R E C A P IT U L A T IE

13 FEBRUARY 1799. sii
De Commisfie tot de Gemeene Middelen heeft, ingevolge
Ulieder appointement van den 10 December
1798 geëxamineerd de Requeste, door J. C. Smit,
Burger en Inwoner te Wasfenaar, aan de Eerfte Kamer
van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataaffchen
Volks geprefenteerd , waarby hy zich beklaagde
over de Municipaliteit aldaar, wegens het weigeren
van eene acte als herbergier en tapper, en daarop dienende
van confideratien en advis, zoude dezelve van
gedachten zyn, dat daarop zoude kunnen worden
geadvifeerd , zo als in het bygevoegd advis , waar toe
de Commisfie zich refereerd, is vervat.
Waar op gedelibereerd zynde, is goedgevonden
en verftaan , dat het hier navolgend Advis zal worden
gearresteerd, zo als hetzelve word gearresteerd
by dezen, en aan den Agent van Inwendige Policie
toegezonden:
Wy hebben, ingevolge uw appointement van den
10 December 1798, geëxamineerd de Requeste, door
Jacob Coenraad Smit, Burger en inwoner te Wasfenaar,
aan de Eerfte Kamer van het Vertegenwoordigend
Lichaam des Bataaffchen Voiks geprefenteerd,
waarby hy zich in fubftantie beklaagd over de Municipaliteit
aldaar, wegens het weigeren van eene adtc als
herbergier en tapper, en daarop dienende van confideratien
en advis, moeten wy remarqueren, dat, hoe
zeer de toedragt van deze zaak ons niet onbewust
was, blykens de refolutie, daaromtrent by ons genomen
en waar van in gemelde Request en bericht melding
wordt gemaakt, wy echter vermeend hebben de
voorfz. Requeste ;e moeten doen ftellen in handen
van de Municipaliteit voornoemd, ten einde U te kunnen
doen dienen van een gedetailleerd bericht van al
het geen in deze zaak, die aan de Commisfie tot de
zaken van de Gemeene Middelen zeer veel moeite
heeft gegeven, is voorgevallen, en welk belicht in
h e t
Q 4