R E C A P IT U L A T IE

s63 15 FEBURARY 1790.
Ambtenaren en gebeneficeerden, by gemelde Mimici*
paliteit ingekomen, dadelyk aan dit Beftuur in te zenden.
Den volgenden dag ontvingen wy nog eene Misiïve
(zie bylage L. ) van dezelfde Municipaliteit ,
ftrekkende om hare perfeverantie by hare aanftelling
van den Burger Ten Haaf een zo gunftig mogelyk
voorkomen te doen krygen , waarop ons Beftuur befloot
by deszelfs voorige Refolutie te perfifteren. Van
dezen onzen maatregel en de aanleiding daar toe,
aehten wy noodzakelyk per Misfive ( zie bylage M.)
uw Bewind te informeren , gelyk wy den 19 kortelyk
hebben gedaan ; doende dezelve van de nodige bylagen
vergezeld gaan.
Het zy ons vergund, hier in het voorbygaan aan te
merken, dat wy moesten ouderftellen, dat onze handelwyze
, in dezen gehouden, in uw oog geenzints
berispelyk geacht wierd, daar wy niet twyffelen, of
gy zoud ons, in dat geval, uwe afkeuring hebben te
kennen gegeven.
Op den 22 Ocftober ontvingen wy met eene" Misfive
(zie bylage N.) van de Haagfche Municipaliteit, de
Requesten, die wy in handen fielden onzer perfonele
Commisfie tot die zaak. •— Wy fchreven daarop den
25 October (zie bylage O.) aan die Municipaliteit,
om ons eene nauwkeurige Lyst der geremoveerde Ambjiaaren
te bezorgen , welke wy met eene Misfive (zie
bylage P. ) van meergemelde Municipaliteit den »29
bekwamen.
Den 8 November refolveerde ons Beftuur tot het
doen eener Notificatie (te vinden in de bylage P.)
waar by de burgers werden opgeroepen tot het inleveren
van bezwaren en bewyzen tegen de geremoveerde
Ambtenaren, waarop Ann ook een aantal werd ingeleverd;
terwyl wy inmiddels een Extract uit het Register
uwer Befluiten van den 24 December laatsd. (zie
bylase Q.) ontfingen, waarby ter gelegenheid uwer
deliberatien over zeker Request van Candrion cum
fins, bc;:cvens eene Misfive van de Municipaliteit van
den Haag tot appuy van hetzelve, befloten wierd de
zaak der Ambtenaren- te laten verblvveu bv bet
Befiü.t