16.09.2013 Views

m - Holland Historisch Tijdschrift

m - Holland Historisch Tijdschrift

m - Holland Historisch Tijdschrift

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Verzuilingstendensen in <strong>Holland</strong>, 1850-1925<br />

terpretatie van verzuiling als een van bovenaf opgelegd dwangsysteem. Een goede wisselwerking<br />

tussen de geestelijke leiders en de volgelingen was van essentieel belang voor het<br />

welslagen van confessionele organisaties en instellingen.<br />

Verbreding van het verzuilingsproces, 1890-1930<br />

Complexe veranderingen en onoverzichtelijke tegenstellingen tussen diverse maatschappelijke<br />

geledingen maken het lastig een schets te geven van de verzuilingstendensen in deze<br />

periode. Enig houvast biedt de politieke kaart van Noord- en Zuid-<strong>Holland</strong>, die tot de<br />

grondwetswijziging van 1917 doorsneden werd door de grenzen van de afzonderlijke kiesdistricten.<br />

Terwijl Zuid-<strong>Holland</strong> een belangrijk steunpunt bleef van de antirevolutionaire<br />

partij, vond er in Noord-<strong>Holland</strong> een kentering plaats. Kennemerland en West-Friesland<br />

werden confessionele bases en Amsterdam-Oost viel in socialistische handen. 53<br />

De aftakeling<br />

van het liberale bolwerk ten noorden van het IJ liep parallel met de opkomst van de massapolitiek.<br />

Door de kiesrechtuitbreiding van 1896 werd de omvang van het electoraat verdubbeld<br />

tot bijna 50 procent van de mannelijke bevolking van 25 jaar en ouder. In 1910 was<br />

dit percentage gestegen tot 63. 54<br />

Terwijl in de steden de handel en nijverheid ingrijpende veranderingen ondergingen,<br />

vond op het platteland een geleidelijk proces van modernisering plaats. Deze dynamische<br />

economische ontwikkeling ging vergezeld van een toenemende differentiatie van het maatschappelijk<br />

leven. Dit uitte zich onder andere in een sterke toename van het aantal organisaties<br />

en verenigingen op tal van maatschappelijke terreinen. Of het nu ging om vrouwenorganisaties,<br />

vakverenigingen, sportclubs of kruisverenigingen, telkens opnieuw werd de vraag<br />

gesteld of deze activiteiten al dan niet op levensbeschouwelijke grondslag moesten plaatsvinden.<br />

In de schoolstrijd werden vanaf de jaren 1870 heldere lijnen getrokken en was de polarisatie<br />

zo scherp dat de standpunten van de verschillende stromingen min of meer ongewijzigd<br />

bleven. De subsidiëring van het bijzonder onderwijs was het doel waarnaar de katholieke<br />

en vele orthodoxe voormannen streefden. Bij de nieuwe kwesties die zich rond de eeuwwisseling<br />

aandienden, was het aantal keuzemogelijkheden en dus ook de verwarring groter. Zo<br />

waren er in katholieke kring verklaarde tegenstanders van elke vorm van arbeidersorganisatie,<br />

voorstanders van strikt katholieke vakorganisaties, bepleiters van samenwerking tussen<br />

katholieke en protestantse vakorganisaties en werden daarnaast nog tal van andere modellen<br />

voorgesteld. Het onderscheiden en preciseren van al deze richtingen moet voor katholieken<br />

een onderhoudend gezelschapsspel zijn geweest.<br />

Enkele auteurs trachten de verzuilingstendensen in deze periode onder één noemer te vatten<br />

door te verwijzen naar de rol die christelijke en katholieke organisaties speelden in de<br />

strijd tegen 'ongeloof en revolutie'. Vooral de sociale organisaties zouden de verdedigingslinies<br />

zijn geweest tegen secularisatietendensen in een moderner wordende maatschappij. 55<br />

Ook worden ze wel getypeerd als het antwoord op de progressieve bewegingen die in de laatste<br />

decennia van de vorige eeuw op het toneel verschenen, met name het socialisme, het femi-<br />

53 C. Stoppelenburg en H. van der Wusten, 'Continuïteit en verandering van de politieke kaart in Nederland',<br />

Acta Politica. <strong>Tijdschrift</strong> voor politicologie 21 (1986) 431-448, aldaar 436.<br />

54 H. Daalder, 'Politieke instellingen en politieke partijen', in: F. L. Holthoon ed., De Nederlandse samenleving sinds<br />

1815. Wording en samenhang (Assen/Maastricht 1985) 305-339, aldaar 308.<br />

55 Hans Righart, De katholieke zuil in Europa. Het ontslaan van verzuiling onder katholieken in Oostenrijk. Zwitserland. Pe/gic<br />

en Nederland (Meppel/Amsterdam 1986) 32-35, 237-244.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!