ezelsdag om ’s morgens de kerk te verslapen en ’s avonds te verwandelen of om in de kerk te slapen. De dag des Heeren is gegeven om ons in God te verblijden. En wie dat als zijn voornaamste oogmerk heeft mag veel. Die mag het gevoel der schare vermijden en zich met z’n vrienden in Gods Schepping en verlossing verblijden. Wat wil een christen of die het graag zou willen worden op Gods dag nog meer? Houdt echter altijd vast: het is Gods dag die gegeven is tot ons tijdelijk en eeuwig heil. Ga er zeer voorzichtig mee om en vermijd alles wat die dag tot een dag van de wereld maakt. Laten onze dominees er geen rare dingen over leren en zelf ook niet raar doen. 52
HOOFDSTUK 17 Gedenkt de sabbatdag, dat gij die heiligt Het lijkt mij, dat het geoorloofd is de reeks van artikelen over de zondag te gaan besluiten. Daartoe wilde ik deze vraag stellen. We hebben gezien hoe over de zondag in ons land geredetwist en gestreden is. Wat is nu de vrucht van die strijd geweest? Ik acht het antwoord op deze vraag en de rechte viering van de dag des Heeren van het uiterste belang voor onze kerk. Men kan tegenwoordig pleidooien lezen om de kerk op te wekken weer kerk te zijn. Men ziet hoe vooral de hervormde kerk al meer verliest. Wat moet er nu gebeuren om aan dat verlies in getal paal en perk te stellen. Wel, zegt men, wij moeten eerst in hoedanigheid, in kwaliteit winnen. Ieder kerklid en iedere kerkganger, die we nog hebben moet een volledig christen zijn. Daar moet weer onderscheid gezien worden tussen kerk en wereld, goed duidelijk onderscheid. Ik kan wat voor dit pleidooi voelen. Maar dan zou ik in het verband van dit artikel er voor willen pleiten, dat in onze kerk elke kerkganger de zondag weer gaat houden. Onder de kerkgangers reken ik nu ook de dominees en hun gezinnen, niet minder de kerkeraadsleden en hun gezinnen. Dat is toch geen onbillijke eis zou ik zeggen. Daar worden in de laatste tijd acties gevoerd onder buitenkerkelijken, zoals dat heet. Ik heb wel eens gehoord van een stad, waar de predikantsvrouwen tamelijk slechte kerkgangsters waren. Dat wijst er op, dat de kerkeraad zou moeten beginnen met een actie onder de predikantsvrouwen, om die weer naar de kerk te krijgen, als het enigszins kan twee keer, met heel hun gezin. Maar als men dan onder de predikantsvrouwen gaat werken, dan kon men misschien tegelijk de predikanten er bij nemen. Want ook onder hen, schijnen er te zijn, die liever thuis blijven als zij geen dienst hebben, dan naarstig op te gaan om Gods Woord te horen, den armen christelijke handreiking te doen en zo meer. Het komt mij voor, dat het voornaamste kwaad van onze kerk niet zit in de buitenkerkelijken. Als in de steden en dorpen op de zondagavonden eens een actie gehouden werd onder de predikantsgezinnen, de kerkeraadsgezinnen en zo de gezinnen van allen, die vooraan zijn geplaatst in het kerkelijk leven, misschien verdubbelde daardoor de kerkgang in vele diensten. Dat hebben wij nodig. De christenen moeten weer christenen worden. De dag des Heeren moet hen een lust worden in zijn heiligheid. De zondag moet weer een dag des Heeren worden en niet een dag der mensen, waarop men eens een keertje naar de kerk gaat. „Maar dominee, preek kort, want anders komen we niet terug”. Dat moet er radicaal uit, als men wil, dat de kerk weer kerk wordt. Op de zondag moet er een verloochening zijn van onze eigen zin en wil. Zes dagen mogen we doen, wat wij willen, binnen de perken der geboden. Maar de zevende dag is de dag des Heeren uw Gods, dan zult ge niet voor u zelf en naar uw wil leven, dan doen we iets heel anders dan op de andere dagen. Ik meen, dat prof. K. Barth ook zo iets gezegd heeft. We zouden daaruit moed kunnen putten, dat het op dit punt met onze kerk in orde zal komen. Als dan een deel het doet, omdat de bijbel het zegt en een ander deel omdat de professor het zegt, dan wordt het in elk geval weer zondag in onze kerk. Ho, zegt iemand, zegt de wet Gods dat wij de zondag moeten houden? Is dat niet een instelling van de kerk? Nee, dat is één van de vruchten van de sabbatsstrijd, de overtuiging dat de zondag op wettige wijze in de plaats van de zaterdag is gekomen en dus rust op het vierde gebod. De roomse zondag rust op menselijk gezag, de gereformeerde 53