Voorontwerp bestemmingsplan - Gemeente Borger-Odoorn

ONDERZOEK NATUUR NIEUW BUINEN
Tijdens het veldbezoek van juli 2010 is waargenomen dat de vegetatie in de sloten en op de
perceelscheidingen wordt gekenmerkt door algemeen voorkomende vaatplanten. Soorten
als Grote brandnetel, Kropaar, Duizendblad, Haagwinde, Gewone Hennepnetel, Braam,
Pijlkruid en Grote waterweegbree wijzen op intensief gebruik met regelmatige verstoring
van de bodem.
Ten aanzien van vaatplanten is er geen sprake van ecologische schade. De bouwblokken
worden gerealiseerd in sterk agrarische percelen, waar geen sprake is van voorkomen van
beschermde vaatplanten.
Vogels
Vogelsoorten komen in beperkte mate voor in het gebied en het betreft met name vogels van
open gebieden.
Tijdens het veldbezoek in 2009 zijn verschillende vogels waargenomen die mogelijk in of
nabij het plangebied tot broeden komen. Zo zijn gele kwikstaart en buizerd waargenomen.
Daarnaast kunnen broedvogels als Kievit, Scholekster en Veldleeuwerik gebruik maken van
de ontwikkelingslocaties als broedplek.
Weidevogels zijn aangetroffen bij het veldbezoek in 2010 in het gebied. Het betreft met
name algemene soorten als Kievit en Scholekster, maar ook schaarsere soorten als Geelgors,
Veldleeuwerik en Patrijs zijn waargenomen.
Omdat het veldbezoek van 2009 in de zomer heeft plaatsgevonden, konden geen
overwinterende vogels worden waargenomen. Natuurloket geeft wel aan dat nabij het
gebied, de vloeivelden worden gebruikt als foerageer- en rustgebied door ganzen en
zwanen. Het gaat hier onder andere om kleine zwaan, rietgans, kolgans en tafeleend
(Wintervogels in Drenthe, P. Venema, 2001).
Zoogdieren
Bij het veldbezoek in 2010 zijn in het gebied geen zoogdieren waargenomen.
Gezien de aard van het gebied, lijkt het gebied geschikt voor algemeen voorkomende
soorten als Haas, Mol en diverse kleine zoogdieren.
De steenmarter (tabel 2 FFW) is in de omgeving van Nieuw Buinen gesignaleerd. Het is een
soort die meestal de bebouwde gebieden opzoekt. Mogelijk is deze soort aanwezig in (de
omgeving van) de te verlaten boerderijen. Tabel 2 soorten worden niet in het plangebied
verwacht.
Waterspitsmuis (tabel 3 FFW) kan op grond van gebrekkige verspreidingsgegevens van
deze soort niet uitgesloten worden. In de omgeving van het gebied zijn waarnemingen
bekend van waterspitmuis van voor 1990. Na deze periode is geen onderzoek meer naar de
soort gedaan in dit gebied. De omgeving van het plangebied en het plangebied zelf, bieden
mogelijk enkele geschikte locaties voor aanwezigheid van waterspitsmuis. Het wordt niet
zeer waarschijnlijk geacht dat de waterspitsmuis in het gebied voorkomt.
Het open karakter en het niet voorkomen van doorgaande structuren, maakt het gebied
minder geschikt voor vleermuizen. Naar verwachting maken deze soorten dan ook geen
intensief gebruik van het gebied.
ARCADIS 14