16.11.2013 Views

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

10. De zegelbedeling (Alice De Jongh)<br />

Wat mag dat toch beteekenen? Deze vraag kwam in ons dorpje, zoo heel weetgierig, uit menig mond.<br />

Ja, dat er iets ongewoons en vreemds gaande was, kon iedereen al ras merken toen gewapende<br />

politiemannen, de helm op het hoofd, het geweer schietens gereed, door de straat snorden. Met<br />

strengen blik meenden ze sterk te staan tegen elken aanval. Gevaarlijke kerels! 't Was misschien wel<br />

noodig ook! Alle nieuwsgierigheid bereikte het hoogtepunt en volgde den specialen auto voorafgegaan<br />

door een drietal moto's, die stopte aan 't Gemeentehuis. Och ... Dat is waar ook! Zegelbedeeling<br />

vandaag! 'k Was het bijna vergeten, toch heb ik het gisterenavond in de weekberichten nog gelezen.<br />

Ah, nu begrijp ik waarom er zoo'n volkje op de been is. 't Schijnt vreemd: Waarom moeten die<br />

zegeltjes met zooveel ceremonie gebracht worden? Eigenlijk hadden ze nog maar veel te vertellen en<br />

daarbij een grooten rol te vervullen in de benarde oorlogsdagen, die kleine papierkens met aan den<br />

voorkant een getalleke en elke maand een verschillend kleedje!<br />

Ze moesten de menschen levend houden. Om verder te gaan: ge moet weten in Brussel en in nog<br />

een paar andere plaatsen waren er van die heel rappe gasten geweest en trokken er met de zegeltjes<br />

van door. Naar alle waarschijnlijkheid was het wel voor een goede zaak. Daar moesten maatregelen<br />

tegen getroffen worden met het gevolg dat ze in de toekomst per auto kwamen. Heel ongeduldig<br />

stond de rij menschen, van af boven aan den trap tot aan de jongensschool, één voor één, hun beurt<br />

af te wachten onder het steeds waakzaam oog van de politie. Ze moesten weer eens gaan vliegen. Ik<br />

bedoel: de zegeltjes. Brrr! Wachten duurt toch lang en zeker als 't koud is. Anders vraag het maar<br />

eens aan de moeders die al lang aanschuiven. Niemand was bekommerd of haar kleine bengel in de<br />

wieg lag te schreeuwen ... of de pap niet aanbrande of, het eten op tijd zou klaar zijn! Neen de leuze<br />

was: "Ieder voor zich". Eindelijk gesteld! Nu naar den bakker. "'n brood a.u.b.". "Wat! 4 zegels deze<br />

maand, ze zullen veel te vroeg op zijn, zeker daar ik nu al op voorhand ben. Zwart brood is nog zoo<br />

goed!" Bij den kruidenier geraakten we door den langen duur ook gesteld, ik meen, mits twintig keeren<br />

min of meer te gaan winkelen en dan meestal teleurgesteld om het kleine beetje dat er te bekomen<br />

was. Dat maandelijksche: 200 gram gerst, 250 gram boter, 1 kilogram suiker en zoo 't een en 't ander,<br />

was maar 'n gering rantsoentje. Vindt ge het ook niet? Daar wisten we trouwens ook raad voor. Was<br />

het boterpotje ledig dan smeerden wij maar gelei of kunsthonig. Dat was voor zegeltje 12. Dat is<br />

gezond, goed voor de lijn, en 't bijzonderste: goed voor den uitslag. Suiker? Saccharine was er<br />

genoeg te krijgen, dat zoet ook goed. Vroeger tijd was dat wel ongezond, niet goed voor de maag,<br />

maar tegenwoordig in geen geval en niet het minste schadelijk voor de gezondheid. Dikke<br />

erwtensoep, botermelk met siroop, havermoutpap dat was gewoonlijk het menue van elken dag. Zeg<br />

er niets van: 't bevat allemaal veel caloriën. Aan de gerst geraakten we stilaan gewend. Was 't<br />

rantsoentje op dan speelden we maar zelf "koffiebrander". In een pan! En of het goed ging! 't Was al<br />

zoo ver dat we na den oorlog altijd "knijp" zouden drinken.<br />

'k Zou 't nog vergeten: smout was er ook te krijgen; dat was wel niet op "den bon", doch met wat<br />

centen was er wel 'n fleschke te bemachtigen. Goed om patatten te bakken en vooral ook voor struif.<br />

Den lekkeren tand hadden we maar uitgetrokken; af en toe zoo wel eens een beschuit, 'n petit<br />

gateauke of 'n havermoutkoekje. Dat was ook lekker! Toch zeker als er niets anders was. De<br />

beenhouwer, dien lieten we ook niet gerust: we wilden ons dertigdaags rantsoentje vleesch. Maar<br />

stoofvleesch dan, dat is goed voor een dag of twee, drie en de overige dagen: Patatten met ajuinsaus,<br />

ook afgewisseld door saus met ajuintjes en aardappelen, of stomp. Zelfs de niet eetbare waren bleven<br />

raar. Zeep! Herinnert ge u nog die blauwe pakjes? Ge weet wel die daar zoo'n schoon geel kringen in<br />

het waschgoed maakten. En de klontjes zeep! Zoo van die puimsteenstukjes ... Goed hé?<br />

Velobanden! Daar was ook slecht aan te geraken. Maar zonder, zoo op de velling was er nog geen<br />

bel noodig. 't Mannenvolk moest zich tevreden stellen met een paar pakjes tabak per maand, of<br />

anders maar eentje rollen van patattenloof of beetenbladeren. Dat pafte ook! In een woord: alles was<br />

op zegel. Ja! alles, alles; kolen, kleerstoffen. Ten laatste ook ... het geld. Zoo ver kwam het. Nu, dank<br />

de verbondene legers is alles veel verbeterd. Wit brood, boter, vetstoffen, chocolade, rijst, rozijnen,<br />

pruimen en al die, voor een langen tijd, zeldzame producten komen te voorschijn. Goddank, we zijn<br />

zoo ver geraakt na deze jaren van oorlog, miserie en harde tijden. Nooit zullen we dat tijdperk kunnen<br />

vergeten. Iedereen had zijn eigen moeilijkheden, voor den eenen zwaarder te dragen dan voor den<br />

anderen, maar ieder kreeg zijn deel. Nu met goeden moed hopen we op een spoedig wederkomen<br />

van dien goeden vooroorlogschen tijd.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!