R E C A P IT U L A T IE

2? FEBRUARY 1799: 4»9
Plaatzén derzelver Pretenfien, Wegens Franfche
Requifitien , bereids finaal geliquideerd zyn, en
weike nog geheefe of gedeelcelyke vorderingen ter
dier zake waren hebbende.
Waarop gedelibereerd en in aanmerking genoden
zynde, dat hec de intentie dezer Vergad ring
ttiêt is-, om van den Burger Ris ce verneemen,
welke fommen nog tot afbetaling der Requificien
benodigd Zyn; maar wel, hoedanig het met de
werkzaamheden, tot afdoening van dezelve requifitien,
nog moetende plaatshebben, gelegen zy;
Is goedgevonden en verftaan, den Burger Willem
Ris, voorn., by Extract dezer aan te fchryven en
Xe verzoeken, omme, zo fpoedig mogelyk-, aan dit
Beftuur eptegevèn, van welke plaatfen binnen die
voormalig Gewest de Rekeningen, wegens Frmfche
Requifitien;, door hem bereids geheel geëxamineerd
zyn; als mede, van welke piaatlen die examinatie
nog niec geheel is volbragt* met en benevens eene
discinéte opgave van al dac geene, hec wélke hem in
de verdere voortzetting dier examinacien mochte
ninderlyk zyn.
Dé Cómmisfie van Fnancie heefc gediend van
derzelver confideratien en advis, op de by marginale
appointemence van den 15 dezer maand in derzelver
handen geftelde befluic van de Eerfte Kamer van hec
Vertegenwoordigend Lichaam, in dato 6 February
179O, hebbende tcc bylage de Requeste van Mr»
Jacob van Gkezél Jansz. c. f., alle wonende ce
Amfterdam, houdende Verzoek, Om als nog hunne
Fournisfementeh in de Heffing van den 80 Penning,
wegens de Nalatenfchap van Mr. Jacob van Gkezel
of van Petronella Calkoen,aan den Lande verfehul.
K k
digd,