Symposiumgids 2008 - Bodembreed
Symposiumgids 2008 - Bodembreed
Symposiumgids 2008 - Bodembreed
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Volgermeer: hoe ondergrond en leeflaaggrond ingrijpen<br />
op inrichting en beheer<br />
Marten van der Wijk<br />
Marten van der Wijk - Witteveen+Bos<br />
i.s.m. TAUW en het Projectbureau Bodem (gemeente Amsterdam)<br />
Door voormalige stortactiviteiten is de Volgermeerpolder (100 hectare) ernstig verontreinigd met<br />
afvalstoffen uit de chemische industrie. Onder druk van de omwonenden zijn de stortactiviteiten in<br />
1980 stopgezet. Gedurende de daarop volgende twintig jaar is veel onderzoek gedaan ten dienste van<br />
mogelijke saneringsvarianten. Tot uitvoering van de sanering kwam het echter voorlopig niet. Een<br />
mooie kans voor de natuur om een nieuwe status quo in te stellen. Op de natte lagen delen, met veel<br />
industrieel afval, ontstond een dichte begroeiing van populieren, wilgen, vlierbes en bramen. Op de<br />
hogere droge delen, met voornamelijk huishoudelijk afval, was vooral een vegetatie van gras en<br />
bramen aanwezig. Gek genoeg was het oppervlaktewater van de watergangen op de Volgermeer van<br />
goede kwaliteit. Dit ondanks de aanwezigheid van sterk verontreinigde waterbodems en sterk<br />
verontreinigd percolaat water op minder dan 1 meter van het oppervlaktewater.<br />
Rond 1998 werd de sanering van de Volgermeerpolder van een nieuwe impuls voorzien. De<br />
zogenoemde Eco-variant werd ontwikkeld. Deze variant had de volgende doelstellingen:<br />
- voorkomen contactrisico;<br />
- voorkomen verspreidingsrisico<br />
- creëren voorwaarden voor ontwikkeling natte natuur<br />
Voorkomen contact risico werd voornamelijk gerealiseerd door het aanbrengen van een schone<br />
leeflaag. Het voorkomen van verspreidingsrisico ging uit van het instellen van een bufferzone rond de<br />
Volgermeer en het monitoren van de grondwaterkwaliteit in deze bufferzone. De breedte van de<br />
bufferzone werd ondermeer bepaald door de aanwezige bebouwing en infrastructuur.<br />
De voorwaarden voor het creëren van natte natuur werden met name gerealiseerd door het<br />
handhaven van de bestaande watergangen op de Volgermeer, het creëren van een systeem van<br />
sawa vijvers op de lage natte delen van de Volgermeer en het creëren van een retentiebuffer voor het<br />
regenwater in de naastgelegen Burkmeerpolder. De intentie was om het gezamenlijk oppervlak van de<br />
Burkmeer en Volgermeer los te koppelen van het boezemwater. Het hele gebied werd idealiter een<br />
regenwater gevoed watersysteem met optimale condities voor hoogveenvorming in de sawa vijvers.<br />
De natte natuur in de lage delen had als bijkomende voordelen dat er geen herontwikkeling van bos<br />
op de lage delen mogelijk was. Hierdoor kon volstaan worden met dunnere leeflagen op de slecht<br />
draagkrachtige bodem, wat bovendien voor minder transport overlast voor de omwonenden zorgde.<br />
Door het verwijderen van het bos kreeg de weidevogel populatie in de naastgelegen<br />
veenweidegebieden ook meer kansen vanwege het verdwijnen van predators.<br />
De Eco-variant is verder uitgewerkt in een definitief ontwerp en bestek. De sanering is in 2005<br />
opgestart en wordt volgens planning in 2010 afgerond. Het project wordt grotendeels gerealiseerd met<br />
grond afkomstig uit Amsterdamse hergebruiksprojecten. Gedurende deze uitvoeringsfase groeide het<br />
besef dat naast de milieuhygiënische kwaliteit van deze grond ook de civieltechnische kwaliteit en de<br />
actuele nutriëntenbelasting vanuit deze grond naar het nieuw te creëren watersysteem van belang<br />
waren.<br />
De civieltechnische kwaliteit is met name van belang voor het goed functioneren van het technische<br />
systeem. Een te hoge actuele nutriëntenbelasting kan leiden tot een slechte waterkwaliteit of<br />
ontwikkeling van blauwalg. Aan de andere kant kan een optimale waterkwaliteit de vorming van veen<br />
in de sawa’s opgang brengen. Het nieuwe veen kan op termijn zelfs leiden tot het ontstaan van een<br />
natural cap (zelfhelende leeflaag), waardoor herbezinning op nazorg en beheer mogelijk wordt.<br />
Door een goede integratie van ontwerp, inrichting en beheer kan het natte watersysteem minder<br />
gevoelig worden voor nutriëntenbelasting. Door een optimalisatie van ontwerp, inrichting en beheer<br />
kan de kritische fosfaatbelasting van een systeemonderdeel of het gehele water systeem worden<br />
16