dossier Geplaagd door een tijdelijke achteruitgang In tijden van crisis zoekt iedereen houvast. Historici projecteren de ontreddering van het heden graag op het verleden. Het fundamentele verschil is dat we weliswaar opgejaagd worden door intolerantie en een steeds machtiger wordende staat, maar niet worden bedreigd door een totalitaire regressie, zegt Alain-Gérard Slama, commentator van Le Figaro. Revue des Deux Mondes – Parijs S inds de tweede helft van 2008 wordt Europa gekweld door de angst voor een herhaling van de grote crisis uit 1929, toen een noodlottige opeenvolging van gebeurtenissen leidde van Zwarte Donderdag op 24 oktober van dat jaar tot aan de opkomst van de totalitaire regimes. Maar als we serieus naar de oorzaken en de historische context van de malaise in de jaren dertig kijken en deze vergelijken met de huidige situatie, dan valt op hoe enorm groot de verschillen zijn. Des te frappanter is het dat er ook grote overeenkomsten zijn, als je kijkt naar de gevolgen die beide crises op de ontwikkeling van politieke denkbeelden hebben gehad. Net als in 1929 wordt het liberale en parlementaire systeem ter discussie gesteld Net zoals men in 1929 meende dat het ‘einde van de wereld’ nabij was, zo is nu een van de meest besproken thema’s door commentatoren van de crisis – of het nu economen, politici of intellectuelen zijn – het idee dat we ‘een nieuwe wereld’ binnengaan. In beide gevallen, zowel vroeger als nu, is het het liberale en parlementaire kapitalistische systeem dat ter discussie wordt gesteld. Het gevaar waar we vooral voor moeten oppassen is dat de publieke opinie en de ontwikkeling van ideeën, door een enigszins onverantwoordelijk pro- pagina 14 nr. 13 12 tot 26 mei 2012 ces van self-fulfilling prophecy, in dezelfde richting zouden afglijden als het geval was in het decennium dat voorafging aan de Tweede Wereldoorlog: naar het op radicale wijze bestrijden van onze liberale waarden, wat in de jaren dertig bijna de ondergang van de democratieën betekende. De belangrijkste oorzaak van de crisis van 1929 was niet de ineenstorting van de bankenwereld, die wij nu meemaken, maar de overconsumptie die na de Eerste Wereldoorlog ontstond. Koopwoede In de Verenigde Staten was na een eerste voorteken in 1921 een ongekende en explosieve groei ingezet. Hierdoor ontstond een klimaat van euforie, dat een proces van overproductie op gang bracht, waarna de prijzen uiteraard kelderden. Tegelijkertijd raakten de boeren en de werknemers bevangen door koopwoede en staken zij zich tot over hun oren in de schulden. Het onhandige stabilisatiebeleid van de centrale banken en de anarchie van beursspeculaties op het verkeerde moment hebben de deflatie verder versneld en werkten de recessie, stijging van de werkloosheid en het toenemende aantal faillissementen van banken in de hand. De oorzaak van de huidige crisis is terug te voeren op een proces dat tegenovergesteld is aan dat van 1929, en heeft zich in drie fasen ontwikkeld. De belangrijkste oorzaak was aanvankelijk het uiterst lakse monetaire beleid dat de Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, in de eerste jaren van deze eeuw in de praktijk bracht. Zij verlaagde haar rentepercentages twee keer, eerst om de internetzeepbel het hoofd te bieden en daarna om te voorkomen dat de economische bedrijvigheid na de aanslagen van 11 september 2001 zou verslappen. Het streven om het eigen woningbezit onder de allerarmsten te stimuleren leidde vervolgens tot het beruchte optuigen van de zogenoemde subprimes, hypotheken met een variabele rente, waarbij de kredietwaardigheid van de hypotheekaanvragers niet altijd werd geverifieerd. We weten hoe het verder ging: steeds meer leningen werden niet afbetaald, de huizenprijzen daalden fors, het was onmogelijk om de verliezen van de banken precies in kaart te brengen en de interbancaire markt droogde op. De val van Lehman Brothers zette ten slotte een kettingreactie in werking die zich ook al tijdens de crisis van 1929 had voorgedaan: een kredietcrisis, recessie, deflatie en een werkloosheid die zich geleidelijk aan uitbreidt naar alle sectoren en alle landen. De situatie was door de subprimes op de Amerikaanse onroerendgoedmarkt 180 graden gedraaid en leidde een wereldwijde economische crisis in. Wrevel over materialisme De belangrijkste les die we uit deze zo verschillende crisissituaties moeten crisisbeleid trekken, is dat de politieke gevolgen ervan niet dezelfde reikwijdte mogen hebben. We mogen dan momenteel graag uitweiden over het democratisch tekort waar alle gekozen volksvertegenwoordigingen en alle instellingen mee te maken hebben, maar dit wantrouwen, dat dreigt om te slaan in onverschilligheid, valt absoluut niet te vergelijken met de wrok die oud-strijders na de Eerste Wereldoorlog tegen zowel parlementariërs als burgers koesterden. Van het betreurenswaardige fenomeen waarbij mensen zich terugtrekken in hun eigen gemeenschap en identiteit gaat een veel geringere dreiging uit dan van de psychische shock die door de slachtingen van de Eerste Wereldoorlog teweeg werd gebracht. Vanaf de jaren twintig ontstond er een soort heimwee naar de kameraadschap van de loopgraven, die van rechts tot links voeding gaf aan wrevel over genotzuchtig individualisme en over materialisme. Iedereen sloot zich aan bij een antiparlementarisme dat tegenwoordig veel minder heftig is, aangezien er geen vervangende ideologie voorhanden is, zoals wel het geval was in de tijd van het triomferende fascisme en communisme. Ondanks alles staan onze tijdgenoten in overgrote meerderheid vijandig tegenover de dictatuur en zijn ze gehecht aan de rechtsstaat. Voor hen betekent de vrijheid van meningsuiting, publicatie en vergadering nog iets. Zij weten dat er zonder onderwijs geen sprake kan zijn van vrije en verantwoordelijke burgers. Het oprukken van de dictaturen en het fascisme in Europa in de periode tussen de beide wereldoorlogen kon de argeloze waarnemer oprecht de indruk geven dat het model van de liberale democratie achterhaald was en dat de toekomst was voorbehouden aan ofwel het communisme ofwel de autoritaire regimes. Bij dit algehele afglijden van het
crisisbeleid dossier Demonstratie voor de Workers Alliance tijdens de Great Depression. Rarig was een groot staalbedrijf – © Minnesota Historical Society / Corbis 12 tot 26 mei 2012 nr. 13 pagina 15