24 <strong>Seizoener</strong> Vlinderen door het leven
De vier temperamenten: Het sanguinische kind STEINER-PEDAGOGIEK Ieder kind is anders. De één geniet van een heftig verhaal; de ander pinkt bij de minste spanning een traantje weg. De één kan lang aan het werk blijven, terwijl het uithoudingsvermogen van de ander mini- maal te noemen is. Wat een verschillen. In een gezin merk je al dat de één een andere benadering vraagt dan de ander. Hoe doe je dat in een klas met dertig kinderen? Om de verschillen te begrijpen, kan het helpen iets te weten over de temperamenten, een bepaalde indeling in typen. Misschien is het gedrag waar je je steeds weer over verbaast, wel een aspect van het temperament van het kind! Wie weet helpt het om effectief te kunnen handelen in de opvoedingspraktijk van elke dag als je kunt kij- ken door de bril van de temperamenten. In de komende afleveringen beschrijft Jet Nijhuis de vier tem- peramenten. In dit zomernummer gaat het over het sanguinische temperament. TEKST: JET NIJHUIS Vlinder is een rank meisje. Haar blonde haren zijn zijdezacht, zoals bij zoveel kinderen. Maar Vlinder heeft, anders dan de anderen, elke dag een nieuwe haardracht. Vlechtjes, een paardenstaart, loshangend. En dan die knipjes, strikjes, elas tiekjes en haarbanden. Een vrolijk feest om naar te kijken. Theo is een beweeglijke jongen. Hij zit geen ogenblik stil. Altijd is hij wel ergens mee bezig. Als er in de klas gerekend wordt, duurt het een tijdje voordat Theo ook begint. Hij keert eerst zijn tas om en rommelt wat. Iedere dag rolt er wel wat anders uit. Hij heeft van juf een stukje kast gekregen waar hij alles op kwijt kan. Knoopjes, lege doosjes, maar ook een oud strijkijzer dat hij langs de weg heeft gevonden. Je weet maar nooit wat je daar nog eens aan hebt! De kamers van Vlinder en Theo laten hetzelfde zien: spullen, spullen, spullen, die overal zijn verspreid. Zelfs aan de deurknop hangen draden, kettingen en touwtjes, in alle kleuren van de regenboog. Zoals hun kamer is ook hun vriendenkring. Een bonte verzameling van wisselende vriendjes. Zij spelen het liefst een fantasiespel met veel variatie. Gezelschapspelen zoals Mo - no poly duren vaak te lang. Vlinder begint dan al snel haar eigen spel. ”Zullen we geld inzamelen voor arme kinderen. Of zullen we van de huisjes alvast een nieuw dorpje bouwen?” Zowel Theo als Vlinder houden van afwisseling en afleiding. Het zijn kinderen met een sanguinisch temperament. Temperament ‘Wat een temperament, zeg! Het spat ervan af!’ Deze uitspraak klinkt als iemand fel en heftig reageert. Van hartstochtelijke types wordt vaak gezegd dat ze temperamentvol zijn. In de vrijeschool wordt het begrip op een andere manier gebruikt. We spreken van het temperament als we aan willen geven welk element er in een kind domineert. Het kan vuur zijn, maar ook lucht, water of aarde. Uitgaande van de vier elementen zijn er dan ook vier hoofdtemperamenten. Melancholisch als het aarde-element overheerst. Flegmatisch als het waterelement de boventoon voert, sanguinisch wanneer het luchtelement naar voren komt en cholerisch als het vuurelement de overhand krijgt. Soms heeft een kind één duidelijk temperament, meestal is er een combinatie van twee. De oudheid De leer van de temperamenten stamt uit de Griekse tijd. Aristoteles leerde Alexander de Grote deze typologie die uitgaat van het feit dat wij bestaan uit vaste stoffen, water, lucht en warmte. Bij iedereen overheersen er één of twee van deze elementen. De namen van de temperamenten roepen vaak verwarring op. Sang betekent immers bloed, chol duidt op de (witte) gal, melanchol betekent zwarte gal en flegma verwijst naar <strong>Seizoener</strong> 25