De Nieuwe Taalgids. Jaargang 11 - digitale bibliotheek voor de ...
De Nieuwe Taalgids. Jaargang 11 - digitale bibliotheek voor de ...
De Nieuwe Taalgids. Jaargang 11 - digitale bibliotheek voor de ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
13<br />
bij ‘of elc lant zijn uitsprake’. En wanneer wij el<strong>de</strong>rs lezen van ‘u lants ze<strong>de</strong> die ghij<br />
wilt volgen’ (blz. 68), of ‘Alle lan<strong>de</strong>n behoren haer vriheit te hou<strong>de</strong>n na eische haer<strong>de</strong>r<br />
Talen’ (blz. 69), of nog sterker: ‘niemant zijn vriheit nemen<strong>de</strong> begere die mijn ooc<br />
niet te verliezen’ (blz. 71), dan zou <strong>de</strong> oppervlakkige lezer kunnen menen dat DE<br />
HEUITER niet zo ver staat van LAMBRECHT's standpunt. 1) In werkelikheid sluit zijn<br />
opvatting zich aan bij die van buitenlandse humanisten: ‘'t Ne<strong>de</strong>rlants een<br />
gemeingel<strong>de</strong> Tale maken<strong>de</strong>/ volg' ic die nature van alle lants spraken’ (blz. 93), zegt<br />
hij, met een beroep op het <strong>voor</strong>beeld van het Grieks, waar een ‘gemeen tale’ bestond,<br />
‘gesmeet’ uit <strong>de</strong> ‘vier lants gou<strong>de</strong> talen’ n.l. ‘Jonica, Attica, Dorica en Aeolica.’ 2)<br />
Leerzaam is <strong>de</strong> parallel met <strong>de</strong> Duitse toestan<strong>de</strong>n. Al volgt daar <strong>de</strong> ontwikkeling<br />
eigen wegen, wij zien ook daar dat <strong>de</strong> Zuid-Duitse orthografen partikularisties gezind<br />
zijn, en dat tegenover hun <strong>de</strong> Schlesiër FABIAN FRANGK (1531) in zijn Orthographia<br />
taaleenheid nastreeft. Zijn norm, die hij tegelijkertijd zoekt in MAXIMILIAAN's<br />
kanselarijstijl, in Luther's bijbel en in Schönsperger's Augsburger drukken, mist <strong>de</strong><br />
nodige vastheid, maar <strong>de</strong> betekenis van zijn optre<strong>de</strong>n wordt door JELLINEK geschetst<br />
met <strong>de</strong> volgen<strong>de</strong> woor<strong>de</strong>n: ‘Früher als in <strong>de</strong>r Wirklichkeit erscheint die einheitliche,<br />
<strong>de</strong>n Dialekten gegenüberstehen<strong>de</strong> hoch<strong>de</strong>utsche Schriftsprache in <strong>de</strong>n Büchern<br />
<strong>de</strong>r Grammatiker, und zwar nicht so sehr als ein zu verwirklichen<strong>de</strong>s I<strong>de</strong>al <strong>de</strong>nn als<br />
eine geglaubte Realität’ (a.w. I, blz. 46). Voor <strong>de</strong> zegepraal van <strong>de</strong> ‘Gemeinsprache’<br />
was ‘dieser glückliche Irrtum’ van grote betekenis. In dat licht moeten we ook DE<br />
HEUITER Orthographie bezien. Zoeken we on<strong>de</strong>r <strong>de</strong> Duitse grammatici een<br />
spreken<strong>de</strong>r gelijkenis met onze Gorkumse kanunnik, dan komt <strong>de</strong> geleer<strong>de</strong> Graecus<br />
en pedagoog HIERONYMUS WOLF in aanmerking, die in 1578 zijn verhan<strong>de</strong>ling schreef<br />
<strong>De</strong> orthographia Germanica ac potius Suevica nostrate 3) .<br />
1) Niet dat mijn meanijnghe of verstand zy/ dat <strong>de</strong> Hollan<strong>de</strong>rs/ of Brábanters haar eighen manieren<br />
van uutsprake/ op <strong>de</strong> Vlaamsche wíze/ of <strong>de</strong> Vlámijnghen en<strong>de</strong> Vriezen haar pronunciacie/<br />
op <strong>de</strong> Brábantsche/ of Hollandsche uutsprake veran<strong>de</strong>ren zullen: maar dat elc in tsine zulke<br />
termen of silleben van spráken/ als hy in zijn<strong>de</strong>r moe<strong>de</strong>r tálen ghebruukt/ <strong>de</strong> zelue déghelic/<br />
en<strong>de</strong> met zulken letters alsser toe dienen/ spellen magh.<br />
2) Dit beroep noemt JELLINEK (a.w. I, 21) karakteristiek <strong>voor</strong> <strong>de</strong> renaissance-grammatica: ‘Diese<br />
Männer können nicht von Dialekten und Schriftsprache re<strong>de</strong>n, ohne das Attische, Jonische,<br />
Dorische, Aeolische und die koinè aufmarschieren zu lassen.’<br />
3) Zie JELLINEK a.w. I, 58-59: in <strong>de</strong>ze beknopte karakteristiek vind ik een zó treffen<strong>de</strong><br />
overeenkomst met DE HEUITER's werk, dat het mij niet verwon<strong>de</strong>ren zou als H. WOLFF's werk<br />
<strong>de</strong> rechtstreekse aanleiding en het <strong>voor</strong>beeld <strong>voor</strong> DE HEUITER's boekje zou blijken te zijn.<br />
<strong>De</strong> <strong>Nieuwe</strong> <strong>Taalgids</strong>. <strong>Jaargang</strong> <strong>11</strong>