R E C A P IT U L A T IE

15 FEBRUARY 1799. 269
Befluit van het Intermediair Uitvoerend Bewind, van den
fi8julylaatsil., betrekkelyk de herfteiling en ontzetting
der Ambtenaren, waar van ons informatie en naricht
gegeven wierdt, welk befluit, althans welks mededeling
wy niet anders befchouwden, dan een wenk van
uwe zyde, om niet langer met de zaak der Haagfche
Ambtenaren, die zo lange gehangen had, te tarderen.
En na dat eindelyk onze perfonele Commisfie zich
per Misfive van den 9 Jan. (zie bylage R.) by de
Municipaliteit geïnformeerd had, of by haar ook nog
bezwaren berustende warén tegen de perfonen in
quxstie, waaromtrent zy op den 11 Jan. een negatif
audwoord ontving, (zie bylage S. )'befloten wy den
14 daaraanvolgende, tot de herfteiling eeniger perfonen
( zie de Extract Refolutie van ons Beltuur tot bylage
ftrekkende van de Misfive van de Municipalireit
van den Haag, hier by terug gaande) tegen welke
geene bezwaren hoegenaamd waren ingekomen, en
waaromtrend onze perfonele Commisfie, na de nauwkeurigfte
nafporingen, niets tot derzelver lasten, in
«enig opzicht, was ontwaar geworden.
Ziet daar, Burgers Directeurs! een eenvoudig en
met de waarheid geheel overeenftemmend bericht van
den gehelen toedragt dier zaake, met alle de daar toe
relative byhgen.
Wy twyffelen niet, of by eene nauwkeurige vergelyking
van dit ons verfiag met het door de Municipaliteit
van den Haag, by hare hier nevens terug gaande
Misfive gerelateerde, zult gy eenig different ontdekken
, onder anderen zal u duidelyk onder het oog
vallen zekere gaping in het verhaal der Municipaliteit,
daar, wddr juist de aanleiding van ons Beftuur gezocht
moet worden, om zich de gehele zaak der
Ambtenaren zodanig aan te trekken, dat zy by Refolutie
de fubftitutie op de Municipaliteit van den Haag
introk, te weten by gelegenheid van derzelver praj?£pitante
handeling ten aanzien der vervulling van den
post van Contrarolleur der Venduen.
Wy zouden hier mede deze reeds tegen onzen dn d;
X 2
ZO