Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Enkele nieuwe vindplaatsen van het Muizenstaartje<br />
(Myosurus minimus)<br />
Naar aanleiding van twee nieuwe vondsten van het Muizenstaartje (Myosurus minimus), een onopvallend<br />
maar zeldzaam plantje, wordt ingegaan op de ecologie en de verspreiding van deze soort.<br />
Een onopvallend kleinood<br />
Muizenstaartje is een klein, groen plantje behorende tot<br />
de Ranonkelfamilie (Ranunculaceae). De lijnvormige,<br />
grasachtige blaadjes zijn ietwat vlezig en staan in een<br />
(wortel)rozet. Aan de bloemstelen, die vanuit dit rozet<br />
ontspringen en iets boven de blaadjes uitsteken, komen<br />
kleine, witte bloemen.<br />
Reeds tijdens de bloei groeit de bloembodem sterk in<br />
lengte. Dit resulteert na de bloei in in lange, rolronde<br />
vruchthoofdjes die op muizenstaarten gelijken (vandaar<br />
de naam…).<br />
Muizenstaart is een zogenaamde winterannuel of<br />
wintertherofyt. De zaden kiemen voor de winter en de<br />
plant bloeit in mei van het volgend jaar. De bloei duurt<br />
vrij kort. Tegen de zomer zijn de meeste plantjes al<br />
verdroogd en verdwijnen ze. Het zijn dus eenjarige<br />
planten.<br />
Vooral op tredplaatsen in weilanden<br />
In de Belgische flora van De Langhe et al. (1988)<br />
vinden we voor België als vindplaatstype korenvelden<br />
(vooral op zandgrond) en vochtige tredplaatsen in<br />
weilanden. De auteurs voegen toe dat de soort<br />
kalkmijdend is. De Nederlandse Oecologische flora<br />
(Weeda et al., 1985) bevestigt deze gegevens. De soort<br />
is in Nederland enkele keren op een natuurlijke<br />
standplaats gevonden (op aanspoelsel aan de zeekust),<br />
maar grotendeels gebonden aan landbouwgebieden.<br />
Interessant is de vaststelling dat het vroeger vooral een<br />
akkerplant was die tegenwoordig merendeels in<br />
weilanden voorkomt en uiterst zelden nog op akkers.<br />
Zwaenepoel (1997) analyseerde de Belgische gegevens<br />
in detail om dit te onderzoeken. Vele oude gegevens<br />
zijn inderdaad afkomstig uit akkers (vaak rogge) en het<br />
verdwijnen hieruit wordt in verband gebracht met het<br />
opgeven van de wintergraankultuur. Het feit dat de<br />
soort nu vaker dan vroeger in weide-ingangen<br />
gevonden wordt, is dan weer te verklaren door het<br />
gericht zoeken van botanisten op deze locaties en<br />
(vermoedelijk) niet door een werkelijke toename in<br />
deze ecotoop. De akkers waar Muizenstaartje<br />
tegenwoordig nog gevonden wordt, zijn vaak<br />
uitgesproken nat (uitgezand, of omgezet weiland).<br />
Een gemeenschappelijk kenmerk van de vindplaatsen<br />
76 <strong>Natuurpunt</strong> Oost-Brabant <strong>Jaarboek</strong> <strong>2001</strong><br />
in Nederland is dat ze in het voorjaar lang nat blijven<br />
en daardoor vrij kaal zijn. Daarnaast stelt men ook vast<br />
dat er een mengsel van uiteenlopende soorten<br />
bodemmateriaal optreedt (fijnkorrelig, grofkorrelig en<br />
organisch). Weide-ingangen zijn de plaatsen waar de<br />
soort in Nederland het meest gevonden wordt, vaak<br />
samen met Varkensgras (Polygonum aviculare),<br />
Straatgras (Poa annua) en Herderstasje (Capsella<br />
bursa-pastoris). Deze plaatsen worden namelijk veel<br />
betreden en bereden, waardoor er geschikte<br />
omstandigheden voor het plantje ontstaan. Het<br />
aanvullen van deze plaatsen met steenpuin is evenwel<br />
fataal (Weeda et al, 1985).<br />
Volgens het onderzoek van Zwaenepoel (1998) komt<br />
Muizenstaart in wegbermen van het ‘vogelmuurherderstasje-type’<br />
en het ‘straatgras-grote weegbreetype’<br />
voor, en dit bijna uitsluitend in zandig<br />
Vlaanderen. Het is in bermen echter een onstandvastige<br />
soort. Ze kan verschijnen als er kale bodem ontstaat,<br />
maar verdwijnt bij maaibeheer (waardoor men een<br />
‘stabielere’ vegetatie krijgt). Het behoud van<br />
onverharde wegen is van groot belang voor<br />
Muizenstaartje en de andere soorten uit deze 2<br />
bermtypes. Naast Muizenstaart komen er nog heel wat<br />
voormalige akkeronkruiden voor in deze<br />
wegbermtypes. Overbemesting is in akkers de oorzaak<br />
van hun verdwijning, doch voor een deel<br />
onrechtstreeks: doordat het graan tegenwoordig erg<br />
dicht op elkaar staat, ontstaat er een lichttekort voor de<br />
akkeronkruiden. Muizenstaart wordt immers genoemd<br />
als licht- en warmteminnende soort. Ook de sterkere<br />
mechanische grondbewerking speelt Muizenstaartje<br />
parten, net als andere soorten die zich niet vegetatief<br />
voortplanten (dus enkel door zaden).<br />
Een beperkt voorkomen<br />
Muizenstaart is zeldzaam in het Vlaams district en zeer<br />
zeldzaam in alle andere fytogeografische districten, dus<br />
ook het Brabants district waarin de Glabbeekse<br />
vindplaatsen vallen (De Langhe et al, 1988). De<br />
Limburgse plantenatlas van Berten (1993) toont<br />
duidelijk een concentratie van vindplaatsen in de natte<br />
zandleemstreek zoals in de Demervallei ten oosten van