Symposiumgids 2008 - Bodembreed
Symposiumgids 2008 - Bodembreed
Symposiumgids 2008 - Bodembreed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Veranderend landgebruik in het landelijk gebied; wordt de<br />
bodem er beter van?<br />
Kor Zwart (Kor.Zwart@wur.nl, 0317-486498)<br />
Annemieke Smit<br />
Alterra, Centrum Bodem<br />
Kor Zwart en Annemieke Smit<br />
Het landelijk gebied is minder statisch dan sommigen denken. Functieveranderingen van landbouw<br />
naar natuur of naar recreatieve voorzieningen en de uitbreiding van steden en dorpen geven het<br />
landelijk gebied een steeds veranderend aanzien. Hoe kun je van bodeminformatie gebruik maken bij<br />
de inrichting van het landelijke gebied?<br />
Duurzaam bodemgebruik begint al bij het maken van de inrichtingsplannen. Dan worden keuzes<br />
gemaakt voor de locatie van bebouwing, natuur en recreatie en voor natuurdoeltypen. Hoe kun je in<br />
deze fase van planvorming al bijdragen aan duurzaam bodemgebruik? Vorig jaar is er in Assen een<br />
workshop gehouden net als titel: ‘Met bodem kundig geordend’. De deelnemers aan de workshop<br />
werden in twee groepen verdeeld die beide dezelfde opdracht kregen: Richt het gebied rondom de<br />
dorpen Leek en Roden opnieuw in. Beide groepen konden gebruik maken van digitale kaarten en<br />
andere informatie die in een zogenaamde MapTable kon was opgeslagen en met behulp waarvan<br />
realistische inrichtingsschetsen gemaakt konden worden.<br />
De ene groep kreeg daarbij een methodiek aangereikt waarmee de kansen die de ondergrond bood<br />
systematisch kon worden beschreven en geïnventariseerd. De andere groep kreeg die methodiek niet<br />
en was er ook niet van op de hoogte. Zij ging op een meer klassieke manier aan de gang. Daardoor<br />
was niet alleen de aanpak verschillend. Maar ook de argumenten die later werden gebruikt om het<br />
resultaat te beschrijven verschilden sterk van elkaar.<br />
De groep met de ‘klassieke aanpak’ ging op zoek naar een optimale inrichting op basis van de<br />
bestaande bebouwing en infrastructuur, met extra aandacht voor landschapstypen. Op het laatst is<br />
getoetst of de bodem beperkingen aan het plan oplegde. Dat was deze keer niet het geval.<br />
De andere groep kreeg als hulpmiddel een tabel met ondergrondkwaliteiten (onderdeel van de<br />
lagenbenadering) en de uitleg daarbij. Deze groep werd ‘gedwongen’ om vanuit de ondergrondeigenschappen<br />
een bovengrondse inrichting te ontwerpen. Het resultaat was een inrichting waarin de<br />
structuur van de bodemkaart o.a. tot uiting kwam in de nieuwe woonwijken. Daarbij trad vervlechting<br />
op met natuurfuncties en werd zelfs gebruik gemaakt van archeologische bodeminformatie om de<br />
woonwijk in te richten.<br />
In de discussie achteraf waren de meningen verdeeld over de verschillende manieren van aanpak. De<br />
groep met het hulpmiddel vond dat die werkwijze tot een veel meer gestructureerde aanpak leidde.<br />
Bovendien werd de bodem niet als bedreigend ervaren, wat regelmatig het geval is bij inrichtingen.<br />
Een dergelijke gestructureerde aanpak komt ook de rol van de opdrachtgever ten goede. In de huidige<br />
situatie zet die zich ook heel sterk in op de inhoud van de inrichting, terwijl procesbewaking en –<br />
begeleiding de belangrijkste rol zou moeten zijn.<br />
Voor meer informatie: A. Smit en K. Zwart (<strong>2008</strong>). Duurzaam bodemgebruik: inzichten en<br />
aanbevelingen. Alterra, Wageningen. Alterra-rapport 1544.2<br />
(downloaden via www.alterra.wur.nl)<br />
13