Hoofdstuk 5 Verloren verleden (1990-1993).pdf
Hoofdstuk 5 Verloren verleden (1990-1993).pdf
Hoofdstuk 5 Verloren verleden (1990-1993).pdf
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
on: www.vijfeeuwenmigratie.nl<br />
verkiezingen. Maar de echte klap moest nog komen.<br />
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart <strong>1990</strong> - de opkomst brak<br />
een historisch laagterecord - haalden de CentrumDemocraten in alle grote<br />
en in een aantal middelgrote steden in totaal zeventien raadszetels. In Rotterdam,<br />
Amsterdam en Den Haag kregen ze ook nog eens gezelschap van<br />
volksvertegenwoordigers die namens de cp'86 in de raad kwamen. In enkele<br />
wijken in die drie grote steden stemde één op de vier kiesgerechtigden CD<br />
of cp'86. Het extreem rechtse electoraat was er meer dan verviervoudigd<br />
ten opzichte van 1982.<br />
Naïeve dwazen<br />
«Het Westen had dit moeten zien aankomen. Ik had deze reactie vijftien jaar<br />
geleden al kunnen voorspellen. Het Westen had kunnen weten tot wat voor<br />
fanatieke reacties wij moslims in staat zijn, en hoeveel agressie er in ons<br />
huist.» Op 6 maart 1989, tijdens de commotie rond Salman Rushdie, publiceerde<br />
NRC Handelsblad op de opiniepagina een artikel dat een regelrechte<br />
aanval op moslims bevatte. Onder de kop «Agressie van islam vergt geen<br />
verklaring» veegde «de in Iran geboren en in de islamitische wereld getogen»<br />
Mohamed Rasoel de vloer aan met de Nederlandse tolerantie ten aanzien<br />
van de islam. Islamieten zouden per definitie fanatiek en agressief zijn en<br />
niets zien in mensenrechten en vrijheid.<br />
Eind jaren tachtig omarmde de pers al gretig immigranten die no nonsense-taal<br />
wilden uitslaan. Dit was de climax: een islamiet die zèlf zei dat de<br />
moslims levensgevaarlijk en een bedreiging voor 'onze' cultuur waren. «Het<br />
was opmerkelijk voor de heersende anti-islamitische stemming dat dit artikel<br />
de NRC-redactie kon passeren», schreven de Leidse islamologen W. Shadid<br />
en P. van Koningsveld in De mythe van het islamitische gevaar. «Nog duidelijker<br />
werd de invloed van deze stemming toen de publikatie ervan niet werd<br />
gevolgd door een discussie over de inhoud. In de reacties werd de stijl geprezen<br />
en stond alleen de vraag naar de identiteit van de auteur centraal.»<br />
Hugo Brandt Corstius - alias Piet Grijs - kreeg nog even de schuld, maar hij<br />
ontkende al gauw dat hij er iets mee te maken had.<br />
Rasoei kondigde aan dat hij zijn opvattingen nader zou uitwerken in zijn<br />
boek De ondergang van Nederland. Dat boek verscheen in oktober <strong>1990</strong> inderdaad.<br />
De auteur - overduidelijk een pseudoniem - beschreef Nederlanders<br />
«en hun aandoenlijke optreden, misplaatste optimisme en hun gedesoriënteerde<br />
drang tot verontwaardiging». Als ze zo doorgingen, zouden ze<br />
«onvermijdelijk hun eigen cultuur te gronde richten, die dan zal worden<br />
verdrongen door de cultuur van de islam».<br />
Het boekje stond vol met clichés over moslims. Het veroorzaken van<br />
dierenleed, het toedienen van lijfstraffen, het stenigen van wetsovertreders<br />
en overspeligen, vrouwenonderdrukking, hypocrisie, leugens, ambtelijke 355<br />
EEN GOUDEN ARMBAND