R E C A P IT U L A T IE

5 FEBRUARY 1799. 73
Voorfz. niet zyn afgefchreven, in het quohier van den
Gaarder aang ilagen blyven, en de eigenaars verplicht
zyn om van dezelven den Impost op het Hoorngeld.
te voldoen, gelyk mede alle die genen, die eenige
Runderen na de gedaane Befchryving verkrygen, gehóuden
en verplicht zullen zyn, dezelve conform de
Ordonnantie op het Hoorngel % te doen «anfchryven,
en daar by mede optegeven van wien zy die Runderen
verkreegen hebben, op poene, dat zy wegens die Runderen
, "welke in cas van vifitatie bevor.den worden
met te zy- aangefdircven, zullen incurreeren in de boetens
en pcenaüteiien, by de Ordonnantie op het Hoorngeld
geltatueerd.
En" op dat niemand hiervan onkundig zy, zal deze
alomme in het voormalig Wtst Friesland en den Noorderquartiere
woiden gepubliceerd en gealfigeerd, ter
plaatfe waar zulks te gefchieden gebruiklyk is.
Gedaan in den Hage den 5 Febr. 1799» het vyfde
Jaar der Bataaffche Vryheid-
H A V A R T. vt.
Ter ordonnantie van 't Intermediair
Adminiftratif Beftuur voorn.
R. VAN SPAAN. Sec.
En worden de Gaarders in het gemelde Noorden;
gedeelte van dit Gewest, niet alleen gelast, zich
exaclelyk naar dezelve te reguleeren, maar ook
daarenboven alle attentie op het haaien dezer Declaratoiren
te adhiberen , en de affchryvingen der Runderen,
die gevraagd worden, naa te gaan tegens
hunne Quohieren, die hun van wegens de Hoofdgaarders
van dit middel zullen worden gegeeven,
om daar uic ce kunnen opmaken, of er ook meerder
affchryving van Vee gevraagd wordt,dan er volgens
het Quohier befchreven liaan, of behoorde te zyn
aangegeeven.
ö
ö
En