Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- Rillaar, Langestraat 56, in tuin, bij het rooien van<br />
aardappelen: 2 ex. midden augustus (Luc Storms)<br />
- Rillaar, verlaten boomgaardje (FS3248) op 13/08<br />
(Thomas Merckx)<br />
- Aarschot, Aureliaanstoren (Diestiaanheuvel net ten<br />
zuiden van de stad) (FS 28 49), tweede helft<br />
augustus (Luc Vervoort)<br />
- Aarschot, ’s Hertogenheide (FS 27 48) (Luc<br />
Vervoort)<br />
- Aarschot, Fabrieksstraat, op braakliggend terrein<br />
(werf) in de stad ! (FS 28 49): 1 ex. op 27/09 (Eric<br />
Vercammen)<br />
- Holsbeek, Gobbelsrode (FS 27 41): meerdere ex. in<br />
tuin (Jogan Bogaert)<br />
- Holsbeek, Benninksberg (FS 26 45)<br />
- Holsbeek, Dunbergbroek: minstens 2 ex. in nat<br />
hooiland (FS2444 en FS2443) op 25 augustus (Guy<br />
Verrijdt & Frank Claessens)<br />
- Tielt-Winge, Houwaartseberg (FS 32 45), 1 ex. in<br />
tuin (Johan Bogaert)<br />
- Tielt-Winge, Osseberg, op heide: meerdere ex.<br />
(Stefaan De Smedt)<br />
- Gelrode, Vorsdonkbroek: 1 ex. op 30 september<br />
(Filip Meyermans)<br />
- Averbode, Demerbroeken: talrijk in vrij soortenrijke<br />
ruigtevegetatie in tweede helft augustus (Luc<br />
Vervoort)<br />
In de periode eind juli-eind augustus nam ik de<br />
Tijgerspin waar op een 15-tal verschillende plaatsen<br />
verspreid over het Vlaams natuurreservaat ‘Vallei van<br />
de 3 Beken’ in Diest (Molenstede, Deurne, Vleugt)!!<br />
Dit is in het uiterste noordoosten van de provincie<br />
Vlaams-Brabant.<br />
Door Filip Meyermans is de soort op verscheidene<br />
plaatsen aan de rand van dit gebied gezien:<br />
- Molenstede, natuurreservaat Dassenaarde, aan het<br />
Zwart Water (FS 43 52) op 12 augustus<br />
- Okselaar, natuurreservaat Catselt: meerdere ex. op<br />
12 augustus<br />
- Schaffen, schrale graslanden van het vliegveld (FS<br />
44 51), in augustus<br />
De verspreiding van deze waarnemingen leert ons dat<br />
de Tijgerspin een groot deel van de provincie Vlaams-<br />
Brabant ten oosten van Brussel ‘veroverd’ heeft. Merk<br />
vooral de vele waarnemingen in het noordoosten van<br />
de provincie op. Vermoedelijk koloniseerde de<br />
Tijgerspin Vlaams-Brabant vanuit het oosten. In<br />
Limburg is ze immers al enkele jaren algemeen.<br />
Mogelijk spelen lineaire elementen hierbij een rol,<br />
bijvoorbeeld zuid-georiënteerde bermen van de A2-<br />
E314 (die oostwest loopt). Daar werden populaties van<br />
de Tijgerspin vastgesteld en ook van de<br />
Sikkelsprinkhaan, terwijl de soorten in aanpalende<br />
heidegebieden nog niet veel voorkwamen. In de<br />
Demervallei zijn Tijgerspinnen geregeld in<br />
spoorwegbermen gevonden (onder andere aan<br />
Vorsdonk, Luc Vervoort).<br />
De gegevens suggereren dat deze kolonisatie in 2000<br />
een grote impuls kreeg en zich in <strong>2001</strong> sterk doorzette<br />
in gebieden waar de soort voorheen zeker niet<br />
voorkwam zoals in Zuidoost-Brabant. Nochtans zijn<br />
ook daar nog niet alle geschikte gebieden ‘ingenomen’.<br />
Er werd mij door heel wat mensen (vooral uit<br />
Zuidoost-Brabant) meegedeeld dat in schijnbaar<br />
geschikte plaatsen de Tijgerspin ondanks zoekacties<br />
(nog) niet is aangetroffen. Een verdere uitbreiding kan<br />
dus nog verwacht worden in de komende jaren. Wat<br />
ook opvalt zijn de vele waarnemingen in<br />
natuurreservaten. Dit is zeker voor een deel terug te<br />
brengen tot het feit dat vooral veel conservators<br />
gecontacteerd zijn.<br />
Waarom uitbreiding ?<br />
De soort heeft zich in Noordwest-Europa vooral langs<br />
de grote rivieren (Rijn, Maas en bijrivieren) uitgebreid.<br />
Het gunstige microklimaat op de hellingen in het dal<br />
speelt hier waarschijnlijk een rol (van der Linden,<br />
2000).<br />
Als oorzaken van vooruitgang worden door deze<br />
auteur vooral gunstige weersomstandigheden genoemd<br />
tijdens de laatste decennia: warme augustusmaanden<br />
(voortplanting), zachte winters (overleving juvenielen)<br />
en droge meimaanden met zuidelijke winden zodat de<br />
juvenielen zich over lange afstand door de lucht<br />
kunnen verplaatsen. De zeer goede meimaand in 2000<br />
(die ook voor andere memorabele feiten zorgde zoals<br />
de heropleving van de uitgestorven gewaande Gevlekte<br />
witsnuitlibel in de Kempen) zou dus (mede)<br />
verantwoordelijk kunnen zijn voor de sterke toename<br />
die in 2000 over heel Vlaanderen is genoteerd.<br />
Ook het insectenvriendelijk beheer in natuurreservaten<br />
kan een belangrijke bijdrage geleverd hebben. In plaats<br />
van graslanden uniform kort te maaien, worden er<br />
ruigtestroken gelaten en daarnaast wordt er steeds<br />
meer begrazingsbeheer toegepast. Deze<br />
beheersvormen sparen niet alleen Tijgerspinnen (in de<br />
zomer) en hun eicocons (in het najaar), maar is ook<br />
gunstig voor sprinkhanen en bloembezoekende<br />
insecten, die het voedsel van de spinnen vormen.<br />
<strong>Natuurpunt</strong> Oost-Brabant <strong>Jaarboek</strong> <strong>2001</strong> 73