R E C A P IT U L A T IE

15 FEBRUARY 1799.
c 6
S
door ons Beftuur best aan den inhoud van dat Befluit
zou voldaan worden.
Op den 3 Augustus laatstleden authorifeerde en ge»
laste, ingevolge van het advis van deze Commisfie ,
het Beftuur de refpectïve Municipaliteiten van dit
voonialig Gewest, van die Plaatzen namelyk, waar
zedert 22 January 1798 Remotien van Amptenaaren
hadden plaats gehad , om de klagten van zoodanige
Amptenaaren, die ten onrechte van hunne Posten
meenden ontzet te zyn , met alle onzydigheid ten allernaauwkeurigften
te onderzoeken, ingevolge de cynofure
, voorgefchreven by Befluit van het Intermediair
Uitvoerend Bewind van 28 July laatstl., en indien 'er
zodanige Amptenaaren beyonden mogten worden zonder
genoegzamen grond geremoveerd te zyn, die in
derzelver posten te herftellen, met verderen last, om
voor 1 September laatstleden aan de Vergadering van
ons Beftuur kennis te geven van het geen door haar,
ingevolge van dat Befluit, zoude verricht zyn. —
Deze Refolutie, benevens het daar toe aanleiding gevend
Befluit van het Intermediair Uitvoerend Bewind ,
is te vinden onder de Bylagen tot de Misfive van de
Municipaliteit van den Haag, welke hier nevens terug
gaan.
Aan de Municipaliteit van den Haag werdt , in conformiteit
met deze onze Refolutie, mede van het Befluit
van het Intermediair Uitvoerend Bewind kennisfe
gegeven, ten fine voorfz., even als aan de overige
Municipaliteiten van dit voormalig Gewest, waar zedert
22 January 1798 Remotien hadden plaats gehad.
Op den 14 September, in plaats van vóór den 1
dier maand , gaf de Municipaliteit van den Haag per
Misfive (zie Bylaag litt. A ) ingevolge van onze circulaire
Aanfchryvihg van den 11 daar te vooren, (zie
Bylaag B.) bericht, dat zy de zaak van 41 Perfoonen
had gedetermineerd; waar op door ons, by eene Refolutie
van ao September, (zie Bylaag C.,) nader onderzoek
wierd gedaan, wegens de redenen, die haar
tot het berusten by de Remotie dier 41 Perfoonen hadden
bewoogen.
Hier