DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
dan uit een zee. Maar als ik de bedoeling van de lezer goed -begrijp, wil hij stellen dat we<br />
op zondag, als we het wensen, alles mogen doen, wat we door de week ook mogen. Daarvan<br />
hebben wij bij Calvijn tot op dit ogenblik niets gevonden. „Wie de -sabbat niet onderhoudt,<br />
treedt al Gods geboden met voeten”. Dat betekent toch zeker: wie geen onderscheid maakt<br />
tussen de zes werkdagen, die ons zijn toegestaan en de ene dag, die God voor Zichzelf heeft<br />
bestemd, handelt zeer goddeloos. Hoe is onze lezer en schrijver tot deze opvatting<br />
gekomen?<br />
Ik denk: door een verkeerde uitleg van een gedeelte uit de Institutie, dat we nog niet gelezen<br />
hebben. Maar, ik geef toe, dat de goede uitleg niet zo makkelijk is. Want als we door<br />
bovenstaande gedeelten uit de geschriften van Calvijn een duidelijke voorstelling hebben<br />
van de grote betekenis, die voor Calvijn de zondag heeft, dan moeten we nu ook nog het<br />
volgende uit de Institutie horen. In II, 8, 33 begint Calvijn over onrustige geesten. Zij<br />
-maken veel rumoer en zeggen, dat het christenvolk in het Jodendom gehouden wordt.<br />
Daarop antwoordt onze professor uit Genève, dat hij de Joodse bijsmaak van de rustdag<br />
wegneemt. Dat is dan wat hierboven onder 1. als de oorzaak van het vierde gebod is<br />
genoemd. Calvijn gaat op dit punt breder in. Hij wil, dat er op zondag gerust wordt, maar<br />
niet om dan „gedachtenis te houden van de verborgenheden, die in vorige tijden bevolen<br />
-waren”. Calvijn wil de hele zondag houden en wil, dat er niet gewerkt wordt, doch hij wil<br />
dat niet om de rust in Christus af te beelden, doch om de kerkdienst en de persoonlijke<br />
oefening van het geloof (vergeet dit niet) te onderhouden en het lichaam van de werkers rust<br />
te geven. Als men de Institutie uitlegt naar de -duidelijke woorden uit de commentaren, vind<br />
ik Calvijn nog zo onduidelijk niet. Anderen echter hebben de reformator uitgelegd naar hun<br />
eigen vrijgevochten gevoelen, alsof de zondag gelijk te achten is met andere dagen, en dan<br />
brengt men Calvijn in strijd met zichzelf.<br />
Doch nu komt er in II, 8, 34 iets, wat moeilijker is om te verstaan. Eerst zegt hij daar: „De<br />
ouden hebben ook deze dag, die wij des Heeren dag noemen niet gesteld in de plaats van de<br />
-sabbat zonder rijp oordeel. Doch dan komt er: „En nochtans is mij aan het getal van zeven<br />
niet zoveel gelegen, dat ik de kerk aan de onderhouding van die zou willen verbinden. Want<br />
ik zou de kerken niet willen veroordelen die andere gezette dagen mochten hebben tot hare<br />
vergaderingen, als ze zich maar van -superstitie onthielden. Hetwelk geschieden zal,<br />
wanneer ze allen tot onderhouding van goede discipline en welgeschikte ordening aangelegd<br />
worden”. Vertel me nu maar eens, wat Calvijn wil. Zou hij het goedvinden als andere<br />
kerken op vrijdag de rustdag hielden? Zulke kerken zijn er niet of we moeten de<br />
Mohammedanen er in betrekken. Bedoelt Calvijn dat hij er geen bezwaar in ziet om de<br />
rustdag om de tien dagen te hebben? Ik weet het niet. Voor degenen, die het vierde gebod<br />
willen afschaffen lijkt het mij ook al niet helder genoeg te zijn. Maar in elk geval kunnen<br />
deze duistere zinnen de heldere uitspraken van Calvijn niet van hun kracht beroven. Zodat<br />
ik het altijd nog met hem eens ben, voor zover ik hem versta.<br />
In het vervolg van dit hoofdstuk geeft de schrijver van de Institutie dan een korte<br />
samenvatting van de inhoud van het gebod. Dat is: wij moeten ophouden uit onszelf te<br />
werken en de Heere door Zijn Geest in ons laten werken. Dan moet ieder voor zich, zo<br />
dikwijls hij of zij tijd heeft, zich naarstig bezig houden met (zoeken toe te nemen in) een<br />
godvruchtige kennis van Gods werken. Verder moeten wij allen tegelijk onderhouden de<br />
wettige orde, welke tot het gehoor des Woords, tot de sacramenten en de gebeden is<br />
ingesteld. Hierbij bedenke men hoe Calvijn voor de rust en voor de persoonlijke<br />
35