16.11.2013 Views

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

8. De verduistering (Louis De Jongh)<br />

De dag loop af; de nacht begint<br />

Gedenk dat ook op U rust de plicht<br />

Tot binnenhouden van het licht<br />

Wil daarom, alvorens verder te gaan met luisteren<br />

Eerst zorgvuldig Uw raam verduisteren.<br />

Een rustige, stille winteravond.<br />

De smid hamert nog en de regelmatige, helle slagen op het aambeeld vullen de avondlucht. De<br />

helderverlichte smidse werpt bundels licht op de straatsteenen en op de huizen aan den overkant. De<br />

winkelramen, wit verlicht en groote straatlampen brengen leven in deze stille koude. Het licht der<br />

steden, in de verte, teekent een heldere vlek boven de mastbosschen en late voertuigen dringen de<br />

donkerte uiteen over de groote baan. Door de menigvuldige stalraampjes der boerderijen komt het<br />

licht vrij naar buiten, gemengd met het rammelen van beugels en emmers. Af en toe gaat er een deur<br />

open en eventjes, als om den goeden avond op te luisteren, valt het licht op de straat. Zoo waren we<br />

het leven gewoon en zoo was het goed. Doch dra zagen we, bij de overrompeling van den oorlog, ook<br />

dat rustige avondleven omverwerpen om plaats te maken voor lange, donkere avonden en nachten.<br />

Het licht van een lucifertje kon, zoo 't schijnt nog op 3 kilometer hoogte gezien worden door een<br />

vliegtuig. Een helverlicht raam, een brandende straatlamp waren dus wel heiligschennissen op de wet<br />

der lichtafscherming. Langzamerhand, na veel dreigementen en orders, besefte de bevolking dan ook<br />

het nut dezer lastige "bekantmachung". De papierwinkels profiteerden ervan om het zwarte papier aan<br />

loopenden band te verkoopen. Naaisters en stofhandelaars zochten een raambekleedsel in doek; de<br />

smid stak een blikken plaat voor den waaier van de deur. In den beginne was de afscherming maar<br />

primitief, wie ging er ook denken dat ze zoo lang zou moeten meegaan? Stilaan, door het<br />

menigvuldige gebruik, geraakte de afscherming ook wat versleten, en zag men hier en daar, door de<br />

spleten, het licht weer doorpriemen. Eerst scheen deze maatregel niet streng te zijn; ten minste, er<br />

werd niet veel gewag meer over gemaakt. Meer aan de uitkanten van het dorp, was er zelfs tot nogtoe<br />

geen gehoor aan gegeven. Daar stonden de boerderijen met hun verlichte raampjes als lachten ze<br />

eens met al die dwaze nieuwigheden. Erger werd het, toen onverwachts de beruchte feldgendarmen,<br />

hun ronde kwamen maken en met een donderend "licht aus" de menschen den daver op het lijf jagen.<br />

Soms kwam er dan wel een stuk spek bij te pas om de slechte afschemering bij te vullen! De pastoor<br />

zag zich ook genoodzaakt het licht in de kerk in te toomen en de lampen kregen allemaal een pet op.<br />

Het was zoo goed verduisterd dat de Zusterkens hun dagelijksche gebeden op hun gewone plaats<br />

niet meer konden lezen en zoodoende samentroepten onder een lichtkransje, ergens in de kerk.<br />

De dagbladen en de radio hielpen mee dezen maatregel in voege houden. Radio-Hilversum had er<br />

zelfs een rijmpje opgevonden; waarschijnlijk in zijn ijver om in het mouwvagen als primus op den lijst<br />

van Mussert te staan. De gazet drukte alle dagen den verduisteringstijd op de voorste pagina; ik<br />

geloof echter niet dat het op de seconde stak om alles donker te maken. Zoo maakten we nu alle die<br />

koude, donkere, stille winteravonden van de oorlog mee. De smid zocht geen last en eindigde zijn<br />

taak, samen met de zon; de winkelramen zaten ingepakt in bruin papier of waren ontdaan van hun<br />

verlichting; de herbergiers hadden hier en daar een tabernakel van gordijnen achter hun deur<br />

gemaakt; de straatlampen waren kapot of hingen mistroostig te verroesten. Van autolamp tot pil-licht<br />

kreeg alles slechts een spleetje om licht door te geven: een gaatje van een paar centimeter hoog en<br />

een paar centimeter meer breedte, dat op zijn beurt nog overdekt moest zijn. Botsingen bij avond<br />

bleven dan ook niet uit; gelukkig voor ons dat de Duitschers zwaar beslagen waren, zoo dat ze op<br />

afstand konden gehoord en vermeden worden; want het was niet geraadzaam als mensch alleen<br />

onder een hoopje "herren" te recht te komen; al diegenen die het ondervonden hebben zullen met mij<br />

instemmen.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!