R E C A P IT U L A T IE

i 5
FEBRUARY 1799. *\?
en onder den anderen de fleutel van hec andere hangfioc;
zo, dac noch de Gaarder zonder Bediendens,
noch de Bediendens zonder den Gaarder, in de kist
zullen kunnen komen.
Dac de Gaarders alle avonden, na hec fluicen
van het Compcoir , de Colleft boeken, in hecbywezen
van de Bediendens die de fleucels van de hangflocen
onder zich hebben, zullen moecen opmaken
en fluicen, alle de poscen, hec zy die uic den lopenden
cermyn, heczy die uic de rescancen van een vorige
cermyn proflueeren, in hec Casboek over ce
brengen en byeen verzamelen; vervolgens de gelden
cellen, en hec moncanc van dien, mee de post
in het Casboek vergelyken, daar na in zakken doen,
waaraan briefjes gehegc moecen worden van hec montanc
der fpecien in ieder van dezelven, en eindelyk,
dezelven opfluicen ten overflaan hunner twee eerfte
Bediendens, of van den eenen, zo de Gaarder er
maar één heefc, die mede de fleucels van de geldkist
houden, en welke gelden daar uic niec weder,
dan in prefencie van gemelde Bediendens, zullen
mogen gehaald worden; en dac na de fluicing van
de kisc, zode Gaarder als de Bediendens, een ieder
zyn eige fleucel naar zich zal moecen nemen,
en zorgvuldig bewaren, en de Bediendens hunnen
fleucel aan den Gaarder of iemand anders niec zullen
mogen leenen noch in handen geven, op poene van
demisfie, cenzy dan alleen in cas van wettig belet,
aan een ander's Lands Compcoir-bediende, mee kennisfe
en op ordre van den Opziener.
En worden de refpective Opzieners, in hec Noorder
gedeelce van die Gewesc, by dezen geauchorifeerd
en gelasc, om voor rekening van den Lande
zoo veele yzere. Geldkisten, (geproportioneerd naar
het