Rotterdam Antwerpen pijpleiding RAPL – Rotterdam Antwerpen pijpleiding Om van <strong>de</strong> <strong>voor</strong><strong>de</strong>len van <strong>de</strong> enorme schaalvergroting van <strong>de</strong> petroleumtankers in <strong>de</strong> jaren zestig, on<strong>de</strong>r meer als gevolg van <strong>de</strong> sluiting van het Suezkanaal, te kunnen genieten, gaf het Belgisch ministerie van Economische Zaken vier toenmalige Antwerpse petroleumraffina<strong>de</strong>rijen <strong>de</strong> toestemming om zich te be<strong>voor</strong>ra<strong>de</strong>n van ruwe aardolie via een pijpleiding vanuit <strong>de</strong> haven van Rotterdam. Rotterdam was toen immers reeds toegankelijk <strong>voor</strong> schepen van 250.000 ton draagvermogen, terwijl <strong>de</strong> grootte van schepen die rechtstreeks <strong>de</strong> haven van Antwerpen kon<strong>de</strong>n bereiken beperkt was tot 80.000 ton draagvermogen. De pijpleiding wordt uitgebaat door het bedrijf Rotterdam Antwerpen Pijpleiding N.V. (afgekort RAPL). De initiatiefnemers van <strong>de</strong> RAPL waren Petrofina (thans Total), British Petroleum Ltd., Standard Oil Company of New Jersey (thans Exxon Mobil Corporation, Irving, Texas) en Chevron Petroleum Company S.A. De bouw van <strong>de</strong> pijpleiding (met een diameter van 86 cm en een totale lengte van 100 km) startte op 15 mei 1970 en één jaar later, op 10 mei 1971, stroom<strong>de</strong> <strong>de</strong> eerste ruwe petroleum van Rotterdam naar Antwerpen. In 1976 werd een tussenpompstation in Hoeven in Ne<strong>de</strong>rland in gebruik genomen. Bij aanvang wer<strong>de</strong>n vier raffina<strong>de</strong>rijen in Antwerpen via <strong>de</strong> RAPL vanuit Rotterdam be<strong>voor</strong>raad. Thans blijven er daarvan nog twee over: <strong>de</strong> raffina<strong>de</strong>rijen van Total en van Exxon Mobil. De capaciteit van <strong>de</strong>ze twee raffina<strong>de</strong>rijen is echter over <strong>de</strong> jaren <strong>de</strong>rmate toegenomen dat <strong>de</strong> volledige pompcapaciteit van <strong>de</strong> RAPL nodig is om bei<strong>de</strong> installaties te be<strong>voor</strong>ra<strong>de</strong>n. De firma Rotterdam Antwerpen Pijpleiding N.V. beschikt in Rotterdam niet over opslagcapacitiet <strong>voor</strong> ruwe aardolie. De opslag gebeurt in <strong>de</strong> petroleumtanks van <strong>de</strong> verschepers van <strong>de</strong> ruwe petroleum. Om die re<strong>de</strong>n is <strong>de</strong> RAPL in Rotterdam via een toevoerleiding verbon<strong>de</strong>n met <strong>de</strong> opslaginstallaties van <strong>de</strong> Netherlands Refining Company B.V., <strong>de</strong> Kuwait Petroleum raffina<strong>de</strong>rij, <strong>de</strong> Team Terminal B.V. (en indirect met <strong>de</strong> Maasvlakte Olie Terminal C.V.), <strong>de</strong> Maatschap Europoort Terminal en Vopak Terminal Europoort B.V. De ruwe petroleum wordt langs <strong>de</strong> toevoerleiding vanuit die verschillen<strong>de</strong> opslaginstallaties naar het RAPL-pompstation in Europoort verpompt, vanwaar het transport naar Antwerpen start. Sinds <strong>de</strong> ingebruikname van <strong>de</strong> RAPL in 1971, werd in Antwerpen bijna 750 miljoen ton ruwe petroleum vanuit Rotterdam aangevoerd. De jaarlijks aanvoer neemt gestaag toe en in 2003 werd een recordhoeveelheid van 30,7 miljoen ton vanuit Rotterdam getransporteerd. Met 30,4 miljoen ton evenaar<strong>de</strong> <strong>de</strong> RAPL in 2004 bijna het recordjaar 2003. Vervoer<strong>de</strong> hoeveelheid In<strong>de</strong>x 1980 Jaar ruwe petroleum = 100 1971 6.797.635 29,2 1972 19.616.465 84,3 1973 21.334.835 91,7 1974 16.718.201 71,9 1975 18.553.291 79,8 1976 19.742.399 84,9 1977 27.195.948 116,9 1978 25.442.862 109,4 1979 24.074.639 103,5 1980 23.263.766 100,0 1981 20.783.859 89,3 1982 18.284.597 78,6 1983 16.087.589 69,2 1984 14.262.434 61,3 1985 14.752.808 63,4 1986 16.921.640 72,7 1987 17.100.793 73,5 1988 18.656.999 80,2 1989 20.428.311 87,8 1990 19.596.358 84,2 1991 22.726.096 97,7 1992 22.939.789 98,6 1993 23.077.269 99,2 1994 23.222.795 99,8 1995 21.689.210 93,2 1996 26.494.346 113,9 1997 26.934.970 115,8 1998 27.813.588 119,6 1999 27.155.695 116,7 2000 27.327.190 117,5 2001 26.074.570 112,1 2002 29.133.672 125,2 2003 30.672.733 131,8 2004 30.414.507 130,7 Bron: Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen 125
126