DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De zondagswetten<br />
HOOFDSTUK 3<br />
Zo nu en dan komt men de voorstelling tegen, dat de zondag in de vierde eeuw door Keizer<br />
Constantijn de Grote bij een wet is ingevoerd. Ik hoop, dat u uit de vorige hoofdstukken<br />
hebt begrepen, dat dit bezijden de waarheid is. De zondag is van de opstanding af in gebruik<br />
bij de Kerk als de dag des Heeren.<br />
Het tweede, wat ieder in zijn oor moet knopen is dit, dat de personen, die de Joodse sabbat<br />
willen vieren, de apostel Paulus vierkant tegen zich hebben in Galaten 4 : 9 en 10, Coll. 2 :<br />
16 en 17, Rom. 14 : 5 en 6. Diezelfde apostel viert echter de dag des Heeren.<br />
Verder veronderstel ik wel enige belangstelling voor enkele punten uit de geschiedenis van<br />
de zondag. Want al heeft Constantijn de viering van de dag des Heeren niet ingevoerd, hij<br />
heeft het houden van die dag als een rustdag voor de heidenen verplicht gesteld. De<br />
Christenen hielden hem toch al, maar de heidenen werden nu ook – al dan niet vrijwilllig –<br />
zondagsvierders.<br />
Kerkelijke wetten waren er al. De synode van Elvira bedreigde reeds in 305 de man of de<br />
vrouw met straf, die driemaal achtereen de godsdienstoefening niet bijwoonde. Zo is er<br />
meer te noemen.<br />
Maar op 7 maart 321 vaardigde Constantijn het eerste edict over de zondagsviering uit voor<br />
de Staat. Het is maar een korte wet. Alle rechters en de stadsbevolking moesten op de<br />
vererenswaardige dag der zon van hun handwerk rusten. De veldarbeid wordt echter<br />
toegelaten, omdat anders soms de gunstige gelegenheid, die op de zondag wordt geboden tot<br />
zaaien en planten, zou verloren gaan. Over oogsten spreekt de keizer in maart nog niet.<br />
Aan deze wet werd in juni 321 toegevoegd, dat het op de dag des Heeren (zo heet de zondag<br />
ditmaal) toegestaan is slaven geheel of gedeeltelijk vrij te laten. Dat is een werk van de<br />
rechters. De oefening van barmhartigheid en naastenliefde is dus geoorloofd. Zo’n wet<br />
bevatte een grote zegen voor de kerk, omdat iedere kerkganger op deze wijze werkelijke<br />
vrijheid verkreeg om de dag des Heeren houden. De slaaf zo goed als de vrije. Latere<br />
ervaring heeft wel geleerd, dat er toch wel vruchten groeien al zaait of plant men niet op<br />
zondag. Latere wetten leggen verdere nadruk op de beoefening der barmhartigheid. In 409<br />
werd bepaald, dat gevangenen op zondag uit de gevangenissen moesten worden gehaald,<br />
naar hun verzorging geïnformeerd, hun het nodige verschaft en gelegenheid gegeven<br />
worden om zich te baden.<br />
In 386 werd uitdrukkelijk bepaald, dat op zondag geen publieke vermakelijkheden mochten<br />
worden gehouden, opdat niemand daardoor van de christelijke godsdienstoefening worden<br />
afgetrokken. Dat laatste is er in 392 bijgevoegd. De Romeinse wetten durfden nog wel een<br />
stapje verder te gaan. De wet van 425 zegt, dat alle aandacht van de christenen behoort<br />
gericht te zijn op de dienst des Heeren. Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis<br />
was toen nog niet door Guido de Brès geschreven, maar de overheid gedroeg zich wel in die<br />
geest.<br />
Als iemand deze wetten overtrad, werd hij als een heiligschenner aangemerkt en berecht.<br />
Zoals reeds is opgemerkt heeft niet alleen de Staat zich met de zondag beziggehouden, doch<br />
ook de kerk. We zagen dat de Staat op zondag de arbeid en de publieke vermakelijkheden<br />
10