DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
HOOFDSTUK 11<br />
Calvijn en de zondag (2)<br />
In ons vorige hoofdstuk hebben we al gezien dat volgens Calvijn de sabbat niet is<br />
afgeschaft, zoals hij ook duidelijk leert in zijn commentaar op Genesis 2 : 3.<br />
Nu ik toch met de commentaren van Calvijn bezig ben, kunnen we er nog wel iets uit<br />
oppikken. Daar is eerst Exodus 20 : 8. Calvijn zegt daar, dat we inderdaad en voorzeker elk<br />
ogenblik Gods deugden behoren op te merken, maar wat wordt onze aandacht gemakkelijk<br />
afgetrokken. Daarom heeft God, om onze zwakheid te hulp te komen één dag van de<br />
anderen afgezonderd. Hij heeft ook bevolen, dat wij die dag van alle aardse bezigheden en<br />
zorgen vrij zullen zijn. In het Latijn staat: „ab omnibus terrenis -negotiis et curis”. Dat is dus<br />
wel wat anders dan dat alle dag aan de ander gelijk zou zijn. En dan staat er dat God dit<br />
bevolen heeft (jubet), opdat niets die heilige oefening belette. De bedoeling is niet alleen,<br />
dat elk dan thuis rust houdt, maar dat de mensen dan in het heiligdom samen komen, tot de<br />
gebeden en offeranden en de vordering in de leer van de godzaligheid. „Wat dit stuk betreft<br />
hebben wij de noodzakelijkheid van de sabbat met het oude volk gemeen, opdat we zo beter<br />
in staat zijn om te leren en van ons geloof te getuigen”.<br />
Niet minder duidelijk spreekt Calvijn in zijn preken over Deuteronomium. In de ene preek<br />
zegt hij: „Hij, die de sabbat in verachting stelt, heeft al Gods ordinantiën onder de voeten<br />
geworpen, zo veel als in hem is, en indien de sabbat niet wordt onderhouden is de rest niets<br />
waard. Op andere dagen begeven wij ons, omdat wij te zeer bezet zijn door onze wereldse<br />
handelingen, zozeer niet tot God als op die dag, welke geheel voor deze dingen is bestemd.<br />
Die dag moeten wij rusten van de werken, welke de werken Gods en de aanroeping van<br />
Gods Naam hinderen, of die ons stuiten in de oefening van ons zelf en Gods heilig Woord”.<br />
Uit dit laatste begrijpen we, dat het niet genoeg is als we op zondag de kerkdienst(en)<br />
bijwonen. Ook de overige uren van de rustdag moeten aan de hemelse dingen zijn gewijd.<br />
„Die dag is geheel voor deze dingen bestemd”, lezen we immers. Uit een andere preek:<br />
„God zegt, dat Hij tevreden is als wij Hem één dag toewijden, maar Hij verwijt dan ook de<br />
mensen hun ondankbaarheid, als zij de dag der rust niet onderhouden en -heiligen. Die dag<br />
is bevorderlijk voor het overige der week. Alle gelegenheden, om het gebod van de rust te<br />
overtreden moeten worden weggedaan, opdat deze dag met groter eerbiedigheid worde<br />
onderhouden”.<br />
Ik zou zeggen, dat we nu maar weer eens moesten terugkeren tot de vraag uit de<br />
toegezonden brief: „Bent u het met de uitlegging van dit vierde gebod door Calvijn eens?”<br />
Van harte antwoord ik hierop met ja. De grote Hervormer spreekt in het aangehaalde toch<br />
wel heel duidelijk van een gebod van rust op die ene rustdag. Hij maakt een helder<br />
onderscheid tussen de ene rustdag en de zes overige dagen. De lezer echter heeft bij Calvijn<br />
pas goed leren zien, dat God niet recht heeft op één dag in de week, maar op elke dag. Hij<br />
ziet het zo: „Op zondag behoeven wij niet te werken, maar mogen het eventueel wel”<br />
(Rampzondag, 1 februari 1953). Ja, dat geloof ik ook wel. Daar had ik Calvijn niet eens<br />
voor nodig, want de Heere Jezus heeft ons al geleerd, dat we een mens op de sabbat mogen<br />
helpen en de Joden wisten al, dat men een schaap uit een put mocht halen. Hoeveel te meer<br />
34