You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Pat O'Brien en Margaret Lindsay.<br />
Regie: Busby Berkeley. Warner Bros-film.<br />
John Quinn {Pat O'Brien), directeur van „De<br />
tuin der vreugde", een bekend Californisch<br />
cabaret, meent, dat zijn pers-agente, de be-<br />
kwame en lieftallige Toni Blake (MargaretLindsay)<br />
zeer gaarne met hem in het huwelijk wil treden,<br />
maar de komst van Don Vincente (John Payne),<br />
een betrekkelijk onbekenden bandleader, brengt een<br />
radicale verandering in de verhouding tusschen<br />
Quinn en Toni teweeg, een verhouding, welke van<br />
haar kant toch al niet erg hartelijk was.<br />
Vincente en zijn band fungeeren als plaatsver-<br />
vangers voor Rudy Vallee en zijn Connecticut<br />
Yankees, die wegens een auto-ongeval niet in staat<br />
waren hun engagement na te komen.<br />
Quinn behandelt Vincente dan ook echt als<br />
plaatsvervanger en Iaat hem duidelijk merken, dat<br />
hij hem en zijn vrienden slechts als artisten van<br />
den tweeden rang beschouwt.<br />
Al direct staan Quinn en Vincente op voet van<br />
oorlog. Toni tracht te bemiddelen; zij voelt zich<br />
voor de situatie verantwoordelijk, daar zij het<br />
was, die Quinn op het idee bracht Vincente voor<br />
,,De tuin der vreugde" te engageeren.<br />
Op zekeren avond, wanneer de muziek van<br />
Vincentes band door de radio wordt uitgezond<br />
vraagt mevrouw Lornay (Isabel Jeans), .een<br />
bezoekster, Quinn<br />
eenige woorden door<br />
den microfoon tot<br />
haar man, een be- Ijr<br />
kenden kauwgummi-koning. te mogen richten, daar<br />
deze, op zoek naar een goeden band voor zijn radio-<br />
programma, op „De tuin der vreugde" heeft af-<br />
gestemd. Als Quinn dit verneemt, laat hij eerst<br />
den microfoon en daarna de versterkers uitscha-<br />
kelen ten einde zoodoende de uitzending van Don<br />
Vincente in het water te laten vallen.<br />
Toni ziet plotseling een uitweg door te specu-<br />
leeren op Quinns zwak voor titels. Er bestaat geen<br />
gelukkiger mensch op de wereld dan John Quinn,<br />
wanneer hij iemand van adel of vorstelijke perso-<br />
nen in zijn hotel mag ontvangen.<br />
Een ex-kellner wordt door de samenzweerders<br />
geëngageerd en tot Maharadjah van Sund gedoopt.<br />
Toni wordt geholpen door Jimmy Fidler, den be-<br />
kenden radio-criticus, die met Quinn overhoop ligt<br />
wegens het verstrekken van eenige verzonnen<br />
nieuwtjes. Toni en Fidler dresseeren den kellner-<br />
Maharadjah. Zij lanceeren het bericht, dat de Ma-<br />
haradjah van Sund, zoodra hem het bericht van<br />
het eerste groote engagement van zijn ouden vriend<br />
Don Vincente, met wien hij te Oxford studeerde,<br />
John Payne en Margaret Lindsay<br />
ter oore kwam, zich onmiddellijk per snelste gele-<br />
genheid naar „De tuin der vreugde" had begeven<br />
ten einde bij Vincentes debuut tegenwoordig te<br />
kunnen zijn.<br />
Quinns gedrag jegens Don verandert onmiddel-<br />
lijk en hij kruipt letterlijk voor hem. Quinn straalt<br />
van genoegen, is ontzettend ingenomen met dit<br />
hooge bezoek en poseert steeds fier naast den Ma-<br />
haradjah voor de fotografen.<br />
Vincentes band boekt een enorm succes en wordt<br />
door denkauwgummikoning Lornay voor zijn radio-<br />
programma te New York geëngageerd. Quinn zit<br />
in zak en asch, daar hij nu èn Don Vincente èn<br />
Rudy Vallee kwijt is en tracht Vincente voor zijn<br />
cabaret te houden. Deze weigert, waarna Quinn<br />
zijn toevlucht tot een list neemt en voorwendt<br />
slachtoffer van een moordaanslag te zijn. Dit ver-<br />
wekt medelijden bij Vincente en deze teekent ten-<br />
slotte een nieuw contract.<br />
Wanneer hij later achter deze list komt, is hij<br />
razend en wil op stel en sprong het contract ver-<br />
breken en met zijn band naar elders vertrekken.<br />
Toni weet hem echter te bepraten, zij zal<br />
voortaan zoowel het oog op zijn pers als op zijn<br />
""'»houding houden en zoo zien wij tegen<br />
||de van de film de „firma" Toni Blake-<br />
Don Vincente tot groote<br />
vreugde van Quinn in het<br />
elijlMfctpfttfe stappen.<br />
ZOU DAT NU ECHT WAAR ZIJN?<br />
Er zijn al heel wat dikke boeken geschreven over de vraag,<br />
wat humor is en waarom en waardoor iets geestig ge-<br />
noemd njag worden. Zulke boeken zijn natuurlijk altijd<br />
geheel gespeend van eenigen humor, ze filosoTeeren wel over den<br />
geest der geestigheden, maar zij zijn zélf nimmer humoristisch.<br />
De eerste de beste humorist, die zijn vak verstaat en ons doet<br />
lachen, bereidt ons daarmee een grooter- weldaad, dan degenen<br />
die mijmeren en mediteeren over de oorzaken.<br />
Natuurlijk zijn er ontelbare soorten humor. Maar de soort,<br />
waarover we het ditmaal willen hebben, is de moeite van een<br />
nadere beschouwing wèl waard, zonder dat wij daarbij in de fout<br />
der filosofen willen vervallen. Ergo géén meditatie, maar onmid-<br />
dellijk het voorbeeld.<br />
In Amerika zijn de gevangenistoestanden geheel anders dan<br />
bij ons. Dat weet iedereen. Maar in hoeverre? Dat weten maar<br />
weinigen. We hebben er wel eens van gehoord, dat ze in die<br />
gevangenissen erg veel aan sport doen, dat er voetbal- en rugby-<br />
veldcn binnen de muren zijn, waar de zware jongens de stevigste<br />
elf- en twaalftallen vormen. Het mag dan ook geen verwonde-<br />
ring baren, dat de ploeg van een endere gevangenis wel eens<br />
zal willen uitkomen tegen zulk een voortreffelijk team en het<br />
moet dan voor de hand liggen, dat het bezoekende elftal met<br />
gevangeniswagens wordt vervoerd. Ze hebben nu eenmaal geen<br />
bewegingsvrijheid! Maar hoeft de geestdrift en de sportieve<br />
vreugde daarom minder groot te zijn? Kunnen de supporters, die<br />
zich langs het lijntje scharen, niet even goed met vlaggetjes<br />
zwaaien en liedjes zingen en opwekkende spreekkoren vormen?<br />
Iets anders! De gevangenisautoriteiten doen steeds hun best<br />
de kerkers zoo practisch en efficient mogelijk in te richten, te<br />
profiteeren van elks ervaring, van de nieuwste vondsten der<br />
techniek en alles, wat voorts dienstig kan zijn. Hier heerscht<br />
geen sleur, maar een frissche, moderne geest! Als er een nieuwe<br />
directie wordt aangesteld en twee oude, ervaren boeven, die<br />
reeds heel wat straffen hebben uitgezeten, opnieuw een lang<br />
pensionaat zullen ingaan, is het logisch, dat het tot een uitvoerige<br />
gedachtenwisseling komt. Het is logisch, dat deze vaste klanten<br />
met hun breede ervaring en rijpe ondervindingen, allerlei nuttige<br />
wenken geven aan den nieuwen directeur, dat zij practische<br />
ideeën opperen, verstandige voorstellen doen, die tot ieders<br />
voordeel zullen kunnen zijn<br />
Zou dat nu echt wäär zijn? U hebt er wel eens over<br />
gehoord, het Is daar anders dan hier. Stel, dat er eenmaal in<br />
het jaar — laat ons zeggen met Kerstmis — feest is, dat de<br />
gevangenen zelf er een groote voorstelling mogen geven, een<br />
revue opvoeren, die ze zelf geschreven hebben en ingestudeerd.<br />
Is dat zoo gek? Natuurlijk: ze mogen géén meisjes invitecren,<br />
om naast hen op te treden, ze zullen zélf voor ,,girl" moeten<br />
spelen, in travesti en met een blonde pruik op en in korte rokjes.<br />
U gelooft dat niet? Maken we het U tè bont met zulke onzin-<br />
nige verhalen? Maar we kunnen U toch een film laten zien,<br />
een product der 20th Century-Fox, getiteld: „Kom je óók achter<br />
de Tralies?' , waarin dit allemaal zoo geschiedt.<br />
— Nu ja, zegt U,— op de film! Daar kunnen ze het nog wel<br />
veel zouter eten, maar daarom is het nog niet wäär!<br />
Neen, maar ze vertoonen het zoo. Zulk een gevangenis wordt<br />
U voor oogen getooverd, op wäre grootte, geheel compleet, met<br />
boeven en al, piekfijn en net echt, volkomen geloofwaardig en<br />
daarin gebeuren nóg veel gekker dingen, dan in het boven-<br />
staande werd uiteengezet. En nu is dit werkelijke humor, die<br />
speculeert op onzen twijfel, onzen tweestrijd, onze aarzeling,<br />
ons geloof en ongeloof om beurten. Het eind van het lied is<br />
natuurlijk, dat we zeggen: 't Is nonsens!<br />
En dan lachen we nog harder, dat is nu eenmaal een psycho-<br />
logisch feit. De groote kunst is: waarheid en overdrijving zóó<br />
handig te mixen, dat niemand weet, waar het ééne begint en<br />
het andere ophoudt. Met geniale handigheid nu is dit gedaan in<br />
deze humoristische film, waarin Preston Foster, Arthur<br />
Treacher, Tony Martin en Phyllis Brooks de hoofdrollen ver-<br />
vullen.<br />
Twee garoull-<br />
neerd» recidivis-<br />
ten namen «en<br />
bad.<br />
„Jongen«, daar<br />
lijn we weer!"<br />
Oude, trouwe boa-<br />
ven kaaran naar<br />
da gevangenla<br />
tarug.<br />
Zoon film is per saldo méér dan de dikke boeken voor-<br />
noemd. Zij is niet een beschouwing over den humor, zij is de<br />
humor zélf. En dat is toch altijd nog verleidelijker!