R E C A P IT U L A T IE

a»4 13. FEBRUARY 1799*
2'. Dat het belang van 's Lands dienst blykhaar
vordert, dat de conditiën der aanneemingen ftiptelyk
worden gemaintineerd, zo wel van 's Lands wege,
als van de zyde der Aannemers, wil men gene aanleiding
geven, dat de voorbeelden van te verre gedrevene
toegevendheid ten nadele van 's Lands Wei ken
terug werken, en de aannemers zeiven, op dit vooruitzicht
fteunende, malkander in den weg ftaan, een
point, waarvan het gewigt niemand beter dan den
Agent van Oorlog in het oog moet vallen.
3°. Dat in het geval in quseftie reeds eene eindelyke
beflisfing heeft plaats gehad, van wegens eene hoogstgeconftitueerde
Macht, die als contractante zich de
explicatie der voorwaarden had voorbehouden, en als
Souverain de zaak finaal vermogtte termineren.
4?. Dat het Hollands Gewest, thans niet meer exterende,
de Suppliant, door zich aan het Vertegenwoordigend
Lichaam des Bataaffchen Volks te wenden,
van debiteur is veranderd, en dus geene actie
met recht kan inftitueren; vermits het Bataaffche Volk
by de vereeniging en amalgame geene fchulden heeft
kunnen overnemen, welke by de Gewestelykc Souvereinen
niet waren erkend. En eindelyk:
5 0 . Dat de Suppliant, door zyne aanneemspenningen,
op den voet, als by meergemelde Refolutie van
'14 July l 797 w a s bepaald, te ontfangen en daarvoor
te quiteren , ftilzwygende heeft geacquiesceerd in da
ontzegging van alle verdere aanvrage, en daarby
geacht moet worden, zelve van alle verder recht van
aanfpraak te hebben gerenuntieerd.
Om alle welke redenen wy dan ( onder verbetering )
van advis zouden zyn: ,, dat er gene termen zyn, om
de verzoeken van den Suppliant, ten Requeste gedaan,
in verdere aanmerking te neemen: maar,
,, dat dezelve Requeste zoude behoren te worden
gedeclineerd en gewezen van de hand."
Vertrouwende hiermede aan uwe intentie voldaan te
hebben, blyven wy &c.
Waar naa de Prefident de Vergadering ten
twee uuren heefc gefcheiden en geadjourneerd tot
morgen middag ten twaalf uuren.