de aanleg.<br />
Voor de ideale stad, aangelegd vanaf de 16de eeuw tot diep in de 18de eeuw, gold het<br />
schaakbordpatroon als indeling en stratenpatroon. Sedert het midden van de 16de eeuw werd het<br />
motief van de cirkelvormige of veelhoekige radiale stad in de handboeken over architectuur en<br />
stedenbouw weer vervangen door het schaakbordpatroon (Taverne, ʹIn ʹt land van belofte....ʹ, p. 31).<br />
<strong>De</strong>ze ideaaal‐typische opvattingen omtrent de ideale stad, later in Nederland overgenomen en<br />
ʹvertaaldʹ in de aanleg van de Amsterdamse grachtengordel na 1613, in <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong>, en bij het tracé<br />
van de Utrechtse grachten naar het plan van Hendrick Moreelse zijn hier geïntroduceerd door<br />
italiaanse vestingbouwers en ingenieurs, in dienst van het huis Habsburg.<br />
In Nederland zelf werkte rond 1600 Simon Stevin (1548‐1620) als denker, als theoreticus over<br />
ondermeer de stedenbouw (Vande oirdeningh der Steden, geschreven voor 1594 en later uitgegeven<br />
door zijn zoon Hendrik Stevin, 1649).<br />
Het werk van Stevin vormt een directe schakel in de overdracht van de Italiaanse<br />
architectuurtheorieën naar met name de Noordelijke‐Nederlanden en vandaar uit naar andere landen,<br />
met name Duitsland, <strong>De</strong>nemarken en Zweden.<br />
In zijn traktaat heeft Stevin zich op zijn beurt sterk laten leiden door het theoretisch geschrift van de<br />
italiaan Pietro Cataneo, ʹI quatrro primi libri di architetturaʹ (Venetia, 1554).<br />
Interessant is wat Stevin, sprekend in diens traktaat over de vorm van steden, opmerkt als hij schrijft,<br />
dat naar zijn mening de vierzijdige rechthoek uitgezet op een vlak stuk grond de meest geschikte<br />
plattegrond voor een stad is, zodat men wat de ruimtelijke indeling ervan betreft geschikte<br />
rechthoekige bouwblokken, erven, huizen, hoven, markten en open plaatsen krijgt, die op geen<br />
andere manier te verkrijgen zijn. <strong>De</strong> vraag rijst of een dergelijk beeld van de ʹcittà idealeʹ door Stevin is<br />
afgeleid van de Polybius tekeningen van gereconstrueerde romeinse legerkampen.<br />
Het waren voorts Vitruvius (geb. 84 BC) en Alberti (1404‐1472), die geschreven hebben over het ideaal<br />
van een naar functie en plaats evenwichtige indeling van straten en pleinen.<br />
In de architectuur van Alberti speelden het getal (numerus), de maat (finitio) en de ordening<br />
(collocatio) onderscheidelijke rollen. Getallen, die voorkeur hadden waren de 6 en de 10 (de lengte‐<br />
breedte en lengte‐dikte verhouding van de mens). Grafisch kunnen deze getallen ʹvertaaldʹ worden<br />
naar (vierkante)rasters. <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong> weerspiegelt deze theoretische beschouwingen van Alberti.<br />
Het ideaalplan van 1612 van <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong> doet in zekere zin denken aan het schema voor de ideale<br />
stad, dat Polybius heeft gegeven, gebaseerd op dat voor een romeins legerkamp. Ook bij hem zien we<br />
als bij de <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong> een raster, dat bestaat uit vierkanten.<br />
13