Vertraagde val - School voor Openbaar Bestuur
Vertraagde val - School voor Openbaar Bestuur
Vertraagde val - School voor Openbaar Bestuur
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
7.4.5 Toezichtkaders BVE en PO/VO 2009<br />
Hierna gaan we in op de toezichtkaders <strong>voor</strong> respectievelijk de instellingen in de BVE- en de po/vosector.<br />
Daarnaast bestaat er een toezichtkader <strong>voor</strong> de examenkwaliteit, die zal hier niet verder<br />
worden toegelicht.<br />
Toezichtkader BVE 2009<br />
In het toezichtkader van januari 2009 is het onderzoek naar de financiële positie en de financiële<br />
rechtmatigheid opgenomen, wat een <strong>voor</strong>tzetting is van de al in 2007 en 2008 uitgevoerde praktijk.<br />
Worden hierbij tekortkomingen geconstateerd, dan zijn interventies erop gericht deze zo snel mogelijk<br />
te doen opheffen. Daarnaast wordt de inschatting van bestuurlijk vermogen van de instelling genoemd<br />
als belangrijke stap indien er mogelijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit worden geconstateerd.<br />
Het toezichtmodel bestaat per instelling uit drie fasen. In onderstaande tabel worden<br />
deze fasen toegelicht.<br />
Fase<br />
Toezichtfase 1: 1 ste orde toezicht bij alle<br />
instellingen<br />
Jaarlijks gesprek: overgang 1 ste naar 2 de<br />
orde toezicht<br />
Toezichtfase 2: 2 de orde toezicht alleen<br />
waar nodig<br />
Toelichting<br />
Voor elke instelling worden mogelijke tekortkomingen in de onderwijskwaliteit<br />
van zowel BVE als VO-onderdelen van de instelling opgespoord aan de hand<br />
van vier bronnen: opbrengstgegevens, verantwoording in de jaarverslaglegging,<br />
mogelijke signalen en overige reeds bij de Inspectie beschikbare informatie.<br />
In het jaarlijks gesprek met het bestuur worden de uitkomsten van de risicoanalyse<br />
en van het examenonderzoek besproken. Belangrijk in deze fase is de<br />
inschatting van het bestuurlijk vermogen van de instelling en haar onderdelen<br />
in die ge<strong>val</strong>len waarin er sprake is van mogelijke tekortkomingen in de kwaliteit<br />
van het onderwijs.<br />
Alleen bij instellingen waar een of meer vermoeden(s) van mogelijke tekortkomingen<br />
zijn gerezen, de instelling <strong>voor</strong> het probleem nog onvoldoende ‘in<br />
control’ is en waarover nog geen duidelijkheid bestaat, wordt het tweede orde<br />
toezicht toegepast. Er vindt een onderzoek plaats en afhankelijk van de uitkomsten<br />
stelt de Inspectie vast dat er sprake is van het basistoezicht dan wel<br />
van een aangepaste vorm van toezicht.<br />
Toezichtfase 3: interventies Als er in fase 1 of 2 tekortkomingen zijn vastgesteld (in onderwijs, examens,<br />
naleving of financiële rechtmatigheid), dan is het toezicht erop gericht deze zo<br />
snel mogelijk te doen opheffen. De aard en intensiteit van de interventie is<br />
afhankelijk van de tekortkoming.<br />
Als kader <strong>voor</strong> de risicoanalyse van onderwijs en financiële rechtmatigheid van bekostigde instellingen<br />
is als thema ‘Financiële positie’ opgenomen. De kwaliteitsaspecten van de financiële positie zijn:<br />
• Solvabiliteit;<br />
• Liquiditeit;<br />
• Rentabiliteit;<br />
• Weerstandvermogen.<br />
De criteria <strong>voor</strong> deze kwaliteitsaspecten worden in het toezichtkader als “PM” weergegeven. 330<br />
330 Inspectie van het Onderwijs (2009), Toezichtkader BVE 2009, Utrecht, januari 2009, p. 29.<br />
75