Hoofdstuk 5 Verloren verleden (1990-1993).pdf
Hoofdstuk 5 Verloren verleden (1990-1993).pdf
Hoofdstuk 5 Verloren verleden (1990-1993).pdf
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
on: www.vijfeeuwenmigratie.nl<br />
ingezet waarbij niemand en niets ontzien werd. Irak had wellicht met een<br />
goed gecontroleerde algemene boycot op de knieën gedwongen kunnen<br />
worden. Maar de Verenigde Staten moesten en zouden laten zien dat ze nog<br />
steeds de politieagent van de wereld waren, zeker nu er behalve het principe<br />
van de territoriale onschendbaarheid economische belangen op het spel<br />
stonden. Het Westen was bang dat Irak de Arabische oliestaten zou gaan domineren<br />
en zo de van olie afhankelijke westerse economieën danig zou<br />
kunnen dwarsbomen. In Nederland schaarden alle politieke partijen, behalve<br />
GroenLinks, zich achter het geweld tegen Irak.<br />
Maar de Golfoorlog was meer dan een militaire strijd om olie en territoriale<br />
onschendbaarheid. Het was een krachtmeting tussen het Westen en de<br />
islamitische wereld, een psychologische aanval op 'de Arabieren', die de<br />
nieuwe bad guys waren. Saddam Hussein werd in vrijwel alle dagbladen vergeleken<br />
met Adolf Hitler. De moslims in Europa werden - net als tijdens de<br />
Rushdie-affaire - afgeschilderd als zijn 'vijfde kolonne'. Het was een absurd<br />
beeld. Moslims vormden in Nederland enkele procenten van de bevolking.<br />
Alsof zij een gevaar konden zijn voor de westerse samenlevingen. Toch<br />
werd in het ene na het andere kranteartikel de jihad opgevoerd. Moslims<br />
zouden het Westen in een 'heilige oorlog' willen verdelgen en vernietigen.<br />
«Waar blijft de wereldwijde intifadah van 500 miljoen moslims die velen<br />
bij het uitbreken van de oorlog tegen Irak hadden voorspeld? Waar blijft het<br />
religieuze vuur dat de Arabieren met miljoenen tegelijk naar de recruteringsbureaus<br />
voor de heilige oorlog tegen de Grote Satan Amerika doet opmarcheren?»,<br />
vroeg de Duitse journalist Fredy Gsteiger zich in februari 1991<br />
af in het weekblad Die Zeit. «Er is inderdaad een handvol activisten, die in<br />
de westerse media uitgebreid aan het woord komen, maar de doorsnee Arabier<br />
verlangt net als andere mensen naar vrijheid, vrede en welvaart.» Gsteiger<br />
sloeg de spijker op zijn kop, maar hij was een roepende in de woestijn.<br />
De haat en minachting van het Westen jegens de islamitische wereld<br />
kwamen minstens zo virulent naar buiten als de woede van islamieten over<br />
het westerse wapengeweld. Irak was fout, Saddam Hussein een kopie van<br />
Adolf Hitler, de Irakese bevolking bestond uit blinde fanatiekelingen. En<br />
islamitische landen of personen die het buitenproportionele wapengeweld<br />
aan de kaak stelden, waren levensgevaarlijke bondgenoten van de nieuwe<br />
Hitler.<br />
Er was in de oorlogspsychose geen plaats voor nuanceringen. Na defatwa<br />
van Khomeini tegen Rushdie werd het gematigde standpunt van de moslimorganisaties<br />
- tégen het doodvonnis, vóór het onderzoeken van de mogelijkheden<br />
om verspreiding van het boek in Nederland door de rechter te<br />
laten verbieden - in de wind geslagen. Wie niet volledig achter Rushdie<br />
stond, was een verrader van de fundamentele westerse waarden. Hetzelfde<br />
gebeurde nu: wie niet uitgesproken tégen Saddam Hussein was, werd geacht<br />
vóór hem te zijn. Journalisten gingen moskeeën en koffiehuizen in om Turken<br />
en Marokkanen te vragen of ze voor of tegen Irak waren. 357<br />
EEN GOUDEN ARMBAND