16.09.2013 Views

m - Holland Historisch Tijdschrift

m - Holland Historisch Tijdschrift

m - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Verzuilingstendensen in <strong>Holland</strong>, 1850-1925<br />

voorvechters immers om ruimte voor hun leerstellig onderricht in het lager onderwijs: een<br />

school met de bijbel óf met de catechismus. En evenzeer wilden zij hun kroost beschermen<br />

tegen vrijzinnige of liberale invloeden. Het lager onderwijs werd gedurende de negentiende<br />

eeuw een steeds belangrijker opvoedingsinstrument. Te oordelen naar de groei van de on­<br />

derwijsdeelname en van de alfabetiseringsgraad begonnen meer ouders het nut in te zien<br />

van de standaardkennis die in de schoolbankjes werd opgedaan. 32<br />

Daarmee werd dus ook<br />

de zeggenschap over de inhoud van dit onderwijs een belangrijker strijdpunt. De school­<br />

strijd ging om de toekomst van het land en van de afzonderlijke levensbeschouwelijke stro­<br />

mingen. Dat deze toekomst van belasting- en schoolgeldbetalers aanzienlijke investeringen<br />

vergde, vergemakkelijkte de keuze voor bijzonder of openbaar onderwijs bepaald niet.<br />

In het katholieke verzuilingsproces heeft de clerus een wezenlijke sturende rol gespeeld. Na<br />

de pauselijke veroordeling van het liberalisme in de encycliek Quanta Cura en de daarmee ver­<br />

bonden Syllabus Errorum (1864) koerste de Nederlandse clerus af op een meer zelfstandige,<br />

overwegend conservatieve positie in het Nederlandse politieke bestel. De uitvaardiging van<br />

het bisschoppelijke onderwijsmandement in 1868 versterkte deze keuze. Volgens deze richt­<br />

lijn nam het 'ongeloof' almeer toe op de openbare school en was dit onderwijs 'meer en meer<br />

onbruikbaar' en 'uiterst gevaarlijk' voorde katholieke jeugd. Het was niet moeilijk hierin een<br />

hernieuwde afwijzing van het liberalisme te lezen. Vanaf 1868 werd vooral ten noorden van<br />

de grote rivieren hard gewerkt aan de opbouw van het katholiek onderwijs. In het katholieke<br />

zuiden verliep de opbouw trager. Daar fungeerde de openbare school in veel gemeenten als<br />

katholieke school en zag men alleen het nut in van afzonderlijke, bijzondere meisjesscholen.<br />

De overheid wenste het afzonderlijke onderricht van jongens en meisjes niet te financieren.<br />

Dus was men aangewezen op de goedkope arbeidskracht van zustercongregaties, die vooral<br />

in Brabant sterk vertegenwoordigd waren. 33<br />

In het bisdom Haarlem werd voortvarender ge­<br />

werkt aan de stichting van katholieke scholen, al zien we in een beperkt aantal katholieke dor­<br />

pen een vergelijkbaar patroon als in de zuidelijke provincies. De pastoors ontvingen herhaal­<br />

delijk aansporingen van hun superieuren om het katholieke onderwijs te stimuleren. 34<br />

Het<br />

aantal katholieke scholen breidde zich snel uit. 35<br />

De clerus bemoeide zich zeer openlijk met<br />

de onderwijskwestie en kon dit ook doen omdat deze als een godsdienstige aangelegenheid<br />

werd gepresenteerd: het ging om het geestelijk welzijn van de gelovige kudde.<br />

De politiek gold daarentegen als een wereldse zaak. Hier was de speelruimte voor de<br />

geestelijkheid aanmerkelijk geringer. De Brabantse bisschoppen distantieerden zich niet<br />

openlijk van het liberalisme, maar werkten achter de schermen aan het terugdringen van<br />

deze stroming. In het bisdom Haarlem toonde de overigens uit Brabant afkomstige bisschop<br />

G.P. Wilmer (1861-1877) een nog grotere bekwaamheid in het ontwijken van lange protes­<br />

tantse tenen. Hij oordeelde een openlijke bemoeienis met de politiek schadelijk voor de ka­<br />

tholieke zaak.'Hoe meer ik mij van alle politiek onthouden kan, hoe liever', schrijft hij in 1871<br />

32 Hans Knippenberg en Ben de Pater, De eenwording van Nederland. Schaalvergroting en integratie sinds 1800 (Nijmegen<br />

1988) 139, 177.<br />

33 Er waren overigens duidelijke verschillen in de omvang van dit meisjesonderwijs. Joost van Vugt, 'De verzuiling<br />

van het lager onderwijs in Limburg 1860-1940', Jaarboek van het Katholiek Documentatiecentrum 10 (1980) 17-60;<br />

Marjanne de Kwaasteniet, Denomination and primary education in the Netherlands (1870-1984). A spatiat diffuswn<br />

perspective (Amsterdam 1990) 127-128.<br />

34 Groot, Roomsen, 164.<br />

35 Landelijk gezien tussen 1868 en 1875 een groei van meer dan 30 procent, van 250 naar 332 scholen. Hans Knippenberg,<br />

Deelname aan het lager onderwijs in Nederland gedurende de negentiende eeuw (Amsterdam 1986) 64.<br />

101

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!