13.07.2015 Views

VAN HOREN

VAN HOREN

VAN HOREN

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

REFLECTIES OP HET LEZEN <strong>VAN</strong> DOVE KINDERENkenistoekenning heeft plaats gevonden,kan transfer plaatsvinden van defonologische representatie van hetwoord van het werkgeheugen naarhet lange termijn-geheugen. Op dederde plaats is verklanking vanbelang in verband met het optimaalfunctioneren van het werkgeheugenvoor het verwerken van langere syntactischeeenheden."Tijdens het lezen van complexe,vaak lange zinnen moet een kindhet begindeel even kunnenopslaan en na lezing van hetgeheel voor een correcteinterpretatie weer kunnen raadplegen.Dit proces verloopt aanmerkelijkbeter indien het kind defonologische component van hetwerkgeheugen kan inschakelendan wanneer het moet werkenmet woordbeelden."Nu oppert Hoefnagel dat het voorgaandeniet hoeft op te gaan, want -zo stelt zij- Japanse kinderen lerenwèl 9000 Chinese karakters niet-auditiefop te slaan als 'woordbeeldfoto's'.Het Chinese schrift zo merktHoefnagel verder op representeertgeen taaiklanken, maar betekenissen.Dit klinkt wellicht logisch , maar isniet juist. Niet alleen hebben Chinesekarakters wel degelijk een klankbasis,zij het niet in alle opzichten identiekaan die van het alfabetisch schrift,maar Chinese lezers gebruiken bij hetlezen van zinnen of teksten metChinese karakters ook een fonologischedecodeerstrategie (DeFrancis,1984).Als conclusie van het voorafgaandegeven we twee citaten van Gathercole& Baddeley uit hun in 1993 verschenenboek 'Working memory and language'.Over het gevolg van een problematischfunctionerend fonologischwerkgeheugen schrijven dezeauteurs: 'A child whose ability toretain temporarily phonologicalmaterial is inadequate will be at riskof experiencing either generalisedproblems in language development,or of having difficulties in acquiringmore specific language skills, such aslearning to read' (p.234). En over deimplicatie hiervan met betrekking tothet leren lezen merken ze vervolgensop:'Methods of reading instruction thatchoose to emphasize the meaning oftext at the expense of teaching phonicsand specific word recognitionsskills may handicap many childrenlearning to read, by failing to promotethe phonological coding skills thatappear to be critical to early readingsuccess'(p.237).Niet logisch wellicht, maar wel duidelijk.Zo duidelijk dat het inzicht dattraining van fonologische decodeerstrategieënveel aandacht verdient,tegenwoordig terug te vinden is in demeeste leesmethodes voor het regulierebasisonderwijs. De globaalmethodeis letterlijk en figuurlijk afgeschreven,omdat hij simpelweg voorveel kinderen niet voldeed. In plaatsdaarvan gebruikt nu het merendeelvan de scholen methoden waarin veelaandacht wordt besteed aan de relatietussen klank en woordbeeld. Globaleherkenning van woorden wordtalleen nog gebruikt voor de introductievan een zeer beperkt aantal kernwoorden.Deze kernwoorden wordenvervolgens gebruikt om de relatietussen klank en woordbeeld duidelijkte maken.Hoewel methoden zoals de bovenstaandein algemene zin goed bevallen,zijn er kinderen die toch moeiteblijven hebben met lezen. Veel vandeze zwakke lezers blijken problemente ondervinden met het fonologischdecoderen (met het leggen vanrelaties tussen klank en woordbeeld)en segmenteren (het opdelen vanwoordbeelden in kleinere stukjes).Hun fonemisch bewustzijn schiettekort. De woordwaarneming is teglobaal en hun woordherkenning iste veel gebaseerd op radend lezen.Voor deze kinderen is de oplossingniet om meteen maar de overstapnaar globaal lezen te maken, integendeel,deze kinderen zijn gediend metsystematische aandacht voor de relatietussen woordbeeld en klank. In dewoorden van Van der Leij (1992:359):'(...) oefen voortijdig, met alle leerlingendie er blijk van geven dat hunfonemisch bewustzijn zich onvoldoendeontwikkelt. Dit kan al vroegtijdig,dat wil zeggen in elk geval ingroep 2, toegepast worden (...), zowelindividueel (...), met kleine groepjes(...) als klassikaal (...). Deze instructiedient intensiever te zijn naarmate deleerlingen er meer moeite mee hebben'.Nu zou het -heel misschienmogelijkkunnen zijn dat een methodedie niet goed werkt bij horendekinderen, wel goede resultaten oplevertbij dove kinderen. Een veelheidaan onderzoek heeft echter telkensweer aangetoond dat ook bij dovekinderen een leesproces, gebaseerdop globale woordwaarneming nietleidt tot goede leesresultaten. Dovekinderen zijn erbij gebaat indien zetijdens het verwerken van geschreventeksten fonologische decodeerstrategieënkunnen toepassen. In één artikelvan Lillo-Martin, Hanson & Smith(1992) worden al een tiental studiesop dit gebied genoemd, wij beperkenons tot vier.In 1979 verscheen het inmiddels zeerveelvuldig geciteerde boek vanConrad naar aanleiding van zijnonderzoek naar het lezen van doveschoolverlaters. Uit zijn onderzoekkwam naar voren dat de meeste dovelezers weliswaar een voorkeur haddenvoor de visuele code (het opslaanvan woordbeelden), maar dat eengoede leesvaardigheid juist samenhingmet het kunnen toepassen vande spraakcode. Dit wijst erop dat hetkunnen leggen van een relatie tussenklank en woordbeeld ook voor dovelezers van belang is.Conrad verrichtte zijn onderzoek bijleerlingen die in een orale setting leshadden gekregen. Niet uitgeslotenkan worden dat Conrads bevindingenniet opgaan voor dove kinderenop TC-scholen. Het zou mogelijkkunnen zijn dat voor deze kinderenhet gebruik van geen of een anderecode beter zou werken dan despraakcode. Conrad zelf pleit erVHZ • jaargang 33 nummer 3 • oktober 1995

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!