nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...
nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...
nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
droogmakerij van <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong> zelf geregeld zou moeten worden. Groot punt voor het<br />
Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en Westfriesland was het<br />
vraagstuk of door het bedijken van de <strong>Beemster</strong>, gevolgd door meerdere grotere bedijkingen van<br />
andere meren, die ook als boezem dienden, de mogelijkheid van het afwateren van de drassige<br />
landerijen sterk beperkt zou gaan raken. Aan de andere kant was het zo dat die meren ook zelf<br />
zorgden voor overstomingen en als gevolg van stormen door het afkalven van de randen steeds groter<br />
werden.<br />
<strong>De</strong> kaart is gemaakt met behulp van de methode van de ʹvoorwaartse snijdingʹ. Een werkwijze, die als<br />
volgt werkt. Eerst wordt er een afstand tussen twee punten aan de oever gemeten. Met een<br />
astrolabium wordt vanuit deze punten een aan de overkant gelegen punt gepeild. Doordat de basislijn<br />
en de grootte van de beide hoeken bekend zijn van de driehoek, die aldus is ontstaan, kan de lengte<br />
van de overige zijden van de driehoek bepaald worden.<br />
Aanvankelijk probeerde het Hoogheemraadschap nog bij de Staten van Holland het bedijken<br />
van de <strong>Beemster</strong> tegen te houden. Dit is echter niet gelukt.<br />
Eis van het Hoogheemraadschap aan de bedijkers van de <strong>Beemster</strong> was het graven van een<br />
afwateringskanaal naar de Zuiderzee (nu IJsselmeer) voor een betere afvoer van het boezemwater.<br />
Nadat Cort vermoedelijk al in 1608 is overleden wordt deze opgevolgd door Lucas Jansz.<br />
Sinck, landmeter te Amsterdam. <strong>De</strong>ze zette ook het eerste dijkvak uit voor de droogmakerij van de<br />
<strong>Beemster</strong> (april 1608).<br />
Het bestek werd opgesteld door Sinck samen met Jan Pietersz. Dou (1573‐1635) en Jan Adriaansz.<br />
Leeghwater (1575‐1650).<br />
In 1608 vond het aanbesteden plaats van het dijklichaam tussen Purmerend en Neck. In hetzelfde jaar<br />
ook van het afwateringskanaal naar de Zuiderzee (zie afb.7.1...).<br />
Het meten van gebieden als die van de grote meren gebeurde vaak in de winterperiode over ijs. Begin<br />
1611 besluiten de hoofdingelanden <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong> over het ijs te laten meten om zo een ʹperfecte caerteʹ<br />
te kunnen laten maken. Een zestal landmeters kreeg daartoe de opdracht. Een dergelijke kaart was<br />
nodig om de inrichting van de droogmakerij te kunnen bepalen. <strong>De</strong> metingen daarvoor deed Dou met<br />
een door hem zelf ontwikkeld meetinstrument, een hoekmeetinstrument, dat de zogeheten ʹHollandse<br />
cirkelʹ wordt genoemd (Tractaet vant maken ende gebruycken eens nieu gheordonneerden mathematischen<br />
instruments. Amsterdam, [Willem Jansz.], 1612). Al eerder had Dou samen met de in het buitenland<br />
werkzame Johan Sems geschreven Pracktijck des landmetens (1600).<br />
Het was Sinck die de wegen en sloten moest intekenen, zo is in 1611 besloten. In datzelfde jaar is<br />
begonnen met het uitzetten van de sloten en wegen ter voorbereiding van de verkaveling.<br />
Het weer speelde regelmatig parten, met name bij het graven van de ringsloot. In 1610 braken<br />
de dijken door als gevolg van een doorbraak van de Waterlandse zeedijk. Het werk aan het graven van<br />
de ringsloot moest gedeeltelijk opniew beginnen.<br />
In de herfst 1611 viel het grootste deel droog van <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong>. Reeds in 1611 kon een begin worden<br />
gemaakt met het graven van sloten en de aanleg van enkele wegen. In dat jaar is er in de vergadering<br />
van de hoofdingelanden voor het eerst gesproken over de blok‐indeling,<br />
ʹ ........ op de caerte zal worden gedaen een afftekeninge van vier wegen inde lengte ende vier<br />
weghen inde breedte, al tesamen op gelijke distantie van malkander ende weynkelhaek<br />
liggende ........ende aengande de wateringen ofte tochtsloten, vijf inde lengte ende vijf in de<br />
breedte, midden tusschen de weghen ofte dijken gelegen sullen worden.......ʹ<br />
(Van der Sluis, p. 59).<br />
Binnen de kavels zou het eigenaren vrij staan zoveel slootjes en greppels te graven als hen goed<br />
22