Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
voeden zich met plankton. De meeste<br />
dieren zijn trouw aan hun leefgebied en<br />
verwijderen zich zelden meer dan<br />
enkele honderden meters van hun<br />
schuilhoekje. Bermpjes zijn relatief<br />
warmtebehoevend, in de zomer moet de<br />
temperatuur minstens 19° C bedragen.<br />
Bermpjes maken geen nest. De eieren<br />
worden gelegd op planten, op het<br />
zandig of grindig substraat of op<br />
wortels. Ze worden in verscheidene<br />
legbeurten gedeponeerd. De visjes<br />
groeien zeer snel, in het eerste jaar kunnen ze 7 cm<br />
lang worden. Na twee jaar worden de Bermpjes<br />
geslachtsrijp. Ze kunnen een leeftijd van zes jaar<br />
bereiken.<br />
Verspreiding in België<br />
Het Bermpje komt voor in de drie stroomgebieden in<br />
Vlaanderen. Het is vooral algemeen in de oostelijke<br />
helft van het gewest, waar het plaatselijk zeer<br />
algemeen kan zijn. In Oost- en West-Vlaanderen komt<br />
het slechts voor in een beperkt aantal beken. Het wordt<br />
terug aangetroffen in de Demer, de Dender en de Ijzer.<br />
In kanalen wordt het bijna niet gevangen. In Wallonië<br />
is het talrijk aanwezig en ontbreekt het enkel in de<br />
bijzonder zure beken van de Hoge Venen en in enkele<br />
zeer snelstromende koude beekjes.<br />
De Schoorbroekbeek,<br />
een paradijs voor dit visje<br />
De bron van de Schoorbroekbeek is gelegen in La<br />
Bruyère, een deelgemeente van Beauvechain (Waals-<br />
Koubergbroek (bronbosje). Foto Luc Briesen<br />
10 <strong>Natuurpunt</strong> Oost-Brabant <strong>Jaarboek</strong> <strong>2001</strong><br />
Schoorbroekbeekvallei: Hutveld, Meiveld en Koubergbroek. Foto Luc Briesen<br />
Brabant). Vanaf de oorsprong stroomt ze door een<br />
kwelrijk bosgebied, waar een aantal bronnen ervoor<br />
zorgen dat de beek onmiddellijk een groot en<br />
standvastig debiet krijgt. In het tweede deel van 1999<br />
werd een onderzoek gedaan naar de waterkwaliteit van<br />
de Schoorbroekbeek door vier studenten van het<br />
Koninklijk Atheneum Tienen. Dit onderzoek gebeurde<br />
d.m.v. het bepalen van de Belgische Biotische Index<br />
(BBI). De eerste meetpunten bevonden zich ongeveer<br />
vijfhonderd meter stroomafwaarts van de bron. De BBI<br />
bedroeg 5: de aangelanden lozen aan het bronnengebied<br />
afvalwater zodat de waterkwaliteit beneden de<br />
verhoopte 8 of 9 lag. Al het afvalwater van l’ Ecluse<br />
(zoals gebruikelijk is in de deelgemeenten van<br />
Beauvechain) komt ongezuiverd in de beek terecht.<br />
Hoewel het aantal huizen gering is (ongeveer 200<br />
inwoners), zorgt hun afvalwater ervoor dat de<br />
waterkwaliteit van de beek na l’ Ecluse niet stijgt.<br />
Hierna krijgt de beek de kans aan zelfzuivering te doen<br />
over een afstand van ongeveer drie kilometer in het<br />
reservaat Rosdel. Daardoor stijgt de waterkwaliteit naar<br />
BBI 6. De beek bevat hier Haemopis sanguisuga<br />
(Paardenbloedzuiger) als opmerkelijke soort.<br />
In het gehucht Nerm zorgen<br />
twee lozingspunten voor een<br />
daling van de BBI naar 5<br />
wanneer de beek Hoegaardencentrum<br />
binnenstroomt. Deze<br />
lozingspunten bevatten het<br />
afvalwater van het zuidelijke<br />
deel van de Nermstraat. In<br />
Hoegaarden zelf wijzigt de BBI<br />
niet, wat erop wijst dat bijna<br />
alle riolen op de collector<br />
aangesloten zijn. Een honderdtal<br />
meter stroomafwaarts van<br />
Hoegaarden vloeit de beek in de<br />
Grote Gete.