Kaft VME Brochure 02.indd - KpVV
Kaft VME Brochure 02.indd - KpVV
Kaft VME Brochure 02.indd - KpVV
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
We kunnen de waardering van een verbeterde bereikbaarheid in twee stappen vaststellen:<br />
Stap 1: Bepalen van het geringer aantal autoritten dat is toe te delen aan een knelpunt<br />
Elke maatregel richt zich op een bepaald segment, een bepaald type verkeer. Deze<br />
kenmerken bepalen mede het effect dat gehaald wordt op het verlichten van een<br />
knelpunt. Een fietsproject op een nabijgelegen bedrijventerrein kan een groot succes<br />
hebben maar tot weinig minder auto’s op het knelpunt leiden. Andere projecten<br />
zijn misschien beter te focussen maar kennen minder draagvlak of leiden tot hogere<br />
kosten.<br />
Verkeerskundig gezien is de selected link een methode om per knelpunt inzicht<br />
te krijgen in de relevante stromen.<br />
Factoren die van belang zijn bij de bepaling van het aandeel toe te delen autoritten:<br />
- De oriëntatie of aard van het project: Een project filemijden kan vrijwel geheel op<br />
het knelpunt worden toegesneden, alle autoritten komen het knelpunt ten goede. Een<br />
actie rond scholen is op een geheel ander gebied en doelgroep gericht en zal slechts<br />
indirect kunnen bijdragen aan een specifieke knelpunt.<br />
- De locatie van het project: De meeste projecten mobiliteitsmanagement / parkeren<br />
hebben een duidelijke werkingsplek, daarbuiten zal het effect wegebben. Op grote<br />
afstand is het effect te verwaarlozen.<br />
- De getroffen vervoerrelaties: De meeste fietsprojecten richten zich op korte ritten,<br />
OV-projecten richten zich vaak op een corridor en bij aanpak van een bedrijventerrein<br />
gaat het om HB ritten naar één bestemming met enkele ritten wellicht via het<br />
knelpunt. De keuze van het type maatregel bepaalt de relaties waar op kan worden<br />
ingespeeld.<br />
- De inzittendenfactor: Een maatregel raakt meestal personen, niet auto’s. Als alle 9<br />
alleenrijders voortaan in 3 auto’s gaan carpoolen is de reductie van het aantal auto’s<br />
66% en niet 100%. Juist bij mobiliteitsprojecten moetaltijd van personen naar auto’s<br />
wordengerekend en later weer terug.<br />
Stap 2: Bepalen in hoeverre de maatregel bijdraagt aan het reduceren van het teveel<br />
verkeer op een bepaald knelpunt (de X-factor)<br />
Minder auto’s leidt tot minder congestie leidt tot snellere reistijden en dus grote<br />
baten voor het project. In praktijk is het vrij lastig om van minder auto’s tot snellere<br />
reistijden te komen. Als er in een gebied geen congestie is, lukt dat al niet. In gebieden<br />
waar wel congestie voorkomt gaat het om het overschot aan verkeer tijdens de<br />
spits dat verantwoordelijk is voor de files (het surplus). Het goede nieuws is dat er<br />
vaak maar weinig minder autoverkeer nodig is om veel minder congestie te krijgen.<br />
35 Verkenner mobiliteitseffecten