Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
nemen. Vanuit de drooggevallen Noordzee werd het<br />
Brabants Plateau, tijdens de eerste periode van het<br />
Kwartair (2 miljoen tot 10.000 jaar gelden), bedekt met<br />
een vruchtbare leembodem. De reliëfvormen werden<br />
hierdoor sterk afgevlakt aangezien de lösslagen op de<br />
heuveltoppen over het algemeen veel dunner zijn dan<br />
in de valleien. Typisch voor de streek zijn de 'dellen' of<br />
'droge dalen'. De waterlopen in de dellen worden<br />
meestal 'vloedgrachten' genoemd aangezien ze enkel<br />
watervoerend zijn na een neerslagperiode. Een del<br />
mondt steeds uit in een dal van hogere orde waarin een<br />
beek of rivier stroomt. De dellen verkavelen het<br />
plateau en geven hierdoor aan het Hoegaardse<br />
landschap een levendige visuele structuur. De talrijke<br />
dellen die uitmonden in de vallei van de<br />
Schoorbroekbeek zijn in natuurbehoudskringen geen<br />
onbekenden meer. Het Rosdel (tussen de Rotberg en de<br />
Blotenberg), het Tweede del (tussen Rotberg en<br />
Kouberg), het Voorste del (temidden van de Kouberg),<br />
de Katerspoel (tussen de Grote berg en de<br />
Sneeuwberg) en het Vossel (ten noorden van de<br />
Sneeuwberg) zijn de belangrijkste dellen.<br />
Bodems<br />
Algemeen wordt gesteld dat de <strong>Velpe</strong> de<br />
bodemkundige scheidingslijn aangeeft tussen het<br />
Hageland en Haspengouw. De gronden van de streek<br />
Meldertbos. Foto Jaak Geebelen<br />
ten noorden van Hoegaarden zijn zandiger. Het<br />
Hageland, dat reikt tot aan de Demer, is gekenmerkt<br />
door zijn langgerekte beboste heuvelruggen.<br />
Medebepalend voor de Hagelandse bodemgesteldheid<br />
is het dagzomen van tertiaire Rupeliaanklei en<br />
Bolderiaanzand. Daarom werd het landschap<br />
eeuwenlang gekenmerkt door de aanwezigheid van<br />
bossen en woeste gronden. De leemgronden van het<br />
zacht golvende Haspengouwse landschap zijn<br />
daarentegen door hun samenstelling en<br />
vochtigheidsgraad optimaal voor landbouwactiviteiten.<br />
Van oudsher zijn de Hoegaardse leemgronden als<br />
akkerland in gebruik.<br />
Na de laatste ijstijd trad er een geleidelijke verbetering<br />
van het klimaat op zodat de toendravegetatie<br />
evolueerde naar een gemengd loofbos. Er vormde zich<br />
een karakteristiek bodemprofiel. Door de gezamenlijke<br />
werking van het regenwater en de humuszuren<br />
migreerden de kleideeltjes vanuit de bovenlaag naar<br />
beneden en werden op enige diepte afgezet. Er<br />
ontstond dus een kleiarme uitspoelingshorizont en een<br />
kleirijke aanrijkingshorizont (Aba0-bodems). Deze<br />
karakteristieke roodbruine horizont wordt de briklaag<br />
genoemd. Het woord brik is afkomstig van het Franse<br />
woord voor baksteen. Door verwijdering van de<br />
natuurlijke vegetatie erodeerde het landschap. Op de<br />
meeste plaatsen verdween hierdoor de<br />
<strong>Natuurpunt</strong> Oost-Brabant <strong>Jaarboek</strong> <strong>2001</strong> 47