13.09.2013 Views

nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...

nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...

nominatiedossier Droogmakerij De Beemster - Bewoners Netwerk ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

voor een culturele elite, die <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong> stichtte en waar het de ʹsoeticheuydt des buyten‐levensʹ<br />

gedurende een enkele generatie genoten heeft.<br />

Het is bekend, dat van die ruim 50 buitenhuizen er in 1640 een 32‐tal alleen in de zomer bewoond<br />

werden.<br />

Van een van deze verdwenen lusthoven, gebouwd als buitenhuis voor een zomers verblijf, is<br />

door architectuurhistorische onderzoek veel bekend geworden. Het gaat om Vredenburgh, gebouwd<br />

door Frederick Alewijn (1603‐1665), koopman te Amsterdam, naar ontwerp van de architect Philip<br />

Pieter Post (1608‐1669), 1639‐1648, die zowel het huis als ook de aanleg van de tuinen ontworpen heeft<br />

(afb. 7...). Alewijn had ook de Amsterdamse bouwmeester Philip Vingboons (1607‐1678) ontwerpen<br />

laten maken (afb. 7....).<br />

Alewijn woonde in Amsterdam in een grachtenpand, ʹSonnewijserʹ genaamd, Herengracht 182.<br />

<strong>De</strong>ze Frederick Alewijn is een liefhebber geweest van de architectuur. Aan hem is de enige<br />

Nederlandse vertaling van Palladio, 1646, opgedragen (in feite de vertaling in het Nederlands van de<br />

Franse Palladio‐uitgave van Pierre Lemuet).<br />

<strong>De</strong> architectuur van Vredenburgh was wat haar pilaster‐ en zuilenorden betreft geïnspireerd op<br />

Scamozzi. Het centrale woonhuis met lagere porticoʹs volgden de ontwerpen van Palladio.<br />

Door erfenis had Alewijn in 1637 aan de Zuiderweg een stuk grond, met een oppervlakte van<br />

226x188m, verkregen. <strong>De</strong> kavel bestond uit drie percelen, die hij Het vergraven tot twee, in ongelijke<br />

delen verdeeld. Het perceel langs de Zuiderweg werd zo verdubbeld. <strong>De</strong> beide delen werden omgeven<br />

door een gracht en door een met vier rijen bomen (iepen) beplante windsingel op een omringende<br />

dijk. Het westelijke deel van de op een dijk gelegen singel was met vijf rijen bomen beplant. Dat deel<br />

vormde de belangrijkste toegang tot het lusthof, bereikbaar via een monumentale poort aan de<br />

Zuiderweg.<br />

<strong>De</strong> villa zelf, het buitenhuis, was gericht op het zuiden en geplaatst op het grootste perceel, dat een<br />

maat had van 130xl00m. Het vierkante voorplein voor het huis, ‐ een citaat naar de vierkanten van de<br />

geometrische aanleg van de droogmakerij ‐, was met linden beplant. Verder lagen hier de siertuin en<br />

een boomgaard. Het kleinere perceel, 143x60m had een plantage, een boomgaard en een moestuin.<br />

Landbouw in <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong><br />

Oorspronkelijk waren de drooggevallen gronden in gebruik voor de akkerbouw (graan). Het<br />

octrooi van 1607 bepaalde,<br />

ʹdatmen, zedert eenige jaren herwaerts, alhier begonst heeft de landen met coolsaet, lynsaet,<br />

ende andere vruchten meer te betelen, als men eertyts wel gewoon is te doenʹ.<br />

Naderhand is dit meer en meer overgegaan als grasland voor de veeteelt (72% van de cultuurgrond).<br />

Oorzaken daarvoor waren, dat grondwaterstand en grondsamenstelling een minder gunstig resultaat<br />

voor de akkerbouw tot gevolg bleken te hebben dan de conjectuur in de akkerbouw voor de beleggers<br />

aanvankelijk deed vermoeden.<br />

Ook <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong>, zoals ook in andere droogmakerijen, werd daardoor vooral een gebied voor de<br />

veeteelt. <strong>De</strong> produkten uit de polder, zoals <strong>Beemster</strong> wol, boter, kaas en stieren waren rond het<br />

midden van de 17de eeuw beroemd <strong>De</strong> kaasmakerij nam er een hoge vlucht.<br />

Tot de jaren ʹ80 van de vorige eeuw was er in <strong>De</strong> <strong>Beemster</strong> hoofdzakelijk sprake van veeteelt,<br />

voornamelijk veehouderij. Met de komst van de stoombemaling kon er dieper bemalen worden,<br />

waardoor er meer water afgevoerd kon worden. Daardoor kreeg de tuinbouw er een enorme<br />

uitbreiding.<br />

Het huidige beeld vormt een afwisseling van akkerbouw‐ en graslandpercelen, weiden en<br />

boomgaarden (zo bevindt er zich nog een aantal zogeheten hoogstamboomgaarden, vooral langs de<br />

Middenweg). Akkerbouw en tuinbouw beslaan 24% en 4% van het grondgebruik.<br />

Naast de melkveehouderij komt hier akkerbouw, glastuinbouw en fruitteelt voor. Rond de 200 ha.<br />

27

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!