12.07.2015 Views

1AQYoMq

1AQYoMq

1AQYoMq

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Rechtspraak2009 zijn [betrokkene 9], [betrokkene 10] en[betrokkene 11] als knipsters aan het werkgegaan in de kwekerij. In maart 2009 kwamdaar [betrokkene 12] bij. Zij werden aangeduidals de “nieuwe knipploeg”. De medeverdachte[medeverdachte 4] ging over het ontslagvan personen. Tevens heeft hij aan de bijde kwekerij betrokken personen werktelefoonsverschaft. [medeverdachte 5] had, inieder geval in 2009, de dagelijkse leiding. Derechtbank leidt uit de bewijsmiddelen af datde verdachte een faciliterende rol heeftgespeeld ten aanzien van deze hennepkwekerij,te weten het huren van het bedrijfspandvan de eigenaar en het fungeren als dekmantel.Anders dan de officier van justitie en deraadsman is de rechtbank van oordeel datdeze rol niet slechts medeplichtigheid oplevert,maar leidt tot het aannemen van hetmedeplegen van het telen van hennep. Naarhet oordeel van de rechtbank volgt namelijkuit de bewijsmiddelen dat er tussen de verdachteen zijn medeverdachten sprake isgeweest van een nauwe en bewuste samenwerking,gericht op de exploitatie van dehennepkwekerij. De rechtbank is voorts vanoordeel dat de verdachte, met zijn hiervooromschreven rol, daaraan een wezenlijke bijdrageheeft geleverd.’Het hof heeft de verdachte veroordeeld toteen gevangenisstraf van twaalf maanden.Het heeft omtrent de strafoplegging ondermeer het volgende overwogen: ‘De verdachteheeft zich tezamen met anderen gedurendegeruime tijd beziggehouden met het op groteschaal, bedrijfsmatig, telen van hennep ineen bedrijfspand te Heerhugowaard, welkelocatie door een mededader zelfs als zeerindrukwekkend wordt omschreven. Daarbijwas sprake van een zeer professionele organisatiedie enerzijds bestond uit personendie zich louter bezig hielden met de bewerkingvan de hennep, de zogenoemde “knipploegen”en anderzijds personen die zichbezig hielden met het oprichten, inrichtenen het dagelijkse onderhoud van de plantagesen het ronselen, vervoeren en inzettenvan de knippers op de verschillende locaties.De locaties waar de hennepkwekerijen enkniplocaties zich bevonden werd een legaalaanzien gegeven door deze in bedrijfspandendan wel in woonhuizen te vestigen en tedoen voorkomen alsof deze locaties ook alszodanig werden gebruikt. De verdachte heeftde vestiging van een hennepkwekerij in eenbedrijfspand te Heerhugowaard gefaciliteerden een legaal aanzien gegeven door op zijnnaam een huurovereenkomst voor het pandaf te sluiten en zorg te dragen voor de betalingvan de huur en de elektriciteit. Gedurendeeen langere periode is de verdachte doorzijn betrokkenheid een onmisbare schakelgeweest bij het in stand houden van de hennepkwekerij.De verdachte heeft louter methet oog op financieel gewin gehandeld. Hetgebruik van de op lijst II van de Opiumwetvoorkomende middelen − de hennepproductenen hasjiesj − kan schadelijke gevolgenmeebrengen voor de gezondheid van gebruikers.Bovendien leidt de teelt van hennepveelal tot negatieve maatschappelijke effecten.De verdachte en zijn mededaders hebbenzich voorts schuldig gemaakt aan diefstalvan elektriciteit door in de kwekerij destroom die voor deze kwekerijen nodig was,buiten de meter om aan te leggen. Het opdeze wijze betrekken van elektriciteit ismaatschappelijk gezien laakbaar en brengtgrote schade mee voor de energieleverancier.’Het middel klaagt dat het hof het onder 3bewezenverklaarde ten onrechte heeft gekwalificeerdals ‘meermalen gepleegd’.Hoge Raad, onder meer:4.3. Vooropgesteld moet worden dat de rechterbij de vraag of sprake is van ‘in de uitoefeningvan een beroep of bedrijf’ in de zin vanart. 11, derde lid, Opiumwet − naast andereomstandigheden die kunnen duiden opgrootschalig en professioneel handelen alsbijvoorbeeld aan de orde in het arrest van deHoge Raad van 23 september 2014,ECLI:NL:HR:2014:2756, NJ 2014/431 − medekan betrekken of het opzettelijk telen en/ofverwerken en/of bewerken respectievelijkafleveren en/of vervoeren van hennepplantenmeermalen heeft plaatsgevonden.Indien de rechter bij voormelde vraag heeftbetrokken dat sprake is van − kort gezegd −meermalen telen, sluit die enkele omstandigheidniet uit dat zich voorts de situatie kanvoordoen dat ook het ‘in de uitoefening vaneen beroep of bedrijf’ handelen als bedoeldin art. 11, derde lid, Opiumwet, meermalen isgepleegd en dat op die grond wordt geoordeelddat sprake is van op zichzelf staandehandelingen die meer dan één misdrijf opleveren.4.4. Blijkens zijn hiervoor onder 2.2 weergegevenoverwegingen heeft het Hof bij de inde bewezenverklaring − overeenkomstig detenlastelegging − tot uitdrukking gebrachteomstandigheid dat sprake is van ‘in de uitoefeningvan een beroep of bedrijf’ in de zinvan art. 11, derde lid, Opiumwet medebetrokken dat het opzettelijk telen van hennepplantenmeermalen heeft plaatsgevonden.Nu de bestreden uitspraak niets inhoudtwaaruit kan worden afgeleid dat ten aanzienvan het onder 3 bewezenverklaarde sprake isvan op zichzelf staande handelingen in deuitoefening van een beroep of bedrijf diemeer dan één misdrijf opleveren, heeft hetHof ten onrechte aan de kwalificatie ‘meermalengepleegd’ toegevoegd.4.5. In art. 80a RO is bepaald dat het beroepin cassatie niet-ontvankelijk kan worden verklaardop de grond dat de betrokkene klaarblijkelijkonvoldoende belang heeft bij hetcassatieberoep. Daarom mag in gevallenwaarin dat belang niet evident is, van de verdedigingin redelijkheid worden verlangd datzij in de cassatieschriftuur een toelichtinggeeft met betrekking tot het belang bij haarklacht.Alle door het Hof toegepaste strafbepalingenbevatten een strafbedreiging met onder meereen gevangenisstraf van ten hoogste zesjaren. Ingevolge art. 57, tweede lid, Sr is tedezen het wettelijk strafmaximum, voorzover het een gevangenisstraf betreft, achtjaren gevangenisstraf. Gelet hierop en in aanmerkinggenomen de door het Hof opgelegdegevangenisstraf van twaalf maanden en ’sHofs motivering van die straf, is het belangvan de verdachte bij zijn cassatieberoep nietevident. In aanmerking genomen dat deschriftuur niet een toelichting met betrekkingtot dit belang bevat de stelling dat‘een ongebreidelde cumulatie van strafopleggingdreigt’ is daartoe niet genoegzaam mist de verdachte een voldoende rechtens terespecteren belang bij zijn klacht in cassatie.4.6. Het middel kan niet tot cassatie leiden.42210 februari 2015, nr. 14/01393(Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I.van de Griend)(Na conclusie van A-G mr. D.J.C. Aben, strekkendetot vernietiging van het bestredenadvies en tot terugwijzing; OM-cassatie,tegengesproken door adv. mr. C. Reijntjes-Wendenburg, Maastricht)ECLI:NL:HR:2015:271Beoordeling uitleveringsverzoek door rechter:aan de rechter die over de toelaatbaarheidvan de uitlevering beslist, komt geenoordeel toe over de rechtmatigheid van debewijsgaring ten behoeve van de strafzaakin de verzoekende staat.(Uitleveringswet)Inleiding:OM-cassatie tegen een einduitspraak van hetGemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba,Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire,Sint Eustatius en Saba, van 6 februari 2014,nr. HAR 189/13-212/13, op een verzoek vande Verenigde Staten van Amerika tot uitlevering.NEDERLANDS JURISTENBLAD – 27-2-2015 – AFL. 8 521

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!