Download hier gratis het volledige pdf bestand - Kabbalah.info
Download hier gratis het volledige pdf bestand - Kabbalah.info
Download hier gratis het volledige pdf bestand - Kabbalah.info
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
doet <strong>het</strong> weerkaatste licht stijgen van beneden naar boven. Dit weerkaatste licht laat zich<br />
inbedden in de 10 sfirot van <strong>het</strong> hoge licht en daardoor vormt <strong>het</strong> de “10 sfirot de rosj” (<strong>het</strong><br />
Aramese bezittelijke partikel “de” komt overeen met <strong>het</strong> Nederlandse “van” - vert.). Deze 10<br />
sfirot de rosj zijn nog geen echte vaten, zij vormen slechts de “wortels” van vaten. Pas nadat<br />
de malchoet zich samen met <strong>het</strong> weerkaatste licht verspreidt van boven naar beneden,<br />
verandert <strong>het</strong> weerkaatste licht in vaten voor <strong>het</strong> ontvangen van <strong>het</strong> hoge licht. En dan<br />
geschiedt <strong>het</strong> inbedden van lichten in vaten, die “lichaam” van een bepaalde traptrede worden<br />
genoemd.<br />
De Schepping is geschapen als een absolute egoïst en is door die eigenschap polair van de<br />
Schepper verwijderd. Om de Schepping uit deze toestand te trekken, schiep de Schepper in de<br />
malchoet de wens om de Ts”A (Tsiemtsoem Alef) te maken, dus om de bchiena dalet van alle<br />
zuivere bchienot (alle voorgaande stadia die de eigenschappen van de Schepper zijn – vert.) af<br />
te scheiden en op die manier de bchiena dalet absoluut leeg in een ruimte achter te laten in<br />
een volledig “vacuum” (dus als een ruimte die niet met licht gevuld is – vert.). Het hoge licht<br />
(or eljon), dat naar de schepping neerdaalt, stoot tegen <strong>het</strong> scherm, dat zich vóór de wens om<br />
te genieten in de bchiena dalet bevindt, en wordt daardoor volledig weggestoten. Dit<br />
verschijnsel wordt gedefinieerd als een afstotende wisselwerking (ofwel afstotende<br />
samenvloeiing – vert.) tussen <strong>het</strong> hoge licht en <strong>het</strong> scherm en heet “afstoting” – hakaa. Het<br />
weerkaatste licht (or chozer), dat door de masach in 10 delen (sfirot) is verdeeld, wordt<br />
ingebed in <strong>het</strong> hoge licht (or eljon) en daardoor wordt <strong>het</strong> verdeeld in 10 sfirot. De 10 sfirot<br />
van <strong>het</strong> weerkaatste licht en de 10 sfirot van <strong>het</strong> hoge licht samen vormen <strong>het</strong> hoofd (rosj) van<br />
een geestelijk object (partsoef). Het weerkaatste licht - de wens om aan de Schepper genieting<br />
terug te geven die van Hem ontvangen wordt, wordt op die manier tot de voorwaarde voor <strong>het</strong><br />
ontvangen van deze genieting (licht). Het wordt dus een vat van ontvangst (klie ha-kabbala)<br />
in plaats van de bchiena dalet. De bchiena dalet is echter niet in staat om genieting zonder<br />
een scherm vanwege haar egoïstische wensen te ontvangen. Het scherm verandert zijn<br />
intentie van egoïstisch naar altruïstisch, dus in de wens om te ontvangen omwille van de<br />
Schepper. Alleen na zo'n intentie te hebben bewerkstelligd kan <strong>het</strong> hoge licht zich in een vat<br />
(partsoef) verspreiden van boven naar beneden en zich in de wensen (keliem) inbedden, die<br />
door <strong>het</strong> weerkaatste licht (or chozer) zijn gevormd.<br />
15) Dus na de Ts”A ontstonden er nieuwe vaten van ontvangst in plaats van de bchiena dalet.<br />
Zij ontstonden als gevolg van de afstotende wisselwerking van <strong>het</strong> door <strong>het</strong> scherm<br />
weerkaatste licht. Toch dient men te begrijpen hoe <strong>het</strong> komt dat dit licht een vat van ontvangst<br />
wordt. Immers in <strong>het</strong> begin was <strong>het</strong> slechts licht, dat door <strong>het</strong> vat van ontvangst weerkaatst<br />
werd. Nu blijkt <strong>het</strong> licht tot een vat te zijn geworden, dus <strong>het</strong> begint een geheel tegengestelde<br />
functie te vervullen. Om dat te verklaren nemen wij even een voorbeeld uit onze wereld. Het<br />
ligt in de aard van de mens om <strong>het</strong> principe “ontvangen om te geven” te respecteren. En<br />
omgekeerd heeft hij er een hekel aan om van een ander te ontvangen zonder er iets voor terug<br />
te geven. Laten wij zeggen, dat een mens in <strong>het</strong> huis van zijn kameraad terechtkomt en deze<br />
biedt hem een maaltijd aan. De gast, hoe hongerig hij ook is, zal inderdaad <strong>het</strong> eten weigeren,<br />
omdat hij <strong>het</strong> onaangenaam vindt zich slechts als ontvangende te voelen zonder er iets voor<br />
terug te kunnen geven. Maar de gastheer tracht hem te overreden en overtuigt hem van <strong>het</strong><br />
feit, dat hij door de maaltijd te nuttigen de gastheerjuist voldoening zal schenken. Wanneer de<br />
gast inderdaad zal gaan voelen dat <strong>het</strong> zo is, zal hij instemmen met <strong>het</strong> gaan nuttigen van deze<br />
maaltijd, omdat hij zich niet langer slechts een ontvangende voelt. Bovendien voelt de gast,<br />
dat hij de gastheer voldoening verstrekt, doordat hij ermee instemt te eten. Het blijkt dus dat,<br />
alhoewel de gast honger had - en juist honger dient een vat van ontvangst te zijn - hij uit<br />
schaamte zelfs niet eens iets wilde gaan proeven, voordat de gastheer hem van zijn oprechte<br />
40