R E C A P IT U L A T IE

4ö3 27 FEBRUARY 1799.
te fouteneeren en alle gelegenheden tot fraudes te be*
letten , men voorgenomen heeft van alle Schippers van
waar zy kwamen, den Impost te ontfangen, gelyk
zulks aan ons door de gefuppediteerde lysten gebleken
is; zo dat door de Requestranten abufivelyk word
voorgegeven , dat zulks alleen omtrend hun zoude
plaats grypen.
Even abulief is liet ook, dat van hun telkens by
pasfeeting den Impost van dezelfde goederen word gevorderd,
daar vele Schippers aan den Gaarder gevraagd
hebben: of zy van de confumtie, welke reeds
verimpost was, andermaal by retour uit Gelderland den
Imptst moesten betalen, hun geandwoord is: NEEN,
als zy in gemoede konden verklaren, dat het dezelve
goederen waren , die zy voor comfumtie aan boord hadden
, en alsdan konden vol/laan met het daarvan bevtrens
verkregen Impost-billet te vertonen; zo dat alsdan de
Impost niet andernaal is gevorderd geworden.
Hoe zeer nu door dit geavanceerde aan Ulieden reeds
zal blyken, dat de klagten van de Requestranten zeer
vergroot en abufief zelve aan ulieden zyn voorgedragen
, zullen wy echter, om alle moeyelykheden voor
te komen, zodanige ordres ftellen omtrend de quantiteit
Impost fubje&e goederen, welke alle de Schippers,
vry van Impost, voor hunne confumtie zullen Vermogen
in te brengen, dat wy niet twyfelen, of
daardoor zal aan uwe intercesfie, voor die vanuweStad
afvaren, worden voldaan.
En zal Extract dezer gegeven worden aan het Officie-Fiscaal,
tot naricht.
Is gehoord het Rapport van de Commisfie van
Financie, op eene by marginale appointemente van
den 19 dezer in derzelver handen geftelde Misfive
van den Burger Willem Ris, waar by dezelve
berichte, niet in de mogelykheid te zyn, om dit
Beftuur compleetelyk te informeeren, van welke
Plaat-