12.07.2015 Views

1AQYoMq

1AQYoMq

1AQYoMq

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Wetgevingmogelijk dat volgens bepaalde regelseen interne instantie van een fabrikantbepaalde werkzaamheden uitvoertin het kader van een conformiteitsbeoordeling.Het onderhavigewetsvoorstel implementeert verderwaar nodig de gewijzigde terminologievan de richtlijnen.Kamerstukken II 2014/15, 34 143, nrs. 1-3Doorberekenen kostentoezicht en tucht443 - Wetsvoorstel (06-02-2015) totwijziging van de Advocatenwet, deGerechtsdeurwaarderswet en de Wetop het notarisambt in verband methet doorberekenen van de kostenvan toezicht en tuchtrechtspraakaan de beroepsgroepen (Wet doorberekeningkosten toezicht en tuchtrechtjuridische beroepen)– Dit wetsvoorstel strekt ertoe dekosten van het toezicht op notarissenen gerechtsdeurwaarders en dekosten van tuchtrechtspraak vanadvocaten, notarissen en gerechtsdeurwaardersdoor te berekenen aande beroepsgroepen. De verantwoordelijkheidvoor de handhaving vanen het bevorderen van de kwaliteitvan de beroepsuitoefening door dezeberoepsgroepen ligt immers primairbij deze beroepsgroepen. Concreetkomt dit erop neer dat de kosten tenlaste worden gebracht van depubliekrechtelijke beroepsorganisaties(Pbo’s); in het geval van notarissen,de Koninklijke NotariëleBeroepsorganisatie (KNB), in hetgeval van advocaten, de Nederlandseorde van advocaten (NOvA) en ingeval van gerechtsdeurwaarders, deKoninklijke Beroepsorganisatie vanGerechtsdeurwaarders (KBvG). DePbo’s kunnen deze kosten vervolgensbij de individuele beroepsbeoefenarenin rekening brengen via de jaarlijksebijdrage aan de Pbo.De ratio voor het doorbelasten vande kosten van toezicht en tuchtrechtspraakis tweeledig. Ten eerste hebbende beroepsbeoefenaren zelfprimair voordeel van het wettelijketoezicht en de tuchtrechtspraak. Beideinstrumenten versterken immersde kwaliteit en de integriteit van deberoepsgroepen en vormen eenbelangrijke waarborg voor het maatschappelijkdraagvlak voor de bijzonderepositie die deze beroepsgroepeninnemen. Door deze bijzondere positieprofiteren de betreffende beroepsgroepenvan verschillende privileges,zoals een domeinmonopolie. De bijzonderepositie en de daaraan verbondenprivileges brengt de noodzaakvan toezicht mee. Het aan deberoepsbeoefening verbonden tuchtrechtdient evenzeer om het vertrouwenin de beroepsgroep hoog te houden.Het tuchtrecht draagt enerzijdsbij aan het zuiver houden van deberoepsgroep en het voorkomen vanongewenste uitwassen. Anderzijdsdraagt het tuchtrecht bij aan het vertrouwenvan de samenleving in dekwaliteit en integriteit van deberoepsbeoefenaren. Daarom achthet kabinet het passend dat deberoepsbeoefenaren die van deze bijzonderepositie profiteren, ook dekosten van het toezicht en het tuchtrechtdragen.Ten tweede zorgt doorbelasting vande kosten voor een financiële prikkelom te zorgen voor een efficiënte wijzevan inrichting van de kwaliteitsenintegriteitsbewaking binnen deberoepsgroepen zelf. Het stimuleertzowel de beroepsorganisaties als deindividuele beroepsbeoefenaren omde beroepsuitoefening zodanig in terichten dat er zo min mogelijk kostenworden gemaakt aan toezicht entuchtrecht. In het licht van het voorgaandeis het redelijk om de kostendie verbonden zijn aan het wettelijketoezicht en tuchtrecht ten laste vande beroepsgroepen te brengen. Hetkabinet heeft in 2007 weliswaar hetvoorstel gedaan om in beginselalleen de kosten van de eerste aanlegin rekening te brengen bij deberoepsgroep, maar niet uitgeslotendat voor een andere verdeling van definanciële verantwoordelijkheid gekozenkan worden. Met onderhavigwetsvoorstel wordt van die ruimtegebruik gemaakt. Daarmee wordttevens uitvoering gegeven aan de bijlagebij het regeerakkoord van oktober2010 en de bijlage II uit hetgedoogakkoord van 2010, waaruitvoortvloeit dat de kosten van het toezichtop onder andere notarissendoorberekend worden aan deberoepsgroep zelf, evenals de kostenvan de tuchtrechtspraak.Kamerstukken II 2014/15, 34 145, nrs. 1-4Diverse wijzigingenonderwijs444 - Wetsvoorstel (06-02-2015) totwijziging van diverse onderwijswettenin verband met het aanbrengenvan enkele inhoudelijke wijzigingenvan diverse aard– In dit wetsvoorstel wordt een aantalwijzigingen van de Wet op hetprimair onderwijs (WPO), de Wet opde expertisecentra (WEC), de Wet ophet voortgezet onderwijs (WVO), deWet educatie en beroepsonderwijs(WEB), de Wet hoger onderwijs enwetenschappelijk onderzoek (WHW)en de Wet op het onderwijstoezicht(WOT) doorgevoerd. Het betreft verschillendekleine beleidsmatige enhiermee samenhangende technischewijzigingen. Het gaat om de volgendevoorgestelde wijzigingen:– het voorzien in een wettelijkegrondslag voor het stellen van regelsdoor de Minister over het uitzettenvan gelden, het aangaan van geldleningenen het aangaan van verbintenissenvoor financiële productendoor publieke of semi-publiekeinstellingen op het gebied van onderwijs;– het terugzetten van het oude artikel30a in de WVO (dat naar aanleidingvan de motie Jurgens is komente vervallen), waarin de kortere termijnenvoor het indienen van eenbezwaar- of beroepschrift die afwijkenvan de artikelen 6:7 en 7:24 vande Algemene wet bestuursrecht wordengeregeld;– het vervallen van de verplichtingvoor atheneum leerlingen om hetvak culturele kunstzinnige vorming(ckv) te volgen, indien het vak Latijnsetaal en cultuur of Griekse taal encultuur, dan wel beide, in het profielzijn opgenomen;– het uitzonderen van de fusietoetsvoor fusies waarbij praktijkonderwijseen rol speelt in de fusietoets;– het aanpassen van de WOT aan deWet revitalisering generiek toezicht(Stb. 2012, 233);– het redactioneel wijzigen van determ ‘controleprotocol’ in ‘accountantsprotocol’,omdat deze nieuweterm beter aansluit bij de doelgroepwaarvoor het protocol bedoeld is: deaccountant.Kamerstukken II 2014/15, 34 146, nrs. 1-3534 NEDERLANDS JURISTENBLAD – 27-2-2015 – AFL. 8

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!