Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Jaarboek natuurstudie 2001 - Natuurpunt Velpe-Mene
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
innenkort nog een extra duwtje door het inscharen<br />
van begrazers tijdens het najaar. Via een nabegrazing<br />
bevorderen we immers de zaadkieming vanuit de<br />
bestaande zaadbanken.<br />
Flora van wegbermen (en taluds)<br />
Holle wegen vervullen in het Hoegaardse agrarische<br />
landschap een belangrijke ecologische functie. De<br />
diepe holle wegen met hoge, dichte, houtige<br />
begroeiing, vormen vaak miniatuurbosjes. Als de<br />
omstandigheden lange tijd stabiel gebleven zijn,<br />
kunnen op deze taluds echte bosgemeenschappen<br />
leven. Zo vinden we nog enkele taluds met o.a. Kleine<br />
maagdenpalm, Gulden boterbloem, Gevlekte<br />
aronskelk, Gele dovenetel, Muskuskruid, Rode aalbes,<br />
Stekelbes, Maarts viooltje, Boskortsteel,<br />
Reuzenzwenkgras, Klimop en andere soorten uit het<br />
Elzen-Vogelkersverbond. Houtkanten overdekken<br />
ongeveer 20% van de bermoppervlakte. De dominante<br />
houtige gewassen zijn de Gewone iep en de Gewone<br />
vlier en in mindere mate de Sleedoorn. Andere soorten<br />
die in de struwelen voorkomen zijn o.a.: Rode<br />
kornoelje, Wilde kardinaalsmuts, Wilde liguster,<br />
Bosrank, Hondsroos (o.a. Rosa obtusifolia en Rosa<br />
corymbifera), Viltroos, Spaanse aak (Meiveld) en<br />
Kruisbes. Uit enkele steekproeven blijkt overduidelijk<br />
Holle weg. Foto Jaak Geebelen<br />
de sterke verruiging van de bermvegetaties. Grote<br />
brandnetel, Kleefkruid en Braam bedekken tijdens het<br />
groeiseizoen ongeveer 35% van de bermoppervlakte.<br />
Voedselrijke grazige vegetaties, hoofdzakelijk<br />
bestaande uit Frans raaigras, Kweek en IJle dravik<br />
nemen ca. 20% van de bermoppervlakte in beslag.<br />
Minder dan 4% van de totale bermoppervlakte bestaat<br />
uit grazige vegetaties van matig voedselrijke en<br />
voedselarme omstandigheden. Rood zwenkgras en<br />
Gewoon struisgras indiceren meestal dit vegetatietype.<br />
Het toekomstige bermbeheer moet er vooral naar<br />
streven om soorten van dit vegetatietype terug een<br />
kans te geven. Soorten zoals Fijne ooievaarsbek<br />
(Aalst), Goudhaver (o.a. Appelarenweg te Hoksem),<br />
Donderkruid (Meiveld), Aardaker (Waverse steenweg<br />
nabij Oorbeek), Kattedoorn, Echt walstro, Bitterkruid,<br />
Ruige weegbree, Bergdravik, Kleine bevernel,<br />
Jacobskruiskruid, Muizenoor, Kruipend stalkruid,<br />
Liggende klaver, Hokjespeul (Elst) en Grote tijm<br />
(Vossel en Blinde Ezel) zouden dan terug het aspect<br />
van een aantal holle wegen kunnen bepalen. Van hoger<br />
genoemde soorten bestaan momenteel nog maar enkele<br />
relictpopulaties die bij afwezigheid van een<br />
natuurtechnisch beheer uit het Hoegaardse landschap<br />
zullen verdwijnen. Het overige gedeelte van de<br />
taludoppervlakte (ca. 20%) is begroeid met<br />
storingsgemeenschappen met o.a. Akkerwinde,<br />
<strong>Natuurpunt</strong> Oost-Brabant <strong>Jaarboek</strong> <strong>2001</strong> 53