Voorontwerp bestemmingsplan - Gemeente Borger-Odoorn

5.3 GEBIEDSBESCHERMING
ONDERZOEK NATUUR NIEUW BUINEN
Er is geen sprake van directe effecten. Indirecte effecten kunnen voor het melkveebedrijf en
pluimveebedrijf, vanwege een mogelijk toename van de depositie an ammoniak, niet op
voorhand uitgesloten worden.
Uitgaande van de definitieve plannen moet onderzocht en onderbouwd worden dat er geen
sprake is van significant negatieve gevolgen voor de natuurlijke kenmerken van de
Natura2000 gebieden. Uitgaande van de huidige toetsingsregels zijn dergelijke effecten niet
uit te sluiten voor het melkveebedrijf en het pluimveebedrijf. Er kan wel worden voldaan
aan de huidige toetsingsregels indien er gebruik wordt gemaakt van stalsystemen die de
emissie van ammoniak meer beperken en/of door een lagere veebezetting aan te vragen.
Omdat de feitelijke depositie zo klein is (gezien de zeer grote afstand), er in het kader van de
PAS wordt gewerkt aan een systeem waarbij ammoniakreductie
(generiek/regionaal/gebiedsgericht) wordt gekoppeld aan ontwikkelruimte en er in de
toekomst mogelijk drempelwaarden worden gehanteerd, ligt het in de lijn van verwachting
dat op termijn dit knelpunt in de vergunningverlening wordt opgelost. Wanneer is echter
nu nog niet aan te geven.
Tot dat moment is de depositie van ammoniak op beide Natura2000-gebieden, uitgaande
van de vergunde en aanwezige veebezetting op 7 december 2004 op de huidige locatie(s),
een plafond voor de te vergunnen emissie van ammoniak (en daaraan gekoppeld depositie)
op de nieuwe locaties van het melkveebedrijf en het pluimveebedrijf.
Voor het akkerbouwbedrijf geldt dat er geen sprake is van directe of indirecte effecten op
de Natura2000-gebieden.
Er zijn voor de drie agrarische bedrijven geen knelpunten op het gebied van de bescherming
van natuurgebieden op grond van de Wet Ammoniak en Veehouderij en de spelregels EHS.
ARCADIS 28