12.07.2015 Views

Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009)

Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009)

Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009)

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

2.4 Leerling- of klaskenmerken?Om na te gaan in welke mate we de schalen eerder kunnen beschouwen als een kenmerk van individueleleerlingen dan wel als een kenmerk van de klas hebben we het percentage variantie op klas- enleerlingniveau geschat. Het percentage klasvariantie voor elke schaal vindt men in Tabel 39.Tabel 39Geschat percentage van de variantie op klasniveau in de referentiesteekproefSCHAALPERCENTAGE VARIANTIE OP KLASNIVEAUAfname L5 (0708) Afname L6 (0809)Globaal academisch zelfconcept - 1,80 %Algemeen zelfconcept 3,90% 3,06 %Opvatting over intelligentie (2 items) - 3,86 %Academisch zelfconcept wiskunde 3,73% 4,14 %Gecontroleerde motivatie - 4,27 %Werkhouding wiskunde - 4,54 %Werkhouding taal - 4,68 %Opvatting over intelligentie (3 items) 8,35% 4,94 %Vermijdende prestatiegerichtheid - 5,08 %Toenaderende prestatiegerichtheid 9,94% 6,11 %Taakgerichtheid (5 items) 7,00% 7,97 %Taakgerichtheid (4 items) - 8,48 %Academisch zelfconcept taal 10,32% 9,05 %Autonome motivatie - 10,20 %Schoolwelbevinden 13,61% 15,16 %Net zoals dit het geval was in het vijfde leerjaar (Cortois, Hendrikx, Maes, Van Damme, & Verschueren,<strong>2009</strong>) situeert het grootste deel van de variantie zich op het niveau van de leerlingen. Gezien hettelkens gaat om percepties van leerlingen betreffende zichzelf is dit eerder voor de handliggend. Tochmerken we een verschil in grootte op van het aandeel dat zich op het niveau van de klas situeert. Voorde variabele ‘schoolwelbevinden’ is het percentage variantie op klasniveau het grootst (15,16%), voor devariabele ‘globaal academisch zelfconcept’ is dit percentage het kleinst (1,80%).Indien we bovenstaande percentages verder vergelijken met de percentages klasvariantie voor deklasvariabelen die aan bod kwamen in de leerlingperceptievragenlijst voor het zesde leerjaar(Vandenberghe, Cortois, de Bilde, Van Petegem, & Van Damme, 2011) merken we op dat het percentagevariantie op klasniveau voor de schaal ‘schoolwelbevinden’ groter is dan de laagste percentages voor debetreffende klasvariabelen. De grootte van de percentages klasvariantie voor de schalen‘taakgerichtheid’, ‘academisch zelfconcept taal’ en ‘autonome motivatie’ zijn vergelijkbaar met dezelaagste percentages. Deze individuele leerlingvariabelen kunnen met andere woorden in enige matetevens worden aangewend om verschillen tussen klassen te beschrijven. Dit is minder het geval voor deoverige schalen die opgenomen zijn in de vragenlijst einde basisonderwijs. Voor deze variabelen zijn depercentages klasvariantie vergelijkbaar met de percentages klasvariantie voor de leerlingvariabelen(d.i. de leerconceptieschalen) in de leerlingperceptievragenlijst voor het zesde leerjaar.21

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!