DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
DE ZONDAG IN PLAATS VAN DE SABBAT Ds. L ... - Gekrookte Riet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vroeger ook puur confessionele, en nu nog puur gereformeerde gemeenten heeft in de<br />
Hervormde Kerk. Het zwaarste en ’t lichtste vindt men er. Gemeenten, met trouwe kerkgang<br />
en daarnaast soms een groot eiland met zeer slappe kerkgang. Die Zeeuwse vroomheid kan<br />
toch blijkbaar alle vormen aan-nemen. Het kan echter waar zijn, dat zij het meeste leeft bij<br />
een gereformeerde prediking, die het bevindelijk element niet verwaarloost. Dan moeten de<br />
kerkeraden ijveren om deze prediking in alle gemeenten te brengen, want dat is ongetwijfeld<br />
in de weg van de gehoorzaamheid aan Schrift en Belijdenis.<br />
Wat was die erg strenge zondagsviering? <strong>Ds</strong>. G. Udemans heeft er als volgt over<br />
geschreven. De hoofdzaak van het vierde gebod is, dat wij één dag in de week geheel<br />
afzonderen voor de dienst Gods. Verboden is alles wat de mens belet de zondag te vieren:<br />
duivelse werken als vechten en ledigheid, wereldse werken als oogsten en vergaderen,<br />
ontspanning als kaatsen. Onze ontspanning moeten we op de zes werkdagen zoeken. De<br />
verkwikking van de zondag bestaat in rust van de arbeid, samenspreking met vromen,<br />
godzalige wandelingen na de kerkdienst. Deze ontspanning geeft meer verkwikking dan<br />
vechten en drinken. Alle werken van godzaligheid, barmhartigheid en presente nood zijn<br />
geoorloofd. Presente nood geeft dokter en vroedvrouw, maar ook de dijkwacht en de soldaat<br />
verlof om te werken. Tegen het water en tegen de vijand moet alle verzet worden geboden.<br />
De regel van Matth. 12 : 7 geldt voor ziekte. Israël trok ook op de sabbat rond Jericho.<br />
Volgens Udemans is het vierde gebod moreel en eeuwig. Alleen is de dag veranderd door de<br />
Apostelen en de Kerk, opdat we de opstanding van Christus gedenken en is de strenge rust<br />
verzacht. De zondag is een feestdag des Heeren. Die dag moet onze ziel reine klederen<br />
aantrekken, ’s morgens vroeg opstaan, de eeuwige dingen overdenken, de kerkdienst<br />
bijwonen, daarna onze tijd heilig besteden. Schepen mogen op zondag niet uitvaren of<br />
binnenkomen. Tot zover Udemans. Zoals hij waren er meer. Voor ons besef zit er niets<br />
bijzonders in deze zondags-opvatting. Zo hoort het toch te wezen, zou ik zeggen. Ten<br />
overvloede zij opgemerkt, dat de kerkeraad van Zierikzee, de standplaats van ds. G.<br />
Udemans, zich beijverde om de schippers en de vissers over te halen ’s zondags niet te<br />
varen of te vissen. Ook ds. W. Teellinck ijverde in Middelburg voor een goede<br />
zondags-viering. Zijn zoon vertelt van hem, dat hij in Middelburg met veel zegen heeft<br />
gewerkt: „Want in korte tijd na zijn komst -aldaar in 1613, met de hulp van zijn<br />
medebroeders, is er een opmerkelijke verandering in ijver tot het gehoor van Gods Woord,<br />
tot het betrachten van alle geestelijke oefeningen, tot het vieren van de dag des Heeren,<br />
bespeurd geworden”. Daar in Middelburg was echter ook ds. G. Burs en die was het<br />
helemaal niet met Teellinck in het stuk van de zondag eens. Zo schijnt het op de Synode van<br />
Dordrecht in 1618 gekomen te zijn. Het is tenminste een ouderling uit Middelburg, die een<br />
vraag over de sabbat ter synode brengt. Deze ouderling was echter niet zo’n voorstander van<br />
de strenge zondagsviering. Deze Hosbergius stond de mening voor, dat de zondag los staat<br />
van het vierde gebod. <strong>Ds</strong>. G. Udemans bestreed dit vanzelfsprekend, zodat de Zeeuwse<br />
afgevaardigden verdeeld bleken op dit punt. De Zeeuwse vroomheid was dus ook hier niet<br />
zo’n vaststaande zaak. Maar gevoegelijk kunnen we aannemen, dat het merendeel van<br />
Zeeland ijverde voor een rechte zondagsviering. En daar kwam dan het verzet weer tegen<br />
van anderen. Dat is duidelijk uit een stuk van de kerkeraad van Zoutelande, gedagtekend 1<br />
september 1613. De kerkeraad schrijft aan de classis Walcheren, in Arnemuiden vergaderd.<br />
Hij klaagt over de zondagsontheiliging, gelijk zo menige kerkeraad. Maar nu komt er een<br />
narigheid bij. Het is deze narigheid, dat men die ontheiliging openlijk gaat verdedigen.<br />
„Want een van onze ouderlingen hierover aangesproken en bestraft zijnde, hield vol, dat hij<br />
44