'Falend winnen' - Angels in the Clouds

Hoofdstuk 21 Mijmeringen
Hokjesgeest
Falend winnen © Eduard Molhoek 2012 Gratis ‘Angels in the Clouds’ fondswerving exemplaar.
199
Tijdens mijn ochtendwandeling naar het terrein waar de voetbaltrainingen
worden gegeven kom ik onderweg veel verschillende huizen tegen. Er zijn slechts
enkele mensen die zich een woning kunnen veroorloven van een redelijke
afmeting. De rest van de bevolking in India moet het doen met kleine hokjes.
Naast de hutjes worden er ook steeds meer flats gebouwd. Ik keek in één van de
nieuwe flats en schrok van de afmetingen. Het zijn werkelijk slechts kleine
hokjes. Er is een woonslaapkamer, een keuken, een toilet en een doucheruimte
en een klein balkon maar dan heb je het ook wel gehad. Zelfs het trapportaal
voelt benauwd aan. Meubelstukken moeten omhoog worden gehesen omdat je
ze anders met geen mogelijkheid in je appartement kunt krijgen. Vaak staat er in
de woonkamer een bed en een televisie. De gezinsleden slapen bij elkaar op de
grond. Ik zou op zo'n harde vloer niet kunnen slapen. Wanneer langs één van de
flats loop ruik ik een brandlucht. Er smeult een enorme hoop dit schijnbaar niet
lang daarvoor in brand is gestoken. Het afval lag vlak naast een woonflat die
door de rook zwartgeblakerd is. Hoewel het nog maar net half zes in de ochtend
is lopen er al mensen op straat en zijn er verschillende koffiestalletjes open. Ik
drink daarom eerst een glaasje koffie voordat ik naar het trainingsveld loop. Ik
ben ruim op tijd om de hele training mee te maken en te fotograferen. De
jongens doen enthousiast mee aan de training en zo nu en dan komen er een
paar geiten meetrainen. Na afloop is er net als de dag ervoor niets te drinken of
te eten voor de kinderen. Wanneer ik ernaar informeer blijkt dat een winkelier
zijn bestelling voor de tweede keer niet heeft afgeleverd. Ik zou in een dergelijk
geval naar een andere winkel zijn gegaan om ervoor te zorgen dat er wel iets
was voor de kinderen te eten is. Helaas is dat niet gedaan. De kinderen zeggen
er, zo ver ik dat kan inschatten, niets over. Ik hou daarom ook maar verder mijn
mond. Ik zie de jongen, die een paar dagen geleden op kantoor kwam, aanrijden
op een mooie nieuwe motor. Ik heb hem waarschijnlijk in een verkeerd leeftijd