16.11.2013 Views

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

Poppels Oorlogsboek - Nicolaus Poppelius

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

18. Naar de Begijnenstraat (Frans Van Gool)<br />

In den nacht van 1 op 2 Augustus 1944, hoorde ik een gerucht. Wat was dat? Ik ging rechtzitten om<br />

beter te luisteren. Zijn dat geen stemmen? Weer wordt er geklopt en nu brutaler dan daar juist. "Open<br />

maken" dit klonk akelig door den stillen nacht. Doch de nacht was niet meer vredig, neen, hij was vol<br />

wreede dingen; mijn hart klopte snel, ik kleedde mij zo goed en zoo vlug als het ging ... en naar<br />

beneden ... deed de deur open. Moeilijk kon ik een kreet onderdrukken ... en week een stap achteruit:<br />

met den revolver in de hand stonden ze daar juist als hongerige honden. Zij geboden mij aan te<br />

kleeden en liepen langs mij door en dadelijk werd ieder laadje en schuifje doorzocht; niets kon aan<br />

hun onderzoekend oog ontsnappen. Hopeloos stond ik toe te kijken. Neen, zulks kon niet waar zijn!!<br />

Ruw duwde een SS-man mij weg en zegde: "Maak u klaar en uw zoon ook".Hun werkzaamheden zijn<br />

hier geëindigd. Mijn vrouw weet niet wat denken. Ruw worden wij buiten geduwd; wij nemen afscheid<br />

van haar. Buiten was het koud en hoorden wij het gekerm van andere vrouwen: het afscheid werd<br />

haar ook geweigerd en ruw tegen den muur weggedrongen. Moedeloos lieten wij ons op den wagen<br />

vallen, waar al reeds drij slachtoffers hadden plaats genomen. Langzaam vertrok hij en enkele malen<br />

werd er nog gestopt om nieuwe slachtoffers op te laden. 't Is bij dezen halt, dat mijn zoon, diep onder<br />

den indruk van de groote droefheid van zijne moeder, plots besloot te ontsnappen ... als een<br />

wervelwind... verdween hij. Er werd geschoten ... een ... twee ... drie ... herhaalde malen. Zouden zij<br />

hem geraakt hebben? Als hij ontkomen is, is hij zeer gelukkig. Het naburige veld wordt grondig<br />

afgezocht, doch zij vonden niets. Een SS-man zegde: "den zoon niet gevonden hebbend, stellen wij<br />

den vader tegen den muur". Het gaat verder naar ... de Jongensschool: ruw, altijd ruw, worden wij als<br />

koeien van den wagen gedreven; met den revolver in den rug werden we dan in een lokaal gebracht.<br />

Wij waren niet de eersten: enkele opgepikten zaten er reeds en zij zagen verwonderd op. Nieuwe<br />

slachtoffers werden binnengebracht, ook zij keken even verdwaasd als de anderen; zij begrepen niets<br />

van dit alles; zachtjes werd er door sommigen gefezeld, anderen zuchtten ... zuchtten. Brutaal, en<br />

onder strenge bewaking, werden wij weer naar den wagen geleid en met zestien personen ving de rit<br />

aan naar een onbekende bestemming. Achter op den wagen werd de wacht gehouden door SSmannen<br />

en Gestapo's. Ieder kniest en zucht: ieder tast in 't duister waarom zij hier zitten. Vrouw en<br />

kinderen schijnen voor hen reeds ver weg. Is het de laatste keer dat zij hen zagen? Niemand kan daar<br />

op antwoorden! Niemand heeft den moed er aan te denken; hun gedachten dwalen telkens af; alles is<br />

voor hen ver weg.<br />

De wagen rammelt over den weg: huizen, boomen vliegen voorbij: alles slaapt nog en niemand uit die<br />

plaatsen beseft hoe Poppel, het grensdorp getroffen is door de wegvoering. De wagen vertraagde<br />

zijne snelheid en men begreep dat men waarschijnlijk op bestemming was, en eer we goed wisten wat<br />

er gebeurde, werden wij al even brutaal van den wagen geduwd. Wat zou de dag ons brengen? Wij<br />

bevonden ons te Antwerpen, Elisabethlei. Daarna werden wij met vijf of zes personen in een cel<br />

geduwd. Tamelijk vroeg hoorden wij de stem van den heer Frans Willems, d.d.burgemeester van<br />

Poppel die al dadelijk in de bres gesprongen was om zijne medeburgers vrij te krijgen; doch hier werd<br />

hem gezegd niet te weten of er van Poppel binnengebracht werden, alhoewel wij misschien niet meer<br />

dan twee of drie meters van hem afzaten, achter slot en grendel. Na den middag, hoorden wij<br />

nogmaals de stem van den heer burgemeester, die trachtte iets te weten over de weggevoerden, doch<br />

weer werd hij afgescheept. Om 5.30 uur, werden wij weer op een wagen geduwd, met het aangezicht<br />

naar voren, goed bewaakt door SS-mannen, en naar de Begijnenstraat overgebracht, waar wij,<br />

uitgenomen J.Van Heyst die denkelijk naar de vrouwenafdeeling moest, in een groote kamer<br />

opgesloten werden, waarin al verschillende personen waren, die dadelijk afkwamen, toen de<br />

bewakers weg waren, om met ons kennis te maken, waaronder Eerw. Heer Jespers, pastoor te<br />

Mortsel, die ons moed insprak en ons meedeelde wat er zooal te doen was. Zoo zijn wij gedurende<br />

een week te samen geweest, om daarna in cellen, in groep van vijf man opgesloten te worden. De<br />

deur klonk zwaar achter ons dicht en verdween ons laatste sprankeltje hoop. 's Morgens werden wij te<br />

6 uur gewekt door het helsch lawijd van den onderofficier. Wij durfden niet blijven liggen. Aanstonds<br />

werd ons zoogenaamd bed opgeplooid en wij waren al bezig aan 't poetsen van lepel, drinkbeker ...<br />

Poetsen, heel den dag maar poetsen! En dan de plagerij van den bewaker!<br />

Traag loopen de uren, traag de dagen; alles leek zoo oneindig: men zit te staren op witte muren, men<br />

kijkt door het raampje dat goed voorzien is van ijzeren staven, en soms ziet men een vogel.<br />

Afwisseling kwam er wanneer wij om de drij of vier dagen naar de koer mochten om te luchten, dan<br />

waren wij toch eventjes uit ons duf hok weg, doch soms voor niet lang, want gebeurde het dat het

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!