R E C A P IT U L A T IE

44 J. 33 FEBRUARY \ 7Q%
Is gehoord het Rapport van de Commisfie van Financie,
op eene by marginale appointemente van den
18 dezer, in derzelver handen gefielde Misfive van
den Ontfanger der Gemeene Middelen te Enkhuizen,
houdende kennisgeving, dat hy van de Municipaliteit
aldaar, op deszeifs aanvrage hadde vernomen,
dac door dezelve, wegens de Geldheffing van
17 July 1795, geene penningen ontvangen waren.
Waarop gedelibereerd zynde, is goedgevonden
en verftaan, den Ontfanger der Gemeene Middelen
te Enkhuizen voorn., by extract dezer te kennen te
geven, dat de intentie van dit Beftuur, by deszelfs
Refolutie van den 1 dezer is geweest, dat, door de
respeccive Oncfangers, van alle de Municipalicêicen
onder derzelver resfort, de verandwoording wegens
hunnen oncfang in de voorfz. heffing zoude worden
afgevorderd, en dat zulks micsdien ook door hem,
van alle de onder zyn resforc gehofende Municipali-3
tciten, gefchieden moer.
De Commisfie van Financien heefc gediend van
derzelver confideratien en advis, op de by marginale
appointemente van den 13 FebruaryJj.jjnhunne
handen geftelde Requeste van Jan van Walraven,
te Rotterdam, tendeerende toe bekoming van"
een Jaarlyks penfioen als gewezen Trompeccer op hec
Buiten-Jachc van Holland, welk Requesc aan de Eerfte
Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam
zynde geprefenteerd, door dezelve aan het Uicvoerend
Bewind om berichc, confideracien en advis was
gezonden, en door den Agenc van Financien, in
handen van die Beftuur om confideratien en advis
gefteld.
Waar*